De een heeft meer last van polarisatie dan de ander

Polarisatie baart burgers veel zorgen, maar raakt niet iedereen in gelijke mate, constateren SCP-onderzoekers Daan Beekers en Emily Miltenburg. Dit roept de vraag op voor wie en wanneer gepolariseerde discussies dichtbij komen.

‘Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt.’ Met deze slogan sluit SIRE (Stichting Ideële Reclame) met een nieuwe campagne aan op breed gedeelde zorgen over polarisatie. SIRE richt zich op de omgangsvormen in het debat en geeft mensen tips om escalatie en vijandigheid in onderlinge discussies te vermijden.

Die oproep is heel actueel. Eind vorig jaar publiceerden we een onderzoek naar de opvattingen van burgers over polarisatie. Hieruit blijkt dat driekwart van de Nederlanders denkt dat meningsverschillen over maatschappelijke kwesties steeds groter worden. Ook vinden veel Nederlanders de manier waarop we met elkaar samenleven al jaren een belangrijk maatschappelijk probleem. Ze maken zich bijvoorbeeld zorgen over onverdraag­zaamheid, korte lontjes en een gebrek aan dialoog.

Mensen noemen (sociale) media vaak als aanjager van polarisatie

Toch nuanceren onderzoekers het beeld van groeiende tegenstellingen en meningsverschillen. Waar en door wie wordt die polarisatie dan ervaren? En hoe dichtbij komt polarisatie eigenlijk? In ons rapport onderzochten we dit aan de hand van enquêtes en groepsgesprekken met burgers.

Vooral verslechterde omgangsvormen

Daaruit blijkt dat de zorgen vooral slaan op de toon en vorm van het debat. Meer dan inhoudelijke meningsverschillen gaat het veel mensen om hoe die meningsverschillen worden geuit. Ze noemen daarbij verslechterde omgangsvormen in het debat, verharding en onwil om er samen uit te komen. De oproep van SIRE om elkaar niet te verliezen door escalerende discussies raakt precies aan deze zorgen over de onderlinge omgang.

De vraag is dan wel of mensen daarbij denken aan discussies in hun directe omgeving of meer aan het maatschappelijk debat zoals ze dat via de media tot zich nemen. Het blijkt vooral om het laatste te gaan. Mensen kennen politici een belangrijke rol toe als het gaat om de verharding van het debat en ze noemen (sociale) media, Twitter in het bijzonder, vaak als aanjager van polarisatie.

Het wordt verzacht als je niet zelf bij een groep hoort’

In de directe leefomgeving zijn de ervaringen wisselender. In de groepsgesprekken merkten veel deelnemers op dat ze, uitzonderingen daargelaten, de verharding en verruwing minder meemaken binnen in hun eigen kring van familie, vrienden en collega’s. In hun ervaring gaan naasten meestal nog steeds fatsoenlijk met elkaar om. Ook gaven de deelnemers aan dat ze zich veelal met gelijkgestemden omgeven en dat ze onderlinge discussies over lastige kwesties vaak uit de weg gaan om conflicten met vrienden of familie te vermijden.

Tot welke groep je behoort speelt grote rol

Maar het maakt hierbij wel uit om wie en waarover het gaat. In onze groepsgesprekken werden thema’s als klimaat, asielzoekers en coronavaccinatie (de voorbeelden uit de SIRE-campagne) naast stikstof, gender en Zwarte Piet genoemd als hete hangijzers waar felle discussies over kunnen ontstaan. Tegelijkertijd merkten mensen op dat de kans op uit de hand lopende meningsverschillen niet zo groot is zolang deze thema’s je niet persoonlijk raken.

Zoals een 45-jarige vrouw in Tilburg het verwoordde: ‘Het wordt verzacht als je niet zelf bij een groep hoort’, want dan ‘kom je overal wel zo’n beetje mee weg en kom je overal wel doorheen’. Een gesprekspartner in dezelfde groep, een gepensioneerde man, zag ook wel verharding in de maatschappij, maar merkte berustend op dat het voor hem in zijn eigen leven ‘gewoon rustig door kabbelt’.

