Schuldhulpverlener moet niet alleen verlichten maar ook signaleren

De schulden- en armoedeproblematiek in Nederland is nog altijd groot. Dat vraagt van schuldhulpverleners niet alleen individuele benaderingen, maar ook dat ze ook structurele oorzaken van armoede en schulden aanklagen. Hun organisaties moeten hun signalen serieus nemen.

Voorjaar 2019, tijdens een symposium in Utrecht over de aanpak van schuldenproblematiek volgt een groep van 20 sociale professionals een workshop motiverende gesprekvoering voor mensen met schulden. Tijdens de workshop wordt de deelnemers geleerd hoe zij burgers met schulden kunnen ondersteunen. De deelnemers zijn enthousiast. Dan neemt Farah het woord. Ze zegt ‘Ik ben onder de indruk van de methode motiverende gespreksvoering maar ik zit toch ook wel met een vraag. Hoe goed ik de methode in de praktijk ook zal uitvoeren, het schuldenprobleem bij burgers blijft bestaan’.

Zolang aspecten op politiek niveau niet veranderen blijven mensen in de schulden komen en blijft ons werk dweilen met de kraan open. Farah vertelt: ‘Ik zie voor mij de situatie van mijn cliënt de heer De Jong. Hij heeft forse schulden en loopt tegen van alles aan. De complexiteit van de samenleving, de wijze waarop de hulpverlenende organisaties functioneren, maar ook tegen zijn eigen gedrag’.

Heeft Farah hier niet een belangrijk punt? De oorzaak, maar ook de oplossing, moet gezocht worden op het micro-, meso- en macroniveau. Welke factoren spelen een rol bij schuldenproblematiek op deze verschillende niveaus? En hoe moet Farah daarmee omgaan? Wie is nu waarvoor verantwoordelijk?

Consumeren geeft status

We leven in een op consumeren gerichte maatschappij. Consumeren geeft status. Veel mensen komen hierdoor in de verleiding om teveel geld uit te geven of om (on)verantwoord te lenen. Daarnaast is het omgaan met geld en verantwoord omgaan met geld lenen voor veel mensen lastig. Des te meer omdat bezit aanzien geeft en het gevoel geeft ‘erbij te horen’ in de samenleving.

Bovendien is de samenleving voor veel mensen complex door de wet- en regelgeving. Denk hierbij aan de toeslagenregelingen. Dit maakt dat mensen het overzicht verliezen en in de schulden komen. Ook is het zo dat veel mensen geen toeslagen ontvangen waar zij eigenlijk recht op hebben. Een mogelijke oplossing is het automatisch toekennen van toeslagen. Beleidsmakers en politici zouden zich hier hard voor kunnen maken. . In Vlaanderen is dit al een belangrijk beleidspunt in het kader van de sociale bescherming van burgers.

De huren in Nederland liggen te hoog en er zijn te weinig goedkopere woningen

We zien ook dat er bij veel mensen sprake is van een disbalans tussen inkomsten en uitgaven. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat een kwart van de huurders in Nederland te hoge woonlasten heeft en dat zij hierdoor te weinig geld overhoudt om alle andere kosten voor levensonderhoud te kunnen betalen. . Als de huur te hoog is in verhouding tot het inkomen en er zijn geen financiële reserves dan loop je al snel achterstanden op, vooral als er extra uitgaven nodig zijn. De huren in Nederland liggen te hoog en er zijn te weinig goedkopere woningen. Dit heeft alles te maken met wetgeving voor verhuurders. Beleidsmakers en politici hebben een verantwoordelijkheid in het oplossen van dit belangrijke probleem dat ook ten grondslag ligt aan schulden.

Het blijkt dat veel burgers in onze samenleving het moeilijk vinden om over hun financiële problemen te praten. Hierbij speelt schaamte vaak een belangrijke rol. Het taboe om over financiële problemen te praten moet doorbroken worden. Hierin kan de overheid een belangrijke rol vervullen door beleid te ontwikkelen. De campagne ´kom uit je schuld’ is hier een goed voorbeeld van. Ook het meer wijzen op structurele oorzaken van schulden kan meehelpen aan het ‘ontschuldigen’ van de persoon met schulden en zodoende ook de schaamtegevoelens verminderen.

Sociale professionals moeten meer in actie komen

Farah is een professional die met eigen ogen en oren ziet en hoort wat speelt bij burgers met schuldenproblematiek. Hierdoor kan zij een belangrijke inbreng hebben als het gaat om armoede- en schuldenproblematiek. Veel professionals willen gewoon mensen helpen. Zij zijn vooral geneigd om zich te richten op de individuele burger met een hulpvraag.

Dat is jammer, want het zijn juist zij die een belangrijk verschil kunnen maken. Zij kunnen veel nadrukkelijker hun signalerende rol vervullen, actief ook structurele oorzaken van armoede en schulden aanklagen en constructieve verbetervoorstellen doen. Allianties met andere partijen (in diverse sectoren en domeinen) zijn hiervoor van belang.

Het is van groot belang dat sociale professionals hierin serieus worden genomen. Als zij het gevoel krijgen dat er niets met de signalen gebeurt dan is dat de dood in de pot. In principe zouden organisaties beleid moeten hebben op het gebied van signaleren. Dit beleid kan bestaan uit manieren waarop signalen door verschillende professionals herkend kunnen worden zodat de structurele problemen duidelijk worden. Als er op hoger niveau iets mee gedaan wordt dan is een terugkoppeling naar de professionals van groot belang.

Marcel van Eck is sociaal werker bij de Buurtteams Jeugd en Gezin in Utrecht. Daarnaast is hij als onderzoeker betrokken bij de academische werkplaats Sociaal Werk van Tranzo Tilburg University. Tine Van Regenmortel is bijzonder hoogleraar bij de academische werkplaats van Tranzo Tilburg University en hoogleraar sociaal werk aan de Katholieke Universiteit Leuven. Saskia Keuzenkamp is directeur kennis en innovatie bij Movisie en bijzonder hoogleraar participatie en effectiviteit aan de Vrije Universiteit.

 

Foto: Andrea Piacquadio via Pexels