Narcisme wordt niet meer gedempt

In veel maatschappelijke discussies ontbreekt de psychologische invalshoek. Terwijl duidelijk is dat narcistische processen niet meer worden gedempt door de manier waarop kinderen nu opgroeien.

2015 en 2016 stonden in het teken van de sociale identiteit. Op allerlei momenten werden standpunten geventileerd over wat onze samenleving en cultuur kenmerkte, wie daarbij horen en passen en wie niet, welke waarden, normen en religies ons tekenen. Integratie en segregatie waren thema’s op allerlei niveaus in onze samenleving en cultuur. In de regel ontbrak in die discussies de psychologische kijk op onze identiteit. Daardoor hebben deze discussies ons niet echt verder gebracht.

De kurk van onze identiteit is op drift geraakt

Psychologisch gezien kan iemands identiteit worden vergeleken met de kurk waarop de persoon drijft. De identiteit bestaat uit beelden, gedachten, fantasieën, gevoelens en emoties over het zelf. Het zelf komt tot stand in de vorm van een tweetrapsraket: eerst wordt dit zelf aangereikt in vroegkinderlijke gehechtheid, vervolgens zorgen de narcistische processen ervoor dat de kleuter en de peuter het zelf verder vormgeeft, ondersteund door ouders en verzorgers.

De eerste druk van de identiteit vindt dus in de eerste levensjaren plaats. Deze psychische processen en patronen bestaan ten dele bewust en ten dele onbewust. Ons lichaam speelt hierin vanaf de adolescentie ook steeds een belangrijkere rol. In deze periode vindt een herdruk plaats. De identiteit kan in meer of mindere mate worden geholpen door de cultuur.

Onze kurk kende kort na de oorlog in ons land nog een stevig verankering aangezien mensen opgroeiden in een zuil. Deze katholieke, protestante, liberale of vakbondszuil bood hulp bij de identiteitsvragen als: wie ben ik, waar sta ik, waar stem ik op, waar kom ik vandaag, waar hoor ik bij en waar ga ik naar toe? Deze zuilen hielpen de opvoeders. We hebben ons van de zuilen (en van veel meer) ontdaan, de kurk is op drift geraakt.

Onze baby's moeten wennen aan zes verschillende verzorgers

In de opvoeding hebben we de door de zuil geïnspireerde ingetogen en strenge houding ten opzichte van ons kroost vervangen door een trotse, open, vaak antiautoritaire en permissieve stijl. Onze baby’s worden niet meer ingevoegd in een ideologie en dus niet meer getraind in het afstand leren nemen van het zelf, en daarmee worden de narcistische processen niet meer gedempt.

Tegelijkertijd moeten onze baby’s nu al met drie maanden wennen aan gemiddeld zes verschillende verzorgers en hechtten ze zich niet meer diepgaand aan een of twee personen. Ouders van nu zijn dus niet alleen geen dragers en vertegenwoordigers meer van een ideologie maar ook nog eens minder aanwezig. Hierdoor is de nieuwe generatie uiterlijk opener, extraverter en past beter in de geglobaliseerde wereld. Het worden wereldburgers die geboren worden in Amsterdam, een opleiding volgen in Berlijn, een stage lopen in Singapore, een partner ontmoeten in Kyoto en gaan werken in New York. Hierbij past geen sterke gehechtheid aan ouders, dorp, stad, streek of land.

Echter, de prijs voor dit psychologisch ‘frontoffice’ is onzekerheid in het ‘backoffice’. Met het verdunnen van de gehechtheid stimuleren we het narcisme in de identiteit.

Vage beroepen geven ook geen afgebakende identiteit

Een andere verandering in de sociale structuur die veel invloed heeft op de psychologische aspecten van de identiteit heeft te maken met de keuze voor een opleiding en een beroep. Nog niet zo lang geleden waren er nog helder omlijnde beroepen waaraan je identiteit kon ontlenen zoals: boer, bakker, timmerman, fabrieksarbeider, ingenieur, advocaat, dokter. Je vader had een duidelijke beroepsidentiteit en daaraan kon je je spiegelen. Je kon je ermee identificeren en je kon je ertegen afzetten.

