Experiment met basisinkomen: sociaal zekerheidsstelsel anders bekeken

In Amsterdam-Noord loopt een project met kapitaal van honderd particulieren. Vijf werkende minima krijgen onder meer maandelijks 1000 euro, bovenop hun minimuminkomen. Onderzoeker Jaswina Elahi beschrijft het gewaagde experiment.

Veel mensen voelen zich gewantrouwd en in hun waardigheid aangetast op het moment dat zij een beroep doen op het sociaal zekerheidsstelsel door de wijze waarop de wet- en regelgeving wordt uitgevoerd. Dus rijst de vraag of dit anders kan. Vorig jaar hebben we daarom een actie-onderzoek gestart. Daarin wordt geprobeerd bestaanszekerheid te vergroten door uitwisseling van ‘collectief kapitaal’. We streven ernaar de waardigheid en het (zelf)vertrouwen van de deelnemers te versterken.

Het collectief kapitaal bestaat uit financiële middelen, kennis/expertise en diensten, opgebracht door honderd mensen die elk 400 euro hebben gedoneerd. Dit collectief kapitaal wordt gedurende acht maanden onder vijf werkende minima verdeeld: maandelijks 1000 euro bovenop hun minimuminkomen, kennis- en informatie-uitwisseling tijdens (online) bijeenkomsten, relaties en netwerken.

Het is een gewaagd experiment en daarom is het aantal huishoudens beperkt tot vijf. Nog een reden om het aantal huishoudens te beperken is dat de beschikbare financiële middelen beperkt zijn.

Geloof in het basisinkomen

Naast de gezamenlijke visie van onvoorwaardelijk vertrouwen en waardigheid als basis, bestaat er onder de honderd donateurs een variëteit aan motieven om zich te committeren aan het collectief: zij geloven in het basisinkomen, hebben behoefte aan systeemverandering en zijn nieuwsgierigheid naar nieuwe vormen van herverdeling. Ze willen (ervarings-)deskundigheid delen of willen gewoon geven. De diversiteit onder de honderd is qua leeftijd, opleiding en woonplaats erg divers.

De toegenomen bestaanszekerheid bestaat onder meer uit financiële zekerheid en geen stress of suïcidale gedachten

De vijf  werkende minima zijn ingeloot uit een pool van aanmelders afkomstig uit Amsterdam-Noord. Bij de vijf is sprake van een precair bestaan met een variatie aan zorgen: financiële tekorten, stress, suïcidale gedachten, afhankelijkheid van instanties, ontbreken van sociale netwerken. Er zijn geen eisen gesteld aan de deelnemers, behalve dat zij een logboek bij houden en maandelijkse gesprekken voeren met de onderzoekers waarin zij reflecteren op hun huidige veranderde positie, hun ervaringen uit het verleden met instellingen en ervaringen die direct te maken hebben met thema’s als bestaanszekerheid, waardigheid en vertrouwen. Daarnaast worden zij actief gestimuleerd en betrokken bij alle activiteiten en trainingen.

Bestaanszekerheid, vertrouwen en waardigheid

De voorlopige resultaten laten zien dat het collectiefkapitaalproject bijdraagt aan het vergroten van bestaanszekerheid.  De toegenomen bestaanszekerheid bestaat uit financiële zekerheid (geen gebrek aan geld en eten), geen stress of suïcidale gedachten, rust om te focussen op andere aspecten in het leven.

Maar opmerkelijk is ook dat de vijf deelnemers zich voor het eerst gezien en gehoord voelen. Dat was nieuw. Tijdens eerdere ervaringen met scholen en gemeentelijke uitvoerende diensten hadden zij een dergelijke ervaring niet. Ze hebben het gevoel dat hun leven telt en van waarde is. Hun vertrouwen in mensen is ook merkbaar toegenomen.

Ook het gevoel van waardigheid is zichtbaar verbeterd. Door de extra financiële ruimte kunnen zij (of hun kinderen) een opleiding volgen of deelnemen aan activiteiten. Op hun beurt delen zij ook en beleven plezier daaraan zoals het kopen van een kerstmaaltijd voor de hele familie, cadeautjes voor de kinderen of het trakteren van vrienden.

Deze breuk met hun achterliggende leven geeft ook eigenwaarde: steeds meer blijkt dat zij zelf in staat zijn om te voldoen aan de eigen (zorg)verplichtingen en dat zij van betekenis zijn voor anderen. Ook blijkt de bestaande assumptie dat een basisinkomen leidt tot niet willen werken bij deze vijf ongegrond. Allen willen werken, omdat zij dat zien als zingevend.

Duurzame verandering ook na het project

Naast toegenomen bestaanszekerheid, vertrouwen en waardigheid is een positief effect dat de maandelijkse monitoring en reflectie op het eigen verleden leidt tot een verandering. Zo heeft een aantal deelnemers de tijd om trauma’s uit het verleden aan te pakken, is gezonder gaan leven, staat stil bij de eigen kwaliteiten en dromen en formuleert doelen voor de toekomst.

Het vermoeden is dat dit effect de sleutel is tot een duurzame verandering die zich verder zal voltrekken in het leven van de vijf, ook na beëindiging van het project in mei 2022. Daarom zullen de vijf ook de periode na mei worden gevolgd.

Zeer ongemakkelijke dilemma’s

Er zijn overigens ook negatieve effecten waarop onvoldoende is geanticipeerd. De verbeterde positie van de deelnemers verleidt anderen in hun omgeving om een beroep te doen op hun verruimde middelen. Dat stelt hun voor soms zeer ongemakkelijke dilemma’s.

Ook bleek aan het begin van het traject ongemak op treden door ongelijke onderlinge posities tussen gevers en de ontvangers. Dit ongemak werd enigszins overwonnen door erover te praten en gelijke waarde en de inherente waardigheid van iedereen te eren. Dit doen we binnen het collectiefkapitaalproject door het gevoel te ondersteunen dat iedereen erbij hoort. Concreet houdt dit in dat binnen het project ieders talenten, overtuigingen, achtergronden en leefwijzen van haar leden wordt erkend en gewaardeerd.

De resultaten van dit experiment laten zien dat bestaanszekerheid niet alleen een kwestie is van geld, maar ook van onvoorwaardelijk vertrouwen en waardigheid. Dat is een fundamenteel andere kijk op ‘bezittingen’ en de herverdeling zoals gehanteerd binnen het huidige sociale zekerheidsstