Aanpak schuldenproblematiek kan echt beter

‘Iedereen verdient aan mij’, verzucht Ditte in de documentaire Schuldig. Rondom schuldenproblematiek is een hele ‘industrie’ ontstaan. Roeland van Geuns betoogt dat de verdieners aan schulden mensen met betalingsachterstanden eerder en sneller te hulp kunnen schieten om erger te voorkomen.

Zelden trok een documentaire zoveel aandacht als de onlangs op televisie uitgezonden serie Schuldig.  Aan de hand van de schuldenproblematiek van Carmelita, Ditte, Ramona en Ron en Dennis werd getoond tot welke persoonlijke drama’s schulden kunnen leiden en hoe ingewikkeld het is de problematiek op te lossen wanneer die eenmaal goed en wel vaste voet in iemands leven heeft gekregen. Zoals Ditte verzucht: ‘Iedereen verdient aan mij, iedereen!’

Veel partijen hebben belang bij instandhouding van schulden

Het feit dat er een hele ‘industrie’ is ontstaan die geld verdient aan de schulden van zo’n tien tot twintig procent van de Nederlandse huishoudens is wellicht een van de redenen dat het oplossen van de problematiek zo ingewikkeld is. Veel partijen hebben direct of indirect belang bij het in stand houden of in ieder geval niet volledig oplossen van de problematiek. Een land zonder schulden en betalingsachterstanden kent immers geen incassobureaus of deurwaarders meer. Maar ook bedrijven annex schuldeisers moeten dan inkomsten missen: de incasso- en andere extra kosten die zij bij wanbetalers in rekening brengen, vallen weg.

Daarnaast zou in zo’n ideaal land geen schuldhulpverlening meer bestaan. Dat bespaart weliswaar kosten bij de overheid, maar zorgt ook voor werkloosheid onder hulpverleners. Zelfs vrijwilligers zouden ‘getroffen’ worden: ook zij moeten omzien naar andere goede doelen om hun energie in te steken. Er zijn kortom bewuste en onbewuste krachten die de schuldenproblematiek in stand houden.

Nu is het geheel verdwijnen van schulden natuurlijk een illusie. Er zullen altijd omstandigheden zijn waardoor iemand niet in staat is geheel aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Maar dat wil nog niet zeggen dat er geen verbetering mogelijk is. De twee belangrijkste uitdagingen voor 2017 zijn wat mij betreft het realiseren van een eerdere en grotere rol van de schuldeisers én het versnellen van de toegang tot en vergroten van de effectiviteit van de schuldhulpverlening.

Schuldeisers moeten eerder in gesprek gaan met schuldenaren

Schulden ontstaan in de relatie tussen afnemer en leverancier. We zagen het in Schuldig: Ramona, Ron en hun kinderen werden uit huis gezet vanwege een huurschuld van twaalf maanden. Een vol jaar! In de serie werd helaas niet de vraag gesteld hoe dit heeft kunnen gebeuren. Hoe heeft de schuldeiser, de woningcorporatie, de schuld zo lang kunnen laten oplopen? En dat in een Amsterdamse context waarin het veel geloofde ‘Vroeg Eropaf!’ eigenlijk zou moeten voorkomen dat een dergelijke situatie ontstaat.

Deze extreme ontsporing laat zien hoe belangrijk het is dat schuldeisers zo snel mogelijk contact zoeken met een schuldenaar om te bezien wat er aan de hand is. Niet door ingewikkelde brieven te sturen, maar door het gesprek aan te gaan. De eenvoudige vraag stellen: ‘Hoe komt het dat u de afgelopen maand uw huur niet heeft kunnen betalen?’ Aangevuld met het aanbod: ‘Wat kunnen wij doen om u te helpen weer aan uw verplichtingen te voldoen?’ Dit zou in veel situaties al een enorme stap voorwaarts betekenen. Niet dat dit nu niet gebeurt, maar vaak nog te weinig en veel te laat.

Hoopgevend schuldeisersinitiatief om probleemschulden te voorkomen

De zogenaamde schuldeiserscoalitie, opgezet vanuit Delta Lloyd Foundation, waarbij inmiddels zo’n twintig veelal grote bedrijven zijn aangesloten, is wat dat betreft een hoopgevend initiatief. De aangesloten bedrijven ondertekenden een ethisch manifest waarmee zij zich verplichten betalingsachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en schuldenaren te helpen bij het via maatwerk oplossen van een schuldensituatie. Uiteindelijk moet het grootste deel van de oplossing komen van de kant van de crediteuren: geen (maximale) incassokosten berekenen, geen andere bijkomende kosten berekenen, alleen in het uiterste geval deurwaarders inzetten en oplossingen op maat aanbieden.

De betrokken bedrijven hebben hun lat hoog gelegd: in 2020 willen zij volledig aan hun eigen eisen voldoen. Jammer dat de belastingdienst en het CJIB nog niet zijn aangesloten. Zij willen wel meedenken en leren van de ervaringen van de aangesloten bedrijven. Daar staat tegenover dat andere publieke schuldeisers dat wel doen, zoals de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Inmiddels heeft een eerste gemeente zich als schuldeiser (sic) ook gemeld.

Strenge eisen en lange wachttijden werken contraproductief

De tweede opgave voor 2017 is de versnelling van de procedures bij de schuldhulpverlening. Uit onderzoek blijkt dat er niets zo fnuikend is voor mensen met problematische schulden als hen confronteren met allerlei administratieve en bureaucratische eisen en met lange procedures en wachttijden. Inmiddels kent bijna iedereen in de wereld van de schuldenproblematiek en armoede het boek ‘Schaarste’ van Mullainathan en Shafir (2013). Zij laten zien waarom het contraproductief is mensen die in structurele armoede of schulden verkeren met allerlei eisen te confronteren: deze mensen kunnen en zullen daar eenvoudig niet aan voldoen.

Inmiddels is het bewijsmateriaal alleen nog sterker geworden door toevoegingen vanuit de neurowetenschappen. Vanuit die hoek (Babcock, 2014) wordt aangetoond dat stress als gevolg van moeten omgaan met zeer weinig geld ook nog eens leidt tot extra druk op de zogenaamde executieve functies: die vermogens van onze hersenen die ons in staat stellen op langere termijn te plannen.

Begin met het ontlasten van de schuldenaren

Een schuldhulpverlening die rekening houdt met deze inzichten moet zich vooral toeleggen op het ontlasten van de betrokkenen. Dat kan door niet allerlei toegangseisen te stellen, maar door het tegendeel te doen, namelijk betrokkenen direct helpen bij het op orde krijgen van hun inkomen. Dat kan bijvoorbeeld met het goed regelen van toeslagen of het aanvragen van andere inkomensvoorzieningen. Tevens moet zo snel mogelijk contact gelegd worden met crediteuren om de situatie te stabiliseren. Dit heeft een meervoudig doel: geen verdere groei van de schulden, opschorten van de incasso-activiteiten en het weer op gang brengen van de betaling van de vaste lasten.

Groot voordeel van een dergelijke aanpak is dat de schuldenaren onmiddellijk merken dat er iets aan hun situatie verbetert wat hun bereidheid om actief mee te werken aan de oplossing van de situatie vergroot. Van dit wederkerigheidsprincipe - eerst geven om vervolgens te krijgen - wordt in de schuldhulpverlening nog veel te weinig gebruik gemaakt. De hulpverlening gaat nog te veel over het omgekeerde. U wilt dat wij u helpen? Dan moet u wel laten zien dat u dat ook echt verdient. Juist in een situatie van schaarste zijn mensen daartoe niet goed in staat. Bovendien is een benadering vanuit wantrouwen geen vruchtbare basis voor goede samenwerking.

Slagen we in 2017 in deze twee opgaven dan wordt het voor schuldenaren een minder somber jaar dan 2016. Laten we hopen dat alle betrokken partijen dat ook zo zien en dat de politiek deze processen niet frustreert.

Roeland van Geuns is lector Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam.

 

Referenties

Mullainathan, S. & E. Shafir (2013). Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Maven Publishing, Amsterdam.

Babcock, E. (2014). Using Brain Science to Design New Pathways Out of Poverty. Boston (EmPath)

 

Foto: still uit de serie 'Schuldig'.