Economische groei als maatschappelijk ideaal loslaten

Decennia van economisch groeidenken hebben mens, dier en planeet veel schade toegebracht. Ook de in toenemende mate beleden ‘groene groei’ doet meer kwaad dan goed, toont sociaal geograaf Karolien van Teijlingen. Zij stelt een radicaal alternatief voor – degrowth.

Een halve eeuw na het bekende Grenzen aan de Groei-rapport van de Club van Rome is het debat over een onbegrensde groei op een eindige planeet urgenter dan ooit. Want in de tussentijd hebben we er helaas meer problemen bijgekregen dan dat we opgelost hebben: toenemende klimaatverandering, duizelingwekkende afname van biodiversiteit, een verbroken stikstofcyclus, voortschrijdende ontbossing, vervuiling door ‘eeuwige chemicaliën’ (PFAS) en verzurende oceanen. Ook op sociaal vlak zijn er, onmiskenbare verbeteringen daargelaten, groeiende zorgen ten aanzien van aanhoudende gezondheidsproblemen, ongelijkheid en uitbuiting.

Groei is goed?

In het meeste wetenschappelijk onderzoek over deze sociale en ecologische crises worden economische groei en consumptie aangewezen als de belangrijkste oorzaken. Toch is het stimuleren van economische groei decennialang de heersende beleidskoers, waarbij het bruto binnenlands product (bbp) nog steeds geldt als zaligmakende maatstaf voor een ‘succesvolle’ economie.

Kritische economen zijn dit blinde geloof in groei growthism, oftewel groei-isme, gaan noemen. Aan de basis ligt het (neoliberale) idee dat groei als ware het een natuurwet tot vooruitgang leidt. Financiële prikkels zouden mensen namelijk aanzetten tot innovatie, en innovatie betert ons leven. Kortom, groei is per definitie goed.

We zadelen andere landen met een groot deel van de milieuschade op

Aangezien de milieucrises niet meer te ontkennen zijn, zetten echter meer en meer wetenschappers en politici hun vraagtekens bij ongebreidelde economische groei. Zelfs The Economist kopte onlangs dat men in het Westen niet meer verliefd is op groei. Dat het groei-isme tanend is, lijkt mij goed nieuws. Maar hiermee is de kous nog niet af. Want wat is het alternatief?

Groei-isme in een groen jasje

Veel economen, ecomodernisten, overheden en bedrijven zien ‘groene groei’ als een goed alternatief. Economische groei kan, zeggen zij, zolang deze maar wordt losgekoppeld van haar ecologische voetafdruk. Sterker nog, zij menen dat economische groei een voorwaarde is om groen te worden. Want enkel bij welvaart kan er worden geïnvesteerd in milieuwetgeving, handhaving en schone technologie.

Als bewijs voeren de ecomodernisten rijke, westerse landen zoals Nederland op als rolmodellen. Hier is de lucht- en waterkwaliteit immers notoir beter, is het biodiversiteitsverlies het laagst en komt er meer bos bij dan dat er gekapt wordt. Ook de Nederlandse CO2-emissies – die sinds de eeuwwisseling dalen, terwijl de economie doorgroeide – worden aangehaald als bewijs dat oneindig groeien op een eindige planeet mogelijk is.

De mythe van de groene groei

Er zitten echter heel wat haken en ogen aan dit betoog. Zo is Nederland als je verder kijkt dan CO2-emissies helemaal geen voorbeeld van ontkoppeling. Volgens een recent rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving is het Nederlandse grondstoffengebruik de afgelopen tien jaar juist een paar procent gestegen. Het landoppervlak dat nodig is om de Nederlandse economie draaiend te houden, is zelfs met 8 procent toegenomen.

We moeten op zoek naar een denkkader voor leven ná de groei

Bovendien wordt veel van de impact van de Nederlandse economie en consumptie geëxporteerd. Die 8 procent toename in landgebruik vond geheel buiten Nederland plaats, net als de 10.000en hectaren bos die jaarlijks gekapt worden voor onze consumptie. Dit is ook het geval voor 57 procent van het biodiversiteitsverlies dat onze consumptie veroorzaakt, en voor 90 procent van onze watervoetafdruk.

Zo bezien is het dus nogal logisch dat we de milieukwaliteit binnen Nederland goed houden, want we zadelen andere landen met een groot deel van de milieuschade op. Dit zijn vaak ook nog eens landen in het globale zuiden, waardoor koloniale machtsrelaties in stand worden gehouden.

Ten slotte is de Nederlandse ecologische voetafdruk nog steeds veel te hoog. Nederlanders consumeren gemiddeld drie tot vier keer meer dan er per wereldburger beschikbaar is. Voor andere ecomodernistische ‘voorbeeldlanden’ ligt dit nog veel hoger. Dit is onhoudbaar en onrechtvaardig, en maakt die borstklopperij over westerse landen als rolmodellen behoorlijk misplaatst en wetenschappelijk onbewezen.

Degrowth: een radicaal andere manier van leven en samenleven

Voor een echt leefbare en eerlijke planeet moeten we (met name in het Westen) het groei-isme afzweren en op zoek naar een denkkader voor leven ná de groei. Degrowth is zo’n denkkader. Degrowth staat voor een radicaal andere manier van leven en samenleven, waarbij economische groei als maatschappelijk ideaal wordt losgelaten. Het betreft absoluut géén recessie, zoals veel mensen denken. Degrowth is een geplande en democratische transitie naar andere economie die de basisbehoeften en het welzijn van mensen (én niet-mensen) centraal stelt, maar binnen ecologische grenzen blijft.

De voorstellen die tot degrowth moeten leiden zijn zeer divers, maar bieden een aantrekkelijk vergezicht. Veel sturen af op een gelijke en rechtvaardige samenleving, door middel van radicale herverdeling en het instellen van een maximumloon naast een minimumloon. Productie van goederen moet zich richten op het menselijke welzijn in plaats van op luxeconsumptie die het BBP opstuwen. Deze goederen hebben een lange levensduur, kunnen gemakkelijk (zelf) gerepareerd worden en worden bij voorkeur geproduceerd door coöperatieve ondernemingen en binnen lokale productieketens.

 Al met al een stuk eerlijker dan het huidige, op groei gebaseerde systeem

Principes van de deeleconomie en vormen van collectief eigendom (de commons) moeten worden gestimuleerd. Universele toegang tot publieke voorzieningen als voedsel, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs wordt gegarandeerd, zonder winstoogmerk. De werkweek is korter, waardoor mensen tijd krijgen voor het zorgen voor naasten en het deelnemen in gemeenschapsprojecten. Dit alles wordt bevorderd door een combinatie van overheidsingrijpen en lokale autonomie, met veel ruimte voor burgerinitiatieven en directe democratie.

Er zijn al heel veel initiatieven die de principes van degrowth toepassen. Zo zijn er actiegroepen die ecologische grenzen verdedigen en het groei-isme aanvechten, maar ook zorgcoöperaties, repair-cafés, wooncollectieven, community-supported agriculture en broodfondsen. Stuk voor stuk voorbeelden waarbij coöperatie en solidariteit in het voorzien van basisbehoeften voorop staan.

Lonkend en rechtvaardig toekomstperspectief

Voor een aantal economische sectoren en bevolkingsgroepen zal het loslaten van groei mogelijk ontwrichtend zijn. Sociale rechtvaardigheid moet dan ook centraal staan bij een transitie naar degrowth. De grootste ‘offers’ zullen echter moeten worden gebracht door een relatief kleine groep, namelijk de 1 tot 10 procent allerrijksten die verreweg de meeste milieuschade veroorzaken. Daar staat tegenover dat het algemene welzijn er flink op vooruitgaat. Al met al een stuk eerlijker dan het huidige, op groei gebaseerde systeem van grote sociale ongelijkheid, klimaatverandering en uitputting van de aarde dat ook al ontwrichtend is, maar dan vooral voor de allerarmsten.

Degrowth wordt door sommigen afgeschilderd als totalitair en onvrij, maar het tegendeel is waar

Degrowth wordt door sommigen afgeschilderd als totalitair en onvrij, maar het tegendeel is waar. Degrowth promoot directe democratie, autonomie en méér vrije tijd. En laten we eerlijk zijn: het huidige (groene) groei-isme schept wellicht vrijheden voor de happy few, maar die zijn voor velen niet weggelegd. Deze ‘vrijheden’ gaan bovendien ten koste van de planeet, dus is die vorm van vrijheid dan wel zo wenselijk?

Al met al is degrowth een lonkend en rechtvaardig toekomstperspectief dat snel dichterbij kan komen als we ons loswrikken uit het (groene) groei-isme en we radicaal anders gaan denken én doen. Het is een alternatief waarmee we elkaar over nog eens vijftig jaar in de ogen kunnen kijken en zeggen: er is leven na de groei, en het is prachtig.

Karolien van Teijlingen is postdoc onderzoeker aan de Radboud Universiteit. Zij richt zich op grondstoffen en ontwikkelingsvraagstukken. Tevens is zij lid van het Ontgroei-netwerk.

 

Foto: goodfriendo (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 1152 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Degrowth is de logica om samen van de welvaart te gaan genieten. In 2021 was Nederland gastland voor de Degrowth Conference 2021, dat jaar in ’s Gravenhage, dus ons eigen Nederland. De politiek mag dan de andere kant opkijken, jonge mensen kijken naar hun toekomst. En als klimaat en natuurverandering zo snel blijven gaan, is er steeds minder toekomst over voor onze jeugd. Het begrip Degrowth gaat over stabiliteit, een prettig bestaan waar je dus van mag genieten en de mensheid die wel een toekomst heeft die vandaag begint.

    Ecologische mensen of mensen die een stabiel en simpel leven waarderen, maken daarmee duidelijk dat er nog genoeg groei mogelijk is, maar zonder nog langer de aarde te mishandelen, zoals we nu doen. Het geld wat nu wordt verdiend met geweld, de grootste bedrijfstak ter wereld, gaan we dus inzetten voor een stabiel bestaan. Nu heeft de mensheid circa 100 miljoen vluchtelingen en dat worden er nog meer. De bosbranden van ieder jaar, is natuur die de komende 20 jaar ‘niet’ meer beschikbaar is als natuur. De andere effecten, zoals te weinig drinkwater, versnellen de effecten met een tempo wat de mens gaat bedreigen. Er is maar 1 planeet die leefbaar is, leven op Mars is voorlopig niet aan de orde. Maken we dus van de Aarde een vuilnisbelt of gaan we samen genieten van alles wat er al is?

  2. Het groei economisme is nog steeds standaard bij veel economen.
    In feite is de economische wetenschap een gebrekkige wetenschap aangezien zij niet veel meer kan zeggen of een economie groeit of niet. Vooral de media zijn zonder meer bereid deze groei verhalen van economen voor zoete koek aan te nemen.
    Maar zelfs bij het economie groei verhaal vertellen economen er meestal niet bij waar deze groei vandaan komt en waar deze heen gaat.
    In werkelijkheid komt de meeste groei van ondernemingen door het drukken van de loonkosten en het uitbesteden van werk. Ook milieuvervuiling door het gebruik van giftige stoffen en materialen waarvoor maatschappelijk gezien geen enkele prijs voor wordt betaald dragen bij aan hun economische groei. Ook de overheid die (milieu) subsidies aan multinationals zoals Shell verstrekt dragen bij aan hun astronomisch behaalde winsten.
    Meer dan een decennia lang is de economische groei bij grote ondernemingen groter dan de loonontwikkeling. Veel ondernemingen zijn gezegd direct verantwoordelijk voor grote maatschappelijke en sociale verschillen en dragen onevenredig bij aan de milieuvervuiling en daarmee aan het broeikaseffect.
    Echte economische groei voor velen in onze maatschappij betekent een eerlijke verdeling van baten en lasten ook op het gebied van milieumaatregelen.
    Lage lonen zonder inflatiecorrectie voor werknemers en het wegvagen van de boerenstand zijn dan ook geen antwoord om de milieuproblemen waar we voor staan.
    Hiervoor is dan ook een radicale politieke omwenteling nodig om de maatschappij de wereld leefbaar te houden en te maken. De vooruitzichten daarop zijn echter niet hoopgevend.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *