Nieuw financieringsmodel ggz dreigt fataal te worden voor dagbesteding

Op 1 januari is in de ggz het Zorg Prestatie Model van kracht geworden. Het model biedt goed overzicht over de geleverde prestaties in de sector, maar ziet de dagbesteding niet langer als geneeskundige zorg. Omdat gemeenten aarzelen om de financiering van de dagbesteding op zich te nemen, dreigen duizenden mensen de dupe te worden.

Tot 1 januari van dit jaar was de financiering van de ggz gekoppeld aan een model bestaande uit Diagnose-Behandel Combinaties (voor gespecialiseerde ggz), Zorgzwaartepakketten (voor langdurige opnames) en Diagnose Behandel-Beveiligings-Combinaties (voor forensische zorg).

De veelheid aan financieringsgrondslagen zorgde voor onnodige bureaucratische rompslomp, maar leidde er ook toe dat cliënten niet de zorg kregen die ze nodig hadden, aldus de Nederlandse Zorgautoriteit in een bijna drie jaar geleden verschenen advies aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Justitie en Veiligheid. De vergoeding voor eenvoudige zorg was vaak te hoog, en die voor complexe zorg te laag met alle gevolgen van dien voor het totale aanbod.

Er is geen geld voor dagbesteding meer

Op advies van de Zorgautoriteit is het oude financieringssysteem vervangen door het Zorg Prestatie Model. Dit model geeft beter inzicht in de daadwerkelijk geleverde zorg, de tarieven sluiten erop aan. De basis-ggz, de gespecialiseerde ggz en de forensische zorg kennen nu dezelfde prestaties: er bestaan geen ‘schotten’ meer.

Er zijn absoluut voordelen verbonden aan het nieuwe financieringsmodel, maar een nog onbekend deel van de 6 tot 7 duizend cliënten die tot begin dit jaar dagbesteding ontvingen, zal daar allicht anders over oordelen. Want wie gaat er straks nog dagbesteding organiseren, als de ggz daarvoor niet meer betaalt. Immers, dagbesteding wordt niet langer als geneeskundige zorg gezien.

Strikt gedefinieerd is dat juist: lang niet alle ernstige psychische problemen zijn te genezen. Maar mensen kunnen via zinvolle dagbestedingsprogramma’s wel leren leven met bijvoorbeeld autisme, schizofrenie, en eetproblemen.

Gemeenten willen niet voor de kosten opdraaien

In het Zorg Prestatie Model zijn behandelingen losgeknipt in afzonderlijke prestaties, in lijn met een ouder advies van het Zorginstituut Nederland. Daardoor wordt dagbesteding bij ambulante cliënten niet meer uit de zorgverzekering vergoed. Maar wie of wat dan wel? Aanbieders van dagbestedingen richten zich steeds vaker tot gemeenten, als uitvoerders van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar die zijn er in het geheel niet op voorbereid. Er zijn signalen dat gemeenten, hoe verschillend ook in hun Wmo-beleid er niet happig op zijn om de financiering van de dagbesteding op zich te nemen.

Op zijn site noemt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de verruimde Wet Langdurige Zorg (WLZ) als mogelijk alternatief. Probleem hierbij is echter dat gemeenten worstelen met de WLZ en vaak niet weten dat die is verruimd is naar psychische problemen.

Daar komt nog bij dat voor een beroep op de wet wel moeten worden aangetoond dat een cliënt langdurige (na-)zorg nodig heeft. Dat is vaak niet eenvoudig, immers een psychisch probleem is geen gebroken been dat met gemiddeld zes weken gips geneest. Het enige dat bij cliënten met ggz-problematiek vast staat, is dat een gat in de dagbesteding ernstige gevolgen heeft voor hun welzijn.

Dagbesteding is meer dan klaverjassen

Behandeling alleen maakt een cliënt met ernstige en complexe ggz-problematiek niet beter. Die ene sessie per week bij de psycholoog helpt wel, maar doet dat slechts ten dele. Minstens zo belangrijk is dat cliënten een dagelijks ritme hebben en niet in bed blijven liggen. Voor hun ontwikkeling zijn ze geholpen met diverse vormen van zinvolle dagbesteding, zoals werken op een zorgboerderij (belevingsgericht), het vergroten van zelfredzaamheid en zelfstandigheid door te leren koken of om te gaan met informatietechnologie (ontwikkelingsgericht) of stage te lopen (arbeidsgericht).

