Als kind rookte ik dagelijks mee. Mijn vader rookte twee pakjes per dag, ook in de auto. Met het raampje open probeerde hij te voorkomen dat ik misselijk werd, maar de geur en rook waren onvermijdelijk. Op de middelbare school werd roken als stoer gezien. Voor de ingang stonden groepjes jongens en meiden te roken, en in de kelder van de school mocht je zelfs roken en blowen. Ik vond het een fascinerende plek, maar heb zelf nooit gerookt.
Stagnatie
Tot 2019 waren we op de goede weg naar een rookvrije generatie. Roken werd steeds minder geaccepteerd. Tijdens mijn stage rond 1990 werd er nog volop gerookt op het werk. Ik herinner me dat ik toetsenborden moest uitkloppen omdat collega’s erboven rookten. Dat is nu ondenkbaar.
Ook hoef ik na een concert of dansavond mijn haar niet meer meteen te wassen vanwege de rooklucht. Roken werd steeds minder aantrekkelijk, en ik had medelijden met studenten die in de pauze snel naar buiten renden voor hun nicotineshot. Op de universiteitscampus was roken immers verboden, waardoor ze minstens vijf minuten moesten lopen voor een sigaret.
Vapen is aantrekkelijk door promotie van influencers en Hollywoodsterren
Cijfers van het Trimbos-instituut laten zien dat de daling in roken onder jongeren is gestagneerd met de komst van vapes. In 2003 had 44 procent van de scholieren van 12 tot 16 jaar ooit gerookt, in 2017 was dat nog maar 17 procent. In 2023 bleef dat percentage vrijwel gelijk op 16 procent.
Vapen is aantrekkelijk door promotie van influencers en Hollywoodsterren. In de film Babygirl bijvoorbeeld wordt het hoofd van Nicole Kidman op hol gebracht door de dertig jaar jongere en voortdurende vapende Harris Dickinson. De droom van een rookvrije generatie wordt bedreigd door de populariteit van vapes.
Instapmodel
Hoe kunnen we jongeren ervan weerhouden te gaan vapen? Wat doet vapen met hun gezondheid? Kunnen we dezelfde mechanismen die hen aanzetten tot vapen, gebruiken om gezond gedrag te stimuleren? Op 12 mei 2025 start een voorlichtingscampagne om ouders bewust te maken van de gevaren van vapen. Maar hoe groot is hun invloed nog? Leeftijdsgenoten spelen een veel grotere rol.
Veel vapende jongeren stappen in de bovenbouw over op sigaretten
Steeds meer jongeren beginnen al in de onderbouw met vapen. Veel vapende jongeren stappen in de bovenbouw over op sigaretten. Roken wordt namelijk weer als stoer gezien. Vapen fungeert als instapmodel voor nicotineverslaving en ondermijnt het antirookbeleid.
Onderzoek van het Trimbos-instituut laat zien dat zeker een kwart van de 12- tot 16-jarigen ooit een e-sigaret heeft geprobeerd, 14 procent deed dat in de afgelopen maand en 4 procent vapet dagelijks. Bij jongeren van 18 tot 21 jaar zijn deze percentages nog hoger. Meisjes en vmbo-leerlingen vapen relatief veel. Daarnaast speelt ongelijkheid een rol: in armere wijken is de drempel om te roken lager door het grotere aantal verkooppunten, terwijl stoppen juist moeilijker is. Dit vergroot de gezondheidskloof.
Cruciaal
De overheid investeert 3 miljoen euro in de strijd tegen illegale e-sigaretten, maar de impact blijft beperkt. Hoewel smaakjes sinds januari 2024 verboden zijn, blijven ze via buitenlandse webshops en sociale media eenvoudig verkrijgbaar. Ondertussen groeit het aantal jongeren dat verslaafd raakt aan nicotine.
Rokers ademen zware metalen in, die gaten in de longen kunnen veroorzaken
Nicotine kaapt het beloningssysteem van het tienerbrein. Binnen 7 seconden na inhalatie bereikt het de hersenen en stimuleert het een golf van dopamine, waardoor het brein steeds meer wil. Jongeren hebben een sterk gaspedaal – hun dopaminesysteem – maar nog geen goed werkende rem op impulsief gedrag. Geef een 13-jarige een vape en de verslavingsmechanismen slaan op hol.
Vapen is schadelijker dan vaak gedacht. Rokers ademen zware metalen in, zoals lood en tin- die gaten in de longen kunnen veroorzaken. Daarnaast verhoogt vapen het risico op slaapproblemen, longontstekingen, blijvende hersenschade en epileptische aanvallen door de enorme hoeveelheid nicotine: één vape staat gelijk aan twee pakjes sigaretten.
Het doel van een rookvrije generatie in 2040 raakt steeds verder uit zicht. Om die ontwikkeling te keren, is strengere wetgeving cruciaal. Oftewel, accijnzen moeten omhoog, smaakjes moeten ook in buurlanden worden verboden en het aantal verkooppunten moet drastisch omlaag.
Peer leaders
Sociale invloed binnen vriendengroepen speelt een grote rol bij het vapen. Onderzoek laat zien dat adolescenten sneller beginnen als er vapers in hun netwerk zitten, maar deze invloed is vooral sterk bij jongeren onder de 15. Vaak zijn het de populaire leerlingen die vapen, en meedoen kan een manier zijn om status te verwerven.
Om vapen te voorkomen, is ingrijpen in de brugklas cruciaal. Niet beginnen is veel makkelijker dan stoppen. Eerder onderzoek naar sociale invloed op roken toonde dit ook aan.
Steeds vaker richten interventies in de adolescentie zich op invloedrijke jongeren binnen een vriendengroep. Ongeveer 10 tot 15 procent van de leerlingen zijn zulke peer leaders. Onder begeleiding van een getrainde volwassen adviseur volgen zij een workshop over de risico’s van vapen en leren ze hoe ze hun vrienden kunnen beïnvloeden. Daarna voeren ze campagnes uit, zoals presentaties en vlogs, om normen tegen vapen te versterken. Onderzoek toont aan dat jongeren van 13 of 14 jaar met peer leaders in hun netwerk minder vaak gaan vapen.
Jongeren reageren beter op bezorgde dan op controlerende ouders
Ouders spelen een belangrijke rol. Bijna allemaal bespreken ze vapen met hun kind. Rokende ouders zijn vaak minder streng, terwijl de meeste anderen het verbieden. Toch werken sociale normering en bewustwording beter dan een verbod om jongeren te helpen stoppen. Belangrijk is oprechte interesse. Waarom vapen ze? Wat vinden ze fijn? Wat kost het? Willen ze stoppen? Jongeren reageren beter op bezorgde dan op controlerende ouders. Door zorgen over gezondheid, energie en concentratie te delen zonder te preken, vergroten ouders de kans op een open gesprek.
Om vapen effectief terug te dringen, moet de overheid een duidelijke koers bepalen. De oplossing ligt niet alleen bij ouders. We staan daarbij op een kruispunt: grijpen we in met peer leaders en strengere regelgeving, of accepteren we een dampende generatie?
René Veenstra is hoogleraar sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek richt zich op de theoretische en empirische uitwerking van sociale normen en netwerken in de ontwikkeling van pro- en antisociaal gedrag. Meer lezen: www.rene-veenstra.nl.
Foto: Vinh Chếvia Pexels.com