De Triple-A econoom bezoekt Prinsjesdag

De derde dinsdag van september is een mooie dag om zowel terug te blikken als vooruit te kijken. Vooruitblikkend is de Triple A-econoom van mening dat de economische crisis een oplossingsgericht geluid nodig heeft waarbij economische maatregelen een menselijk gezicht krijgen.

Dat het een politiek en economisch ingewikkeld jaar was mag geen verrassing heten. Het kabinet heeft de parlementaire gaten krampachtig proberen te dichten met polderakkoorden waarvan de status onduidelijk is en de inhoud kwestieus. Ondertussen hebben beide regeringspartijen last van interne strubbelingen en van historisch lage tussenstanden in de opiniepeilingen.

De commentatoren hebben ook een ongelukkige periode. Aan de ene kant staan de cynici, die niet schromen politici dom, lui of corrupt noemen. NRC-journalist Pieter van Os noemde hen zelfs ‘salonpopulisten’. Aan de andere kant van het spectrum opereren de cijferfetisjisten die met hun obsessie voor getallen en modellen de politiek richting lompe bezuinigingen duwen en daarmee de menselijke maat niet zelden naar de achtergrond drukken. Het debat tussen cynici en cijferfetisjisten levert weinig op.

De Triple A-econoom laveert tussen de cynicus en de cijferfetisjist

Vooruitkijkend heeft deze crisis een oplossingsgericht geluid nodig waarbij economische maatregelen een menselijk gezicht krijgen. In mijn volgende week te verschijnen boek introduceer ik daartoe de stijlfiguur van de ‘Triple-A econoom’ die in staat is te laveren tussen de cynicus en de cijferfetisjist. De Triple-A is een kwinkslag met serieuze ondertoon, want het heeft niets te maken met rating agencies. De Triple A-econoom gebruikt het gedachtegoed van Aristoteles, Thomas van Aquino en Adam Smith om oplossingen te bedenken voor hedendaagse problemen. Iedereen kan een Triple A-econoom zijn, van huiseconoom tot student, van journalist tot economieleraar.

Het is de taak van economen om te onderzoeken hoe schaarse middelen kunnen worden ingezet en het marktmechanisme in goede banen kan worden geleid. Economen kunnen hun werk alleen zinvol doen als duidelijk is dat het gehanteerde mensbeeld voldoende spoort met het daadwerkelijke gedrag van mensen, zodat analyses in de juiste maatschappelijke context plaatsvinden. Omdat gedrag wordt bepaald door het samenspel van individuele keuzes, mogelijkheden en context, hebben de economen vaker hulp nodig van andere wetenschappen dan ze tot nu toe wensen toe te geven en zijn discussies over ethiek onlosmakelijk verbonden met economie. Bij de ‘Triple-A’-filosofen was dit het geval, maar na Adam Smith is de belangstelling van economen voor ethiek naar de achtergrond gedrukt.

De objectieve toeschouwer in de ethiek van Adam Smith

Als Adam Smith wil duiden hoe een mens moet beoordelen of zijn gedrag goed is, komt hij met een trouvaille: ‘Als we ons eigen gedrag beoordelen, moeten we doen alsof we in de spiegel bekeken worden door een rechtvaardige en onpartijdige toeschouwer. (…) Dit is de enige manier waarop we in enige mate door de ogen van anderen naar onszelf kunnen kijken.’

Deze objectieve toeschouwer speelt een grote rol in de ethiek van Adam Smith. Het onmiskenbare voordeel van deze toeschouwer is dat hij altijd rekening kan houden met de context, met de vigerende sociale normen of met persoonlijke emoties die het handelen kleuren. Dit betekent dat een absoluut oordeel over juist of niet juist handelen in de meeste gevallen zinloos of onmogelijk is. Zijn objectiviteit zorgt ervoor dat de toeschouwer zich niet te veel identificeert met de persoon wiens handelwijze hij moet beoordelen, waardoor het oordeel eerlijk en evenwichtig is. Een ander voordeel van de stijlfiguur van de objectieve toeschouwer is dat die zowel tijdloos is als niet gebonden aan een locatie. Wat goed of slecht gedrag is, is in China mogelijk wezenlijk anders dan in Nederland, en was in Nederland in de Middeleeuwen heel anders dan nu. Voor die objectieve toeschouwer is dat geen probleem, want die beweegt gewoon mee.

De Triple-A econoom bedrijft economie met oog voor de menselijke maat

Anders dan de cynicus verwerpt de Triple A-econoom niet de inzichten die zijn opgedaan in de economische wetenschap, maar probeert hij ze in een relevantere maatschappelijke context te plaatsen. De oplossingen van de Triple A-econoom moeten de toets van de objectieve toeschouwer kunnen doorstaan. De drie filosofen zouden vanuit hun eigen gedachtegoed, maar met de kennis van nu, goedkeurend moeten knikken.

De Triple-A econoom is in staat burgers te inspireren omdat zijn (of haar) analyses oplossingsgericht en duurzaam zijn. De Triple-A econoom bedrijft economie met oog voor ethiek en de menselijke maat. In mijn boek analyseert de Triple-A econoom sleutelsectoren als de zorg, banken of het hoger onderwijs, kijkt over de grens (migratie en globalisering), heeft oog voor de menselijke maat (zelfreflectie en mededogen) en eindigt met de economie van schuld en vergeving met als voorbeeld Europa.

Als verbindend thema zien we iets opdoemen waar veel economen en politici mee worstelen, namelijk hoe solidariteit goed georganiseerd kan worden. Of het nu gaat over banken, pensioenen, zorg of de woningmarkt, de discussies draaien er altijd op uit hoe grote groepen burgers of consumenten goed bediend kunnen worden zonder dat dat de prikkels aantast. Een economie die te sterk leunt op prikkels, laat te grote groepen mensen economisch of sociaal aan de kant staan. Ze worden dan ongezond, werkloos of arm. Dit leidt tot instabiliteit en maakt de economie niet duurzaam. Omgekeerd, maatschappijen die te grote groepen pamperen, onderdrukken zelfredzaamheid, innovatie en economische dynamiek.

Het Triple-A denken kan Rutte helpen zijn optimisme van inhoud te voorzien

Aristoteles, Thomas van Aquino en Adam Smith geven ons het goede voorbeeld. Voor alle drie speelde solidariteit (of rechtvaardigheid) een grote rol, betrokken ze altijd ethische vragen expliciet in hun overwegingen en combineerden zij inzichten uit verschillende disciplines in een poging om zinvolle antwoorden te geven op maatschappelijke vragen.

De Triple-A econoom laat zich door deze filosofen inspireren en spoort lezers aan hetzelfde te doen. De Triple-A econoom haalt cijferfetisjisten uit hun comfortzone en spoort cynici aan met oplossingen te komen in de overtuiging dat alleen zo stappen gemaakt kunnen worden op weg naar een duurzaam kapitalisme.

Premier Rutte snakt naar een positieve boodschap, maar komt tot nu toe niet veel verder dan het roepen van Tsjakka. Het Triple-A denken kan hem een handje helpen om zijn vrolijk optimisme van inhoud te voorzien.

Marcel Canoy is hoofdeconoom van Ecorys en hoogleraar economie aan de Tilburg University. Zijn boek 'De Triple-A econoom, voorbij cijfers en cynisme’ verschijnt op 26 september bij uitgeverij Boom.