Onze toekomst: minder solidariteit leidt tot nieuwe achterblijvers

De toekomst brengt vele nieuwe mogelijkheden, maar daarmee ook onzekerheid en stress. Niet iedereen zal kunnen meedoen met de tendens naar meer eigen regie. De kans dat mensen buiten de boot vallen neemt toe naarmate solidariteit meer een kwestie wordt van eigen keuze en onderling regelen, schrijven zeven SCP-auteurs.

‘Ik heb een prachtig leven gehad, ik wil dat jullie dat ook hebben’. Met zijn betoog in De Wereld Draait Door wist Jan Terlouw bij velen een gevoelige snaar te raken. Wie vraagt zich niet wel eens af in ‘wat voor een wereld’ kinderen over enkele decennia zullen opgroeien? En ook hoe het leven zal zijn wanneer we zelf oud en hulpbehoevend zijn? Veel van wat we nu doen en laten is van grote invloed op de toekomst. Daarom probeerden wij, onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau, ons een beeld te vormen van hoe het dagelijks leven in Nederland zal veranderen, laten we zeggen tot 2050. Hoe veranderen de manieren waarop we leren en werken in de komende decennia? Hoe gaan we straks zorgen voor degenen die zorg nodig hebben? Door vergrijzing zal deze groep dan veel groter zijn dan nu. En hoe leven mensen straks samen? Elk van deze terreinen heeft z’n een eigen verhaal, maar in onze zoektocht kwamen ook rode draden naar voren.

Ons leven wordt dynamischer met meer maatwerk en eigen regie

De eerste rode draad is de beweging naar meer dynamiek. De omgeving waarin we leven verandert steeds sneller door technologische ontwikkeling. Daarbij wordt het leven dynamischer doordat we ons steeds sneller in die omgeving bewegen. Nieuwe technologieën, waaronder virtual reality, maken activiteiten minder afhankelijk van tijd en plaats, waardoor we meer switchen tussen omgevingen en meer bezigheden gaan combineren. Vaste rustpunten gaan op in een dynamische stroom van bezigheden, berichten en contacten. Ook lossere banden met instituties spelen mee. In het werkende leven gaan we bijvoorbeeld vaker tijdelijke klussen doen, met steeds nieuwe collega’s en steeds nieuw werk.

De tweede rode draad is dat we in deze dynamische wereld steeds meer maatwerk nastreven. In plaats van dat we bijvoorbeeld onze loopbaan beginnen met het volgen van een afgebakende opleiding, volgen we onze eigen individuele ‘route’. We stellen zelf ons eigen leertraject samen, waarbij we gedurende onze hele loopbaan kiezen uit een veranderlijk aanbod, met een optimale afstemming tussen wat we op een zeker moment willen en kunnen en wat onze omgeving biedt en vraagt.

Nieuwe technologieën zullen ons nieuwe instrumenten bieden om maatwerk te bereiken. Zo kunnen we met sociale media steeds efficiënter navigeren in het eigen netwerk. En wanneer het eigen netwerk even niet voldoet kunnen we steeds makkelijker contacten leggen met anderen die we nog niet kennen, maar met wie we wel een belangstelling of mening delen, of die beschikbaar zijn op het moment dat we gezelschap zoeken. In de toekomst zullen toepassingen als ‘slimme brillen’ het steeds gemakkelijker maken om te navigeren tussen vele reële en virtuele plaatsen.

Maatwerk is echter geen vanzelfsprekendheid: de dynamische omgeving impliceert wereldwijd een enorme variëteit aan veranderlijke mogelijkheden. Het is onmogelijk om al deze opties te overzien en af te wegen. Het varen van een goede koers vergt dus steeds meer eigen regie, de derde rode draad.

Meer stress en minder privacy voeren de druk op

Een leven met meer dynamiek, meer maatwerk en meer eigen regie heeft onmiskenbaar positieve kanten, maar is ook complexer en stressvoller. Mensen moeten werk en opleiding, gezin, mantelzorg, sociale contacten en hobby’s combineren. De optelsom van bezigheden en onvoorspelbaarheden kan hierdoor aanzienlijk worden. Ook verminderde privacy voert de druk op. Dat steeds meer data over privélevens automatisch worden verworven en gedeeld, maakt mensen kwetsbaarder tegenover instanties en criminelen, en ook in de informele sfeer. Wanneer men bijvoorbeeld met een ‘slimme bril’ via gezichtsherkenning van elke passant allerlei informatie over deze persoon kan inzien, neemt sociale controle afschrikwekkende vormen aan.

Meer mensen moeten op hun tenen lopen om mee te kunnen komen

In de veeleisende toekomst ligt de lat van zelfredzaamheid hoog. Meer mensen moeten op hun tenen lopen om te kunnen blijven meedoen. Net als nu bestaan grote verschillen tussen mensen in de hulpbronnen die zij van huis uit meekrijgen of zelf verwerven, zoals goede opleidingen en voldoende geld op de bank. Het sociale netwerk zal belangrijker worden, verwachten we, evenals de niet-cognitieve vaardigheden die ons onderscheiden op de arbeidsmarkt en ons helpen eigen regie te voeren in een dynamische wereld. Denk bijvoorbeeld aan empathie, kunnen plannen, zelfreflectie en ondernemerszin.

Wat voor de een meer ruimte voor zelfontplooiing betekent, kan voor een ander een gevecht zijn om bij te blijven. Terwijl de ene zorgbehoevende zich bijtijds omringt met de juiste technologie en zelfgekozen zorgverleners, ziet een ander door de bomen het bos niet meer, waardoor hij op een gegeven moment nog maar weinig te kiezen heeft.

De kans dat er mensen buiten de boot vallen neemt toe

De geschetste ontwikkeling naar meer eigen regie wringt met bestaande bases van solidariteit. Als solidariteit minder is geïnstitutionaliseerd en minder automatisch is geregeld, wordt het meer een keuze. Als kansrijken ook kunnen kiezen voor risicospreiding in de afgebakende eigen kring in plaats van voor verdergaande maatschappelijke solidariteit, hebben kansarmen wellicht niet meer zo veel te kiezen. Ook de voorziene tendens van minder overbrugging tussen verschillende bevolkingsgroepen beperkt het draagvlak voor solidariteit.

Op verschillende terreinen ontwikkelen zich momenteel nieuwe vormen van solidariteit waaraan mensen uit eigen beweging deelnemen, zoals lokale zorgcoöperaties of broodfondsen. Verder blijven gezin en familie bij uitstek sociale verbanden voor solidariteit. Een nieuw evenwicht tussen persoonlijke verantwoordelijkheid en sociale binding impliceert geen einde aan solidariteit, maar een nieuwe grondslag ervan. Maar het is wel een risicovolle ontwikkeling: naarmate solidariteit meer in zelfgekozen verbanden vorm krijgt, neemt de kans toe dat er mensen buiten de boot vallen.

In zijn pleidooi spreekt Jan Terlouw politici aan: ‘Je bent er voor om de jeugd op een aarde te laten leven die zichzelf kan herstellen en ook een aarde waarin we elkaar weer kunnen vertrouwen en de touwtjes weer uit de brievenbus hangen.’ Dit is zeker terecht, maar de toekomst is te belangrijk om alleen aan politici over te laten.

Lotte Vermeij, Anne Roeters, Andries van den Broek, Cretien van Campen, Monique Turkenburg, Jos de Haan en Kim Putters werken bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dit artikel is gebaseerd op het onlangs verschenen Sociaal en Cultureel Rapport 2016 ‘De toekomst tegemoet’. Den Haag: SCP, 2016.

Foto: Thomas Hawk (Flickr Creative Commons)