Nu zijn veel beroepen moeilijk te omschrijven, de werkzaamheden die de beroepsuitoefenaar verricht zijn meestal divers en niet duidelijk verbonden aan een voorafgaande opleiding. Een manager is een vaag beroep, in de ict werkzaam zijn roept het beeld van een computer op, maar daar zit tegenwoordig iedereen achter. En wat doet een consultant eigenlijk? De vele zzp’ers maken het beroepenveld voor jongeren ook niet duidelijk. De hogere opleidingen, op hbo- en wo-niveau, kennen nu een onoverzichtelijk woud aan bachelors en masters zonder dat die tot een afgebakende identiteit leiden. De vroegere doctorandus-titel alleen al voegde gewicht toe aan je persoonlijke uitrusting.

Compensatie voor het gebrek aan identiteit: een diagnostisch etiket

Inmiddels kennen we een generatie die vooral zichzelf centraal stelt en in het eigen leven weinig ervaring heeft met tegenslag en frustratie. Jongvolwassenen komen opvallend snel met burn-out, oververmoeid of anderszins ontregeld thuis te zitten. In hun gedrag is de invloed van de ander minder groot dan die van het zelf. De sociale media versterken deze zelf gecentreerdheid op allerlei eigentijdse en aantrekkelijke manieren.

Het gebrek aan verankering van de identiteit als gevolg van het wegvallen van de zuil, de opkomst van de vele opvoeders en het gefragmenteerde opleidings- en beroepenveld wordt bij een behoorlijk deel van onze jonge generaties nu door de GGZ ingevuld met op zichzelf weinig zeggende etiketten als dyslexie, ADHD, hoogbegaafdheid, PTSS, autisme, NLD, borderline.

Het verlangen naar een diagnostisch etiket, dat ik constateer bij veel van mijn patiënten, laat zien dat ze de zoektocht naar hun identiteit moe worden. Het gulle gebaar van de psychologen en psychiaters waarmee ze die identiteit aanvullen met een brokje psychopathologie is echter niet de taak van deze gezondheidswerkers. Dat is namelijk het bevorderen van gezondheid.

Minder hulpkrachten en ouders met een jaar bevallingsverlof

Voor een echte versteviging van onze kwetsbare identiteit moeten we aan het begin beginnen. Minder hulpkrachten in de vroege kindertijd, maar ouders die samen tenminste een jaar bevallingsverlof hebben. De hechting krijgt dan weer meer kans en de kurk raakt minder op drift.

Vervolgens niet alleen maar trots zijn en opvoeden op het buikgevoel, maar autoriteit ontlenen aan een nieuwe gezinspedagogiek, een gezinszuiltje waarin de gezinsleden beschrijven hoe er wordt opgevoed, met welke normen en waarden en met welke regels. Deze particuliere ideologie komt dan in plaats van de lacune, eens ingevuld door een sociale ideologie, en helpt bij het invoegingsproces waarin het zelf niet op eenzame hoogte verblijft.

En het is gezond builen en schrammen op te lopen

Voorts is het behulpzaam, mede ter ontlasting van de overvolle GGZ, dat er niet voortdurend een beschermende buffer om het opgroeiende kind wordt gelegd. En dus bijvoorbeeld niet het laatste blokje op het torentje zelf leggen om ze het instorten te besparen. Laten we ter harte nemen wat grote filosofen als Rousseau en Kant ons al leerden: het is gezond als ze builen en schrammen oplopen, als ze worden uitgedaagd en gefrustreerd. Dit alles kan helpen om de geglobaliseerde opleidings- en beroepenwereld beter aan te kunnen.

Jan Derksen is hoogleraar klinische psychologie aan Radboud Universiteit en verrichte veel werk op het thema narcisme en leidt nu een onderzoekproject waarin het opvoeden kritisch tegen het licht wordt gehouden en er een game wordt geproduceerd voor jonge ouders met alle actuele wetenschappelijk inzichten erin verwerkt.

