Ook in 2018 kunnen we meer ressentiment en botsingen verwachten

De rem is er bij veel mensen af, zo zagen we in 2017. We kennen het uit de psychotherapeutische praktijk: Datgene wat eerder door angst, schuld- en schaamtegevoelens ingeklemd werd gehouden kwam vrij. Het kortstondige gevoel van vrijheid kent een hoge prijs.

We zijn het afgelopen jaar in ras tempo hoogsensitief geworden. De #Me Too-explosie, het genderneutrale taalgebruik, Zwarte Piet en alle andere gevoeligheden zijn in 2017 mede als gevolg van alle vergelijkingsmogelijkheden die de digitale communicatie ons biedt versneld ontwikkeld. Wie of wat kwam er in 2017 nog niet uit de kast, en wat gaat onze gevoelige huid in 2018 nog meer beleven?

In de psychotherapeutische praktijk bewerkstelligen we vaak een proces dat we collectief in de #MeToo- discussie konden aanschouwen. Het psychologische backoffice werd gereinigd. Datgene wat eerder door angst, schuld- en schaamtegevoelens ingeklemd werd gehouden kwam vrij. De traditionele scheiding tussen het sociaalwenselijke, aangepaste psychologisch frontoffice en het backoffice met meer diepliggende emoties, strevingen en evaluaties is sleets geworden. De rem is er bij veel mensen af.

Onze gevoeligheid lijkt op toenemende kwetsbaarheid te wijzen

In de politieke cultuur hebben de populisten geholpen de handrem los te laten; de buikgevoelens die normaliter niet zo vaak de grens tussen back- en frontoffice mochten passeren kregen de vrije loop. Iedereen mag alles voelen en zeggen; voor wie zou je nog bang zijn als de vrijheid van meningsuiting het hoogste goed is? Schaamte en schuld passen in een cultuur waarvan we in het westen nu het laatste restje hebben opgeruimd. Er is geen moraal, ideologie of religie meer die ons gedrag nog echt kan sturen. In de gecontroleerde psychotherapeutische praktijk brengt dit bevrijdingsproces in de regel meer kracht en een toename van emotionele intelligentie voor de cliënt. Op het collectieve niveau lijkt onze gevoeligheid eerder op een toegenomen kwetsbaarheid te wijzen.

De vrijheid die collectief wordt ervaren met het loslaten van de rem is een beleving van korte duur. Een moraal, ideologie of zuil omhult ons en vormt een steigertje voor identiteit en zelfgevoel. Zodra de steiger wegvalt ben je weliswaar bevrijd maar ook veel meer op jezelf aangewezen want minder met anderen verbonden door een gedeelde ideeënwereld. De kwetsbaarheid is groter dan het narcistische zelf verwachtte in het bevrijdingsproces onder invloed van de individualisering.

Recent waren moraal, schuld, schaamte en angst nog remmen op expressie

Tien jaar geleden publiceerde ik een narcismestudie onder de titel ‘Zijn we wel narcistisch genoeg?’ waarin onze lentecultuur werd geschetst: alles komt uit de knop en staat in bloei. Interviews met beroepsgroepen die tenminste 20 jaar voor hun werk in contact stonden met anderen mensen zoals leraren, huisartsassistentes, politiemensen, treinconducteurs bevestigden deze trend: anders dan een generatie geleden krijg je alles te horen, kritiek maar ook complimenten. Autoriteit en gezag zijn verdwenen, iedereen is zelf belangrijk geworden, heeft een eigen koers en individuele rechten.

De binnenwereld, de diepere gevoelens, wensen en verlangens komen sinds de afbraak van zuilen, de neergang van de kerkprovincie en het individualiseren van ideologieën toenemend tot expressie en nemen plaats in het frontoffice. In dit frontoffice hadden in het recente verleden moraal, schuld, schaamte en angst nog invloed op het gedrag en ze vormden de remmen op directe expressies van emoties, overtuigingen, oordelen en evaluaties.

Vaak zijn het narcistische krenkingen

De verzwakte afgrenzing tussen back- en frontoffice leidt ertoe dat de gevoelige, individuele binnenwereld aan de oppervlakte verschijnt, sneller geraakt wordt en dus ook meer te verduren krijgt. Botsingen als gevolg van kritiek, commentaar en feedback nemen toe. Vaak zijn dit narcistische krenkingen, het zelfgevoel wordt aangetast en dit leidt tot irritatie, boosheid, woede en depressie. Deze psychische toestanden worden weer vanwege de vervaagde grens directer geuit. Overspannenheid, burn-out en conflicten nemen gemakkelijk toe en de toegenomen vraag om hulp in de GGZ hangt hiermee samen.

In deze gedachtegang kunnen we in overeenstemming met de filosofe Hannah Arendt ook in 2018 meer ressentiment, botsingen en irritaties verwachten. Gestimuleerd door de openlijke moorden door IS is de grens tussen back- en frontoffice verdwenen bij een kleine groep exra-geweldadige lieden. Daar zijn we in 2018 ook nog niet vanaf. Ons kortstondig gevoel van vrijheid kent een hoge prijs.

Jan Derksen is klinisch psycholoog.

Foto: Gareth Williams (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2374 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. U heeft helemaal gelijk.
    En snijdt daarmee ook een complex punt aan in de omgang tussen ggz hulpverlener en client met narcistische trekken. Dat was ik dus, die laatste.
    Als mens met narcisme neiging kun je juist erg van correctheid houden ondanks dezelfde driften in de onderlaag als iedereen. Een ongelijkwaardige verhouding tussen hulpverlener en client gaat in een geval van narcisme natuurlijk gegarandeerd frictie opleveren, gezien het gekrenkte gevoel wat snel ontstaat bij de client. Toch vind ik zelf dat dat gevoel vaak ook door de ( ook narcistische?) hulpverlener in gang gezet kan worden, die toevallig op de iets hogere stoel zit. Autoriteit is prima, maar waar houdt dat op in de verhouding client hulpverlener? En gaat dat meer op macht lijken. Niet objectief te bepalen, dus kan op het bordje van de client geschoven worden door de diagnosticus. Wat moet je dan hè, als client? Jezelf in het gewone leven in gelijkwaardige situaties begeven ofzo, met genormaliseerde verhoudingen, net als vroeger voor dit tijdsidee.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *