Het utopisch verlangen naar de doe-het-zelf samenleving

Moeten wij de overheid wantrouwen als zij burgerinitiatieven omarmt? En wil de burger wel zelfredzaamheid of toch liever regels? Vier advocaten van zelforganisatie verschilden daarover verrassend van mening tijdens een debat eind maart in het Rotterdamse Arminius: Justus Uitermark (hoogleraar Samenlevingsopbouw), publicist Jos van der Lans, Joke van der Zwaard (Leeszaal Rotterdam) en Wikimedia-voorzitter Jan Bart de Vreede.

Volgens hoogleraar Samenlevingsopbouw Justus Uitermark werken mensen minder natuurlijk samen dan sommige andere diersoorten: ‘In tegenstelling tot vuurvliegjes en mieren stemmen mensen hun gedragingen niet spontaan op elkaar af. Sterker nog, bij mensen zie je eerder conflicten ontstaan over hoe hun onderlinge samenwerking vorm dient te krijgen en wie welke rol behoort te spelen.’

Hoogleraar Justus Uitermark
 

Uitermark stelt dat de samenwerking tussen mensen niet zozeer spontaan als wel voorwaardelijk is. Hij geeft Wikipedia als voorbeeld. ‘Voor het beheer van de vrije, meertalige internetencyclopedie werken miljoenen vrijwilligers samen. Dat doen ze uit vrij wil en dat kunnen ze doen omdat er een infrastructuur is waarbinnen hun samenwerking kan gedijen. Die infrastructuur wordt verzorgd door een stichting  - Wikimedia Foundation - van 180 mannen en vrouwen in loondienst.’

De voorzitter van Wikimedia Foundation Jan Bart de Vreede vertelt wat de ondersteunende rol van de stichting inhoudt. ‘Wij zorgen er voor dat de servers in de lucht blijven en dat alle diensten beschikbaar zijn. Ook de fondsenwerving is ons pakkie-an. Wij voeren de “saaie” organisatorische taken uit, maar het zijn de

Wikimedia-voorzitter Jan Bart de Vreede

vrijwilligers die de koers en het beleid bepalen. Het strategisch plan van Wikipedia is geschreven door de vrijwilligers. Zij hebben bepaald waar we naar toe willen - kennis voor iedereen vrijelijk beschikbaar maken - en hoe we dat willen bereiken. Een van de problemen die het vastgestelde doel in de weg staan, is het kleine aantal vrouwelijke redacteuren.’

De Vreede vermoedt dat de gendergap het gevolg is van de oververtegenwoordiging van technologie in de lemma’s. ‘Als stichting willen wij dat gat in de komende jaren verkleinen.’

De wens van de stichting om meer vrouwen bij Wikipedia te betrekken staat volgens Uitermark haaks op het proces van zelfselectie. ‘Daarin is Wikipedia niet uniek. Het gebeurt regelmatig bij zelforganiserende gemeenschappen dat de leiding probeert de gemeenschap zo open mogelijk te houden. Vrijwilligers bekommeren zich daar minder om; zij hebben veeleer behoefte aan regulering.’

Joke van der Zwaard (Onderzoeker, Leeszaal Rotterdam West)

 

Joke van de Zwaard, een van de initiatiefnemers van Leeszaal Rotterdam West, knikt bevestigend bij Uitermarks opmerking over het samenspel van organisatie en vrijwilligers. ‘Bij de Leeszaal gebruiken Maurice Specht en ik onze macht “een klein beetje” om de vraag van vrijwilligers naar regels voor ons uit te schuiven. In de trant van: misschien kan het ook anders, we zullen er nog eens naar kijken.’

Brandende tuinhuisjes en toch een goed gesprek willen voeren

De vraag naar hoe, wanneer en waarom mensen dingen samen doen, is leidend voor de diverse onderzoeken die studenten van Uitermark in Rotterdam hebben verricht. ‘In de Leeszaal maar ook bij de buurttuinen van Creatief Beheer komen mensen samen op open plekken in buurten waar harmonie niet vanzelfsprekend is. Netwerkanalyse leert dat er bij deze buurtinitiatieven mensen zijn die als een knooppunt tussen de verschillende groepen fungeren. Het zijn mensen die onder anderen bemiddelen bij conflicten tussen buurttuiniers en buurtkinderen. Hun bemoeienis werkt vaak beter dan regels. Desondanks is er de voortdurende neiging van het gros van de vrijwilligers om regels op te stellen. Een goede organisatie, zoals de Wikimedia Foundation, weet die neiging van de vrijwilligers te onderdrukken.’

Van der Zwaard wijst erop dat dit niet zonder conflicten gepaard gaat. ‘Als ik zeg dat iedereen vrijwilliger bij de Leeszaal kan worden, reageren vrijwilligers met de opmerking: Joke, je moet echt niet iedereen aannemen hoor. Zij vinden bijvoorbeeld dat er criteria moeten gelden voor het gastheerschap. Maar ik vind dat je dat gaandeweg kunt leren.’

Uitermark weet van de Creatief Beheer-buurttuinen dat dat tot fikse conflicten kan leiden: ‘Als jongeren ze voor kankerhoer uitmaken,

Justus Uitermark en Jan Bart de Vreede

 

uitgedeelde bloembollen via het luchtruim linea recta bij hen terugbezorgen of hun tuinhuisje in brand steken, dan is het voeren van een goed gesprek niet het eerste waar de vrijwilligers bij Creatief Beheer aan denken. Dan willen ze regels stellen. Punt is echter dat je niet elk probleem met regels kunt oplossen. En dan heb ik het nog niet eens over het handhaven ervan. Ondanks het wangedrag van rotjochies, en dat mag je gerust opmerkelijk noemen, blijft Creatief Beheer zich verzetten tegen de regeldrift die zo kenmerkend is voor onze samenleving.’

Lijkt zelfbeheer op activisme uit de jaren ’70?

Aversie tegen regelzucht, tegen de stroom ingaan: het zijn eigenschappen die Creatief Beheer en de Leeszaal gemeen hebben met de sociale bewegingen uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. Uitermark: ‘Dat is geen toeval want ze er komen rechtstreeks uit voort. De beweging van krakers en feministen en iedereen daartussen had zelforganisatie, nog voordat het woord was uitgevonden, hoog in het vaandel staan. We spreken dan overigens wel van een ander, provocatief type zelforganisatie dan de brave zelforganisaties van nu. De laatsten zijn zelfs zo braaf dat ze onderdeel zijn geworden van een overheidsprogramma.’

Joke van der Zwaard vindt dat Uitermark overdrijft. ‘Ook de activistische Aktiegroep Het Oude Westen heeft altijd een zekere dubbelheid vertoond: enerzijds protesteerde en verzette zij zich tegen het overheidsbeleid en anderzijds organiseerde zij met behulp van diezelfde overheid voorzieningen en ondersteuning van groepen. Ik zie eerlijk gezegd geen groot verschil tussen toen en nu.’ Deemoedig erkent Uitermark het gedeeltelijke gelijk van Van der Zwaard. ‘Over het Oude Westen in Rotterdam kan ik het alleen maar met je eens zijn; jij bent er ten slotte al veertig jaar actief. Laat ik het dan zo zeggen: in zijn algemeenheid is het zo dat de huidige burgerinitiatieven een braver karakter hebben dan ongeveer veertig jaar geleden en dat de overheid eerder klaar staat om ze te omarmen. Bovendien willen burgers nu ook omarmd worden.’

Van der Zwaard vindt niet dat je in zijn algemeenheid kunt zeggen dat zelforganisaties omarmd willen worden. ‘Of ze dat willen, hangt af van het onderwerp en van de manier waarop. De Leeszaal bijvoorbeeld huivert om met de overheid in zee te gaan, want we vrezen dat de gemeente dan zegt: zie je wel de bibliotheek kan weg want er komt iets anders en beters voor terug. Onze terughoudendheid richting overheid is een vorm van kritiek en heeft weinig met braafheid te maken.’

Jos van der Lans

 

Cultuurpsycholoog en ‘sociaal doe-het-zelver’ Jos van der Lans ziet evenals Uitermark wel grote verschillen tussen de sociale beweging van de jaren ‘70 en de zelforganisaties van nu. ‘Het symbool van de krakersbeweging was een koevoet, een gereedschap waarmee ze zowel letterlijk als figuurlijk toegang forceerde. Thans, in antwoord op de crisis van het huidige systeem, zetten burgers zelf organisaties op om voorzieningen te bieden. Al die diverse, vooral lokale, initiatieven dagen het oude, niet meer functionerende systeem uit en geven een nieuwe richting aan. Maar dat doen ze wel op een andere manier dan de krakers vroeger.’

Uitermark wantrouwender dan Van der Lans

Uitermark mist in de analyse van Van der Lans aandacht voor andere tendensen die zich ook voordoen. ‘Mensen willen weliswaar meer vrijheid en zeggenschap, maar eisen tegelijkertijd dat de staat streng optreedt tegen wetsovertreders. De hang onder de bevolking naar regels en handhaving is de afgelopen decennia eerder groter dan kleiner geworden. En ik voorzie dat dat in de toekomst niet veel anders zal zijn. De grote, fundamentele breuk waarover jij spreekt Jos, zie ik eerlijk gezegd niet optreden. Er is veeleer sprake van een opportunistische omarming van burgerkracht.’

Jos van der Lans preciseert: ‘Ik heb het niet over een revolutionaire omwenteling waarbij alles in een klap anders wordt. De rol van de overheid verandert niet wezenlijk: ze blijft de bewaker van inclusiviteit en rechtsgelijkheid. Maar wat je nu wel ziet, is dat de kritiek op de bestaande instituties geleidelijk leidt tot een verandering in de omgangsvormen tussen burgers en grootschalige instellingen.’

Uitermark snapt de kritiek op grootschaligheid niet. ‘Op zich is er weinig mis met grootschaligheid; stel je voor dat je elke keer persoonlijk met een ambtenaar te doen krijgt als je iets van de overheid of een corporatie wilt. Maar de instituties zijn ontspoord op het moment dat managers in het spel kwamen. Jij, Jos, bestempelt de opkomst van burgerkracht als een reactie op die heel bepaalde grootschaligheid. Maar die grootschalige instituten die jij zo bekritiseert, staan wel vooraan in de rij om de burgerinitiatieven te omarmen. Nota bene de overheid heeft er zelfs beleid van gemaakt dat burgers zelfredzaam moeten zijn. Ik vertrouw die beweging niet, jij bent daar veel te naïef in. Grote instellingen moeten volgens mij vooral blijven doen waar ze goed in zijn: zorgen voor de basisvoorzieningen. Als ze zich gaan bemoeien met lokale burgerinitiatieven en burgerkracht dan zullen er perverse effecten optreden, zoals die nu al in de zorg te zien zijn.’

Uitermark, Van der Lans en De Vreede

 

Van der Lans vindt het wantrouwen van Uitermark niet terecht. ‘Wanneer de overheid zegt het burgerinitiatief meer te willen belonen en minder vanuit het beleid te willen denken, dan is dat toch niet iets om te wantrouwen? Daarmee zeg je in feite dat de overheid die radicale omslag niet kan maken. Dat is in strijd met de ervaringen van, jawel ook hier, de jaren ’70. Het stedenbouwkundige beleid om steden te vernieuwen door buurten plat te gooien, werd onder druk van bewoners in nauwe samenwerking met gemeenteambtenaren, omgezet in bouwen voor de buurt. Dat was toch geen foute gedachtegang? Dus waarom noem je de stimulans van burgerkracht door de overheid dan een opportunistische manier om de zaken geheel naar eigen hand te zetten? Dat is toch een poging om samen een nieuwe weg te vinden? Daarin een complot vermoeden, lijkt mij een tamelijk onhoudbaar standpunt.’

Uitermark: ‘Ik heb niet beweerd dat de overheid per definitie de grote boosdoener is, maar ik ben wel iets wantrouwender dan jij. Bouwen voor de buurt is ten slotte wel afgedwongen door de burger, tegen het bestaande beleid van de overheid in. En dat zie je nu veel minder: dat burgers zeggenschap afdwingen. Neem de grote decentralisaties die op stapel staan: je kunt toch niet volhouden dat dit het beleid dichter bij de burger brengt? Hij heeft er ook niet om gevraagd, het wordt gewoon over zijn hoofd uitgerold.’

Joke van der Zwaard en gespreksleider Arie Lengkeek

 

Ook Joke van der Zwaard heeft zo haar bedenkingen tegen het ‘blijmoedige’ beeld dat Jos van der Lans heeft van de overheid en burgerkracht. Van der Zwaard: ‘De overheid vindt projectjes leuk, maar denkt heel weinig na over de voorwaarden waaronder die floreren. In het Oude Westen van Rotterdam zijn bijna alle plekken waar mensen elkaar tegen kunnen komen wegbezuinigd en wordt het welzijnswerk via aanbesteding georganiseerd. Dat is niet de geëigende manier om lokale initiatieven te ondersteunen. Dat is overigens eerder een teken van onverschilligheid dan het uitvloeisel van een vooropgezet plan.’

Uitermark besluit: ‘Het verlangen naar utopia is legitiem en interessant, maar onhaalbaar vanwege het grote gevaar op uitsluiting en ongelijkheid. Dat neemt niet weg dat een samenleving mensen moet  stimuleren uit vrije wil mee te doen. Wikipedia is wat dat betreft een prima metafoor.’

Verslag: Jan van Dam, redacteur van socialevraagstukken.nl

 

 

Moeten wij de overheid wantrouwen als zij burgerinitiatieven omarmt? En wil de burger wel zelfredzaamheid of toch liever regels? Vier advocaten van zelforganisatie verschilden daarover verrassend van mening tijdens een debat eind maart in het Rotterdamse Arminius: Justus Uitermark (hoogleraar Samenlevingsopbouw), publicist Jos van der Lans, Joke van der Zwaard (Leeszaal Rotterdam) en Wikimedia-voorzitter Jan Bart de Vreede.