In de eigen huiskamer ervaart die burger de polarisatie meer op schermpjes dan met familieleden

Deze opmerkingen laten zien dat het voor mensen die zich met betrekking tot bepaalde onderwerpen in een meerderheidspositie bevinden (of die zichzelf – al dan niet terecht – als ‘neutrale’ buitenstaander beschouwen), gemakkelijker kan zijn om zich te onttrekken aan verhitte discussies over die onderwerpen. Als je daarentegen tot een groep behoort waar veel discussie over plaatsvindt, zoals transgenders, mensen van kleur, statushouders of boeren, kan het veel lastiger zijn om de discussie uit de weg te gaan. Met andere woorden: gepolariseerde discussies spelen zich meestal niet af op een gelijk speelveld.

Druk om een kant te kiezen

De wisselende ervaring van polarisatie in de eigen omgeving zien we ook bij de mate van ervaren positioneringsdruk: de druk die mensen ervaren om een kant te kiezen in maatschappelijke discussies. In discussies over polarisatie wordt vaak gesteld dat het door toenemend zwart-wit denken steeds moeilijker wordt om een genuanceerde tussenpositie in te nemen. Uit ons onderzoek blijkt dat ruim 40 procent van de Nederlanders zegt druk te ervaren om duidelijk stelling in te nemen over politieke thema’s.

We doen er goed aan tegengeluiden en meningsverschillen niet te snel polarisatie te noemen

Veel deelnemers aan de focusgroepen waren hier genuanceerd over. Ze vertelden dat wanneer ze weinig over een onderwerp weten, ze zich er ook niet over uit willen spreken. Ook hier bleek echter dat wanneer het dichterbij komt, bijvoorbeeld als mensen persoonlijk worden geconfronteerd met een kwestie, ze wel degelijk druk konden ervaren om een kant te kiezen. Het viel op dat dit in de groepsgesprekken vrijwel unaniem gold voor de coronacrisis. Die raakte iedereen, anders dan veel andere thema’s. Deelnemers vertelden dat discussies over met name vaccinatie ook in de persoonlijke sfeer tot spanningen hebben geleid.

Ongelijk speelveld

Welk licht werpen deze bevindingen nu op het huidige debat over polarisatie? Enerzijds tonen ze aan dat het belangrijk is om aandacht te vragen voor de manier waarop discussies gevoerd worden. Veel van de zorgen onder burgers gaan precies over de omgangsvormen en toon van het debat. De SIRE-tips om ‘elkaar niet te verliezen’ bieden wat dat betreft adequate spelregels om vergaande polarisatie te voorkomen.

Anderzijds laat het ongelijke speelveld, waarin polarisatie zich manifesteert, zien dat we verder moeten kijken dan een uniforme set spelregels voor ‘de burger’. In de eigen huiskamer ervaart die burger de polarisatie meer op de schermpjes van de telefoon en tv, dan met familieleden of anderen in hun naaste omgeving. En als het verhitte debat toch de dagelijkse leefwereld raakt, maakt het veel uit over wie en wat het gaat. Vooral bij kwesties waarbij discussies mensen persoonlijk raken, is het belangrijk aandacht te hebben voor dat ongelijke speelveld. Voor de een is het gemakkelijker ‘rustig doorkabbelen’ dan voor de ander.

We doen er daarbij goed aan tegengeluiden en meningsverschillen niet te snel polarisatie te noemen. Verschillen in opvattingen zijn er immers altijd en horen bij een democratie. En wanneer mensen sterk geraakt worden door een scherpe discussie, of het nou gaat over stikstof, lhbti+-rechten of het slavernijverleden, hoeft het ook niet verwonderlijk te zijn dat ze zich krachtig uitspreken.

Daan Beekers en Emily Miltenburg zijn onderzoekers bij het Sociaal en Cultureel Planbureau.

 

Foto: Jan Vašek via Pixabay