Foto: Patrick Nygren (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 12344 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (7)

  1. Ik las dit artikel met een zucht van opluchting! Dank voor dit kritische geluid, of misschien moet ik zeggen: voor de durf om opvoeders een spiegel voor te houden. De gedachtelijn (in het bijzonder de compensatie gedachte) van dit stuk kan ons ook helpen om de terrorist en neonazi (maar ook de zeer ambitieuze jonge mens) beter te begrijpen. Wel wordt het een lastig verhaal wanneer een ‘gezinszuiltje’ ontbreekt.

  2. Dit artikel sluit m.i. aan op zowel het gedachtegoed van de herstelbeweging (herstel, empowerment, ervaringsdeskundigheid) als die van de Eigen Kracht Conferenties (eigen plan, eigen regie).
    Psychosociale en psychiatrische problematiek verdwijnt idd niet door pamperen en tolereren van slachtofferisme, maar door gezond gedrag te stimuleren middels empowerment.
    Herstellen vergt hard werken en enige stevigheid van de omgeving.
    En voorkomen is beter dan genezen.
    Dus als ervaringswerker ben ik het weer eens met Jan Derksen!

  3. Wat fijn om weer eens wat te lezen over dit thema. Blijft toch een moeilijk te accepteren onderwerp. Als docent in het technisch domein voel ik mij steeds een roepende in de woestijn. Maar het zet worstelende studenten en collega’s wel in een perspectief dat je beter begrijpen kunt. Dan is de vervolgvraag hoe je mensen kunt helpen met die lacune in hun identiteit: je kinderen /studenten zijn dan nodig voor je eigen heropvoeding 🙂

  4. Als klinisch psycholoog werkzaam in een eigen praktijk herken ik me niet in een soort gemak waarmee ik nu zou stickeren, ik werk al meer dan 20 jaar in de GGZ (Uiteraard heeft het koppelen van een DSM-stoornis aan recht op vergoeding gestuurd. Erg jammer). Wat ik wel zie is a) een lagere drempel voor hulp zoeken (kun je ook van alles van vinden) en b) een steeds grotere groep mensen die niet in staat is gevoelens te verdragen. En te accepteren: nou ja, de negatieve (niet mijn woorden) gevoelens dan. M.i. ook een gevolg van een opvoeding waarin alles leuk moet zijn. Deze mensen komen daardoor flink in de problemen.

  5. In grote lijnen omschrijft dit de situatie van de laatste jaren en vanaf een afstandje geobserveerd ben ik het daar mee eens, maar de gevolgen van generaties worden niet opgelost in 1 generatie. Mensen die dit gekregen hebben in hun jeugd, zullen dit weer opnieuw genereren, dat is wat hun geleerd hebben. Wel is er wat wijzigingen aan te brengen in kleine mate om een begin te krijgen.
    Thuis heb ik wel nog wat die basis gekregen, maar nu komt het venijn…, je loopt rond in een gefrustreerde wereld waar het niet gebeurd en die reageren dat weer af op diegene die dat niet hebben (jaloezie). De kinderen en ouders van die mensen worden geboycot of weg getreiterd en ervaren zoveel stress, dat dit alsnog mis gaat!
    Dit is veel groter, dan enkel een opvoeding.
    Hierboven is goed omschreven voor de duidelijkheid, maar veel te kort door de bocht en weinig inzicht op hoe mensen op elkaar reageren, de praktijk dus.
    Theorie ben ik mee eens, de praktijk is zoals altijd heel anders!

  6. Een groot probleem aan het worden vind ik in NL. Dit vormt zich niet alleen maar aan de buitenkant maar ook op de achtergrond van zorginstelingen, instanties/organisaties en overheidsinstanties.

    Ik ben het eens met Sandra, het is generatie op generatie.

    Tegenwoordig gaat het ook teveel over winnen, i.p.v. nader tot elkaar komen, deze invloed is te zien in debatten waar de sfeer steeds minder wordt en harder. Social media die dit weer erger uitvergroot en als een olievlek groeit.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.