Op dagbesteding ontmoeten ze anderen (verbondenheid), doen ze leerervaringen op (competentie) en leren ze eigen beslissingen te nemen (autonomie). Dagbesteding komt tegemoet aan juist die psychologische basisbehoeften die volgens de Zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci bijdragen tot herstel en participatie. Vooral bij ambulante behandeling is dagbesteding van groot belang om te voorkomen dat cliënten sociaal geïsoleerd raken en wegzakken.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) onderschrijft het overheidsbeleid gericht op minder residentiële en vaker ambulante behandeling. Zij vindt dat ook mensen met psychische problematiek zoveel mogelijk zelfredzaam moeten zijn, zodat ze naar vermogen in de samenleving kunnen participeren. Omdat dagbesteding mensen terug in de maatschappij kan brengen, behoort de rijksoverheid de Zorgverzekeringswet aan te passen, aldus VNG. gemeenten.

Omdat het ministerie van VWS zich tot nu toe doof houdt voor de vragen van de gemeentelijke belangenclub ter zake, raadt zij haar leden aan om hun poot stijf te houden en de dagbesteding niet vanuit de Wmo te betalen.

Totdat de nieuwe minister van VWS, Ernst Kuipers, is ingelezen, zullen partijen elkaar in een wurggreep om de centen houden. Dit gaat onherroepelijk ten koste van mensen die het toch al moeite hebben om zich staande te houden. Kortom: Tweede Kamer, doe iets!

Peer van der Helm is lector aan de Hogeschool Leiden en bijzonder hoogleraar Onderwijs en Zorg aan de Universiteit van Amsterdam.

 

Foto: Anaya Katlego via Unsplash

 

Dit artikel is 3496 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (5)

  1. Ongelooflijk dat dit vanwege bezuiniging nu zo wordt gezien, dagbesteding is een belangrijk onderdeel van zinvol bestaan.

  2. De redenatie van Nederlandse gemeentes deugt van geen kant. Dagbesteding is in ieder geval voor de EPA groep cruciaal. Uit ervaring krijgen merendeels mensen uit de EPA groep deze dagbesteding. Dagbesteding zorgt er allereerst voor dat men opstaat. En dat is al ongelooflijk knap voor deze groep. Al het andere zoals ritme vriendschap afleiding en wat dies meer helpt deze groep de dag goed door te komen. Die afleiding zorgt dat een terugval minder snel gebeurt. Wat betreft het participatie traject leven de Nederlandse gemeenten op een andere planeet. Zonder goede hulpverlening is standhouden in een flatje voor de meesten in deze groep niet reëel. Het lijdt regelmatig tot overlast voor anderen. Als gemeenten bij hun standpunt blijven en deze vergoeding blijven weigeren hebben de gemeenten als het fout gaat geen enkel recht van spreken. Dat hebben ze dan zelf verspeelt. En dat met iets onzinnige als wensdenken.

  3. Er wordt al heel lang dagbesteding aangeboden vanuit de WMO en wlz, ook voor mensen met langdurige psychische problematiek. Dat is geen nieuws voor de gemeenten.

  4. Ik ben begeleider van een arbeidsmatige dagbesteding en ik ervaar elke dag hoeveel baat cliënten ervan hebben. Niet alleen direct middels structuur, sociale contacten (sommige cliëntenkomen anders letterlijk het huis niet meer uit), werkervaring opdoen e.d., maar vooral ook indirect. Door een stabiele dagbesteding zitten mensen lekkerder in hun vel, kunnen ze hun problemen makkelijker de baas, kunnen sommigen doorgroeien naar betaald werk of zelfstandig wonen.
    De werkdruk is in de loop der jaren echter zo hoog opgelopen door bezuinigingen, door onderwaardering vanuit de zorg en de overheid zelf en door de telkens veranderende en strengere afspraken met gemeenten, dat het voor het personeel nauwelijks meer vol te houden is. Erg jammer als de dagbesteding op zo’n manier ten onder gaat.

  5. De complexiteit voor het geven van dagbestedingen zijn door aanbestedingen van gemeentelijke overheden ook alsmaar groter aan het worden. Als van (zorg)instellingen A,B en C alleen instelling C de aanbesteding heeft ‘gewonnen’ en een cliënt van zorginstelling A een passende dagbesteding bij B wilt behouden of verkrijgen, krijg je de volgende situatie: Zorginstelling A moet haar cliënt aanmelden bij C. Die maakt afspraken met de gemeente. Zorginstellung C maakt vervolgens afspraken met zorginstelling A. Vervolgens kan zorginstelling A afspraken maken met zorginstelling B. B kan dan de dagbesteding aanbieden. Moet vervolgens verantwoording afleggen aan zorginstelling A die vervolgens weer verantwoording moet afleggen aan C en C weer aan de gemeente. Waar gaan we heen? Natuurlijk is het dan handiger om zorginstelling A en B maar te sluiten? Wel met alle gevolgen van dien.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *