INTERVIEW Femke Kaulingfreks: ‘Repressie is maatwerk’

In reactie op de coronarellen van afgelopen weekend wordt om het hardst geroepen om repressie. Femke Kaulingfreks, lector Jeugd en Samenleving bij hogeschool Inholland, bepleit een andere aanpak: laat jongeren meepraten, voer het pedagogische gesprek met ze over solidariteit. En richt repressie vooral niet op de meelopers.

Het valt op dat de verklaring voor de rellen wordt gezocht in het vuurwerkverbod, niet naar de kroeg en voetbal kunnen, 2G, etc. Hoe zie jij dat?

Femke Kaulingfreks

‘Het is nooit een eenduidig verhaal. De mensen die hier bij betrokken waren zijn heel divers en hun redenen ook. Het vuurwerkverbod, 2G, gebrek aan vertrouwen in de overheid enzovoort spelen allemaal mee. In Rotterdam waren er ook volwassenen aanwezig die vanuit een intentioneel plan de openbare orde wilden verstoren, vanuit een wens om de democratie te ondermijnen, gemotiveerd door extreemrechts gedachtengoed. Het meest excessieve geweld kwam vermoedelijk daarvandaan. Maar er zijn ook veel jongeren die helemaal niet zulke ideeën hebben, en wel boos zijn op de overheid en uit sensatie meelopen en met vuurwerk gooien. Dus dan krijg je een beeld van de lont in het kruitvat die wordt aangestoken door mensen die de rechtstaat willen ondermijnen en daarnaast jongeren die mee gaan lopen.’

Wat weten we verder over de jongeren die meededen aan de rellen?

‘De onvrede is steeds breder gedeeld. Tot voor kort ging het vooral om jongeren in zogenaamde kwetsbare wijken van de grote steden, deels met een migratieachtergrond. Nu zien we dat ook in kleinere gemeenten wordt gereld, ook door witte jongeren. Over het algemeen denk ik dat het gaat om jongeren uit lagere sociaaleconomische klassen die te maken hebben met kansenongelijkheid, die het gevoel hebben te weinig invloed op hun levensomstandigheden te hebben, ook op Urk. Het is gebrek aan agency; het vermogen om invloed te hebben op de beslissingen die jou aangaan en om actief je eigen leven, maar ook de wereld om je heen vorm te geven.’

De aanpak wordt in repressie gezocht, daders snel voor de rechter brengen…

‘Dat is heel kortzichtig en eenzijdig. Je straft de meest kwetsbaren want die laten zich het makkelijkst pakken. Dat zagen we ook bij de avondklokrellen. Die jongeren druk je dan nog meer in de marge, met het risico dat ze eerder foute dingen gaan doen. Ik snap wel dat je als minister zegt “dit tolereren we absoluut niet”, maar je moet ook op zoek naar die voedingsbodem. En als je dat niet wilt, dan is dat niet alleen ethisch niet oké, maar ook heel dom. Het werkt niet om rellen in de toekomst te voorkomen en vergroot het gebrek aan vertrouwen in de overheid. Jongeren zien dan alleen een repressieve overheid die hen controleert en geen verzorgingsstaat die hen ook ondersteunt in moeilijke tijden. Net zoals de toeslagenaffaire - ook al hebben ze daar zelf geen last van - kleurt dat hun beeld van een overheid die ongelijkheid in de hand werkt. ‘

Wat voor beleid heeft wel oog voor de agency van jongeren?

‘Investeren in de mensen op lokaal niveau: in de jongerenwerkers, straathoekwerkers, opbouwwerkers, de wijkagent, al die frontliniewerkers die de representant zijn van de overheid en direct in contact staan met de jongeren, en die met hen in gesprek gaan over hun twijfels. De mensen dus die nìet zeggen dat je een idioot bent als je je niet laat vaccineren, maar vragen naar je beweegredenen. En die ook het gesprek aangaan over een thema als solidariteit. Jongeren zijn grootgebracht met ‘eigen kracht’ en dat je het zelf moet doen, en toen kwam die coronacrisis, en moesten ze opeens solidair zijn. Maar die solidariteit heeft geen inhoud als het alleen maar lijkt te betekenen dat je je aan de regels moet houden. We moeten het pedagogische gesprek met jongeren voeren over wat solidariteit echt inhoudt. Wat betekent het om onderdeel te zijn van een gemeenschap, wat hoort daarbij? Een minister of burgemeester moet dat gesprek ook voeren. Ga eens op bezoek in de gemeenten en wijken waar het onrustig is en vraag wat jongeren daar dwars zit! Geef jongeren energie door ze mee te laten praten over beleid. En doe dat niet alleen met een coronadenktank van hoog opgeleide jongeren. ‘

Je was redacteur van het boek Sociaal weerwerk, over politiserend sociaal werk, en bepleit in een hoofdstuk met Sebastian Abdallah ook conditieverbetering, verbetering van de omstandigheden van jongeren. Speelt dat hier ook een rol?

‘Zeker. Jongeren die veel te verliezen hebben en opgroeien in een rijkere omgeving zullen niet zo snel met stenen en vuurwerk gooien. Maar jongeren die niet zo’n goed toekomstperspectief hebben en uitzichtloosheid ervaren, proberen snel sociale status te halen uit iets stoers doen. Zij proberen street credibility uit een aanvaring met de politie te halen, omdat ze die status niet ergens anders aan kunnen ontlenen. Daarom moet je inzetten op conditieverbetering. Op goede ondersteuning op school, veel mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding, op een leuke stage kunnen vinden, een goede bijbaan. Dat draagt allemaal bij aan je serieus genomen voelen en genoeg rolmodellen hebben is ook belangrijk. Jongeren zijn ook niet gek, die zien echt wel de verschillen in de samenleving.’

Pieter Tops vindt dat jongerenwerk veel meer hand in hand moet gaan met repressie. Jongerenwerkers moeten de politie zien als bondgenoot in hun werk. Repressie is ook een vorm van contact maken.

‘Maar dan zou ik zeggen dat niet de jongerenwerker dat moet doen, maar de wijkagent. Die jongerenwerker heeft niet voor repressie gestudeerd, dat is niet haar of zijn expertise. Jongerenwerkers kunnen wel samenwerken met de politie en aanwijzen wie een meeloper is en wie een aanstichter, maar ze kunnen niet zelf repressie uitoefenen. Ze moeten natuurlijk strafbare feiten melden maar je kunt niet verwachten dat ze allerlei informatie over iedereen gaan delen. Hun taak is een vertrouwensband op te bouwen met jongeren. Repressie moet ook heel gericht zijn. Dat is vaak niet zo, dan wordt het bijvoorbeeld preventief fouilleren in een heel gebied, en dat kan leiden tot etnisch profileren, en dan treft het heel veel onschuldige jongeren. Het is veel efficiënter om repressie heel specifiek te richten op jongeren die in criminele netwerken zitten of die aanstichters zijn van geweld op sociale media, in plaats van op een hele wijk of vriendengroep. Dat is maatwerk. Je moet dus niet roepen dat iedereen die bij die rellen was crimineel is en een hoge straf verdient. Iemand die alleen iets doms heeft gedaan en getroffen wordt door die repressie, dat is niet echt efficiënt.’

Dit is een bijdrage van de redactie van Socialevraagstukken.nl. Het jaarboek van Sociale Vraagstukken, waarvan Femke Kaulingfreks een van de auteurs was, kunt u hier bestellen.

Lees ook:

Het diepere verhaal van rellende jongeren en het jongerenwerk – Sociale Vraagstukken

Rellende jongeren zijn van ons allemaal – Sociale Vraagstukken

Foto: Alex McCarthy via Unsplash