De blauwe aanpak van verward gedrag

In Nederland heeft de politie een cruciale rol bij personen met verward gedrag. Politiemensen zeggen er alleen voor te staan.

Gemeenten hebben sinds 2015 steeds meer verantwoordelijkheden gekregen op het gebied van Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen, en mensen gaan sneller na verblijf in een tijdelijke woonvoorziening terug naar de wijk. De Universiteit Utrecht doet momenteel vijf jaar lang onderzoek naar de gevolgen hiervan voor daklozen en voor de samenwerking tussen verschillende partijen.

We horen terug van cliënten dat ze het na de opvanginstelling doorgaans wel zien zitten weer zelfstandig te gaan wonen, maar onder belangrijke voorwaarden. Deze voorwaarden hebben betrekking op begeleiding bij de voorbereiding, en continuïteit van begeleiding tijdens en na uitstroom.

Uit de interviews met partijen actief in de wijk, zoals woningcorporaties, maatschappelijk werk, ggz, verslavingszorg en de gemeente, maken wij op dat het waarborgen van continuïteit vaak (nog) ver te zoeken is. Het bieden van voldoende begeleiding, zeg 6 tot 8 uur per week voor een cliënt die uitstroomt uit een dergelijke voorziening, kan mogelijk ook voorkomen dat iemand terugvalt, wat helaas toch regelmatig nog blijkt te gebeuren (o.a. Gemeente Utrecht 2017; Van Everdingen 2015).

Cliënten ervaren ook ‘uitstroomangst’ wanneer zij oud-medebewoners weer in de nachtopvang zien belanden. En als we één ding weten op basis van de interviews, dan is het wel dat mensen daar niet willen zijn.

Politieperspectief: meer optreden bij gebrek aan nazorg

Uit gesprekken met politiemensen en gemeenten blijkt dat de aangevende en signalerende rol van de politie nog steeds actueel is. In het verleden was het al zo dat het in Nederland en Amsterdam meer draait om veiligheid en handhaven dan in steden als Glasgow en Kopenhagen, zo bleek uit mijn proefschrift uit 2015.

Wij spreken ook tegenwoordig weer regelmatig politiemensen die zeggen er alleen voor te staan. Deze politierespondenten ervaren – bij afwezigheid van de zorg ─ dat zij door de omgeving vaak als aanspreekpunt worden gezien. De politie op haar beurt ziet graag dat zorgpartijen voor uitstromende cliënten van de Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen meer verantwoordelijkheid nemen.

Door ambulantisering zien agenten meer belasting in de woonwijken en zeggen zij meer te moeten optreden bij een gebrek aan nazorg. Bij een voormalige zedendelinquent die weer in de wijk kwam wonen, valt het de politieagent op dat de begeleiding te snel wordt overgedragen aan het buurtteam. Volgens een van de agenten die wij spraken, komt dit vaker voor:

Kijk, dat zal ongetwijfeld allemaal beredeneerd zijn vanuit hun wetenschap en vakgebied: wij zijn uitbehandeld met hem. Ja maar hij is nog niet beter, weet je wel. Hij komt terug in de woonomgeving en we merken nog steeds dat het niet klopt.

Psycholance wint aan populariteit

De politie kan mensen met verward gedrag naar de Psychiatrische Eerste Hulp (PEH) brengen, alwaar ze een behandeltraject kunnen krijgen. Een politieagent: Met de PEH dat je wel ziet dat er wat minder recidive is [...] Degene die nu naar de PEH wordt gebracht, die zat vroeger zeven uur lang hier in een celletje, met twee agenten erbij en eh zaten we te wachten op een psychiater die hiernaartoe moest komen.

Ook de zogeheten psycholance – vervoer voor mensen met verward gedrag – wint aan populariteit, maar is nog niet overal aanwezig (Boesveldt 2015, p.119). Een politieagent: Het is ons probleem helemaal niet, maar we hebben het wel ons probleem gemaakt door elke keer die mensen te vervoeren.

Ander instrument: de wijk-GGD’er

Een ander instrument dat op korte termijn wordt ingezet, is de wijk-GGD’er. Dit is een psychiatrisch wijkverpleegkundige (SPV) met expertise in het outreachend werken. Volgens een gemeentelijk medewerker:

Een wijk-GGD’er, iemand die er dan echt op af gaat op het moment dat er een calamiteit is. Ter ontlasting voor een groot deel van de politie.

Deze voorbeelden laten zien hoe de aangevende en signalerende rol van de politie nog steeds actueel is. Dat kan minder worden met de genoemde best practices: psycholance, Psychiatrische Eerste Hulp en de wijk-GGD’er .

Nienke Boesveldt is onderzoeker aan de Universiteit Utrecht.

 Dit is verkorte versie van het artikel dat zij schreef voor het zomernummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

 

   

Bronnen

Boesveldt, N.F., Planet Homeless. Governance arrangements in Amsterdam, Copenhagen, and Glasgow. Proefschrift. Den Haag: Eleven International Publishing, 2015.

Prospectief Onderzoek Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen Regio Zuid-Kennemerland, IJmond en de Haarlemmermeer:  https://onderzoekmobw.sites.uu.nl/regio-zuid-kennemerland-ijmond-en-de-haarlemmermeer/

Prospectief Onderzoek Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen Rijnstreek:  https://onderzoekmobw.sites.uu.nl/regio-rijnstreek/

Everdingen, C. van, De Utrechtse nachtopvang en crisisopvang in beeld. Van Everdingen ZorgConsult, 15 september 2016,

Gemeente Utrecht, Monitor Daklozenopvang, 2017

 

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com)