Volgens goed ingewijde bronnen sprak de concepttekst van de troonrede tot het laatst over de doe-het-zelf-samenleving. Op de valreep besloten Rutte en Asscher echter te kiezen voor het wat beleidsmatigere participatiesamenleving omdat doe-het-zelven te snel geassocieerd zou worden met de boel-de-boel-laten. En die boodschap wilden ze nu ook weer niet verkondigen.
Toch wacht Rutte’s participatiesamenleving waarschijnlijk hetzelfde lot als David Camerons Big Society – het motto waarmee de conservatief-liberale regering in 2010 in het Verenigd Koninkrijk van start ging. Aanvankelijk bracht het begrip daar enig enthousiasme teweeg, maar toen de omvang van de bezuinigingen overal voelbaar werd, heette het in de volksmond al snel: ‘Big society, empty pockets’ (een grote platzak-samenleving). En daarmee was het begrip van zijn charme ontdaan; niemand heeft het er nog over.
Rutte denkt dat een boom gaat groeien door aan de takken te trekken
Zo zal het onze participatiesamenleving ook vergaan. Want waar in het Verenigd Koninkrijk het overheidsprogramma via de Localism Act tenminste nog aan rechten van ‘communities’ (right to challenge, right to bid) werd gekoppeld, komt onze regering niet verder dan een moreel appèl. Burgers moeten, terwijl de regering de bijl in de uitgaven zet, meer zelf doen. Het heeft vooral iets weg van iemand die meent dat als je aan de takken van een boom gaat trekken dat deze dan sneller gaat groeien.
Maar een boom heeft, net als de participatiesamenleving, voor het groeien in de eerste plaats een vruchtbare voedingsbodem nodig. Betrokkenheid in buurten komt niet van de grond omdat de regering het verordonneert, maar omdat mensen elkaar vinden op iets gemeenschappelijks. Dat gaat niet vanzelf. Soms gebeurt dat omdat ze zich boos maken, soms omdat ze vinden dat het fout gaat, soms omdat ze iets met elkaar willen realiseren, maar altijd mondt het uiteindelijk uit in een samenspel tussen burgers, voorzieningen en organisaties. Corporaties spelen in dit proces als leverancier van plekken, als verhuurder en als kapitaalkrachtige maatschappelijke organisatie een cruciale rol. Participeren kan dus niet zonder adequate institutionele context; het een heeft het ander nodig.
Verhuurdersheffing: voedingsbodem onvruchtbaar maken
Dat elementaire besef is aan onze regering niet besteed. Zij kortwiekt corporaties door ze een verhuurdersheffing op te leggen, dwingt ze daardoor in een enge rol van vastgoedverhuurder en verkondigt vervolgens vrolijk de komst van de participatiesamenleving. Oftewel: je maakt de voedingsbodem onvruchtbaar met als motto dat er iets moois gaat groeien. Dat werkt natuurlijk niet.
Exit participatiesamenleving dus. Ik kan daar niet mee zitten. Waar ik wel mee zit is dat corporaties door in te stemmen met de verhuurdersheffing eigenlijk in deze drogredenering mee zijn gegaan. Dat is pas echt erg.
Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist. Dit artikel verschijnt als column in Aedes Magazine, oktober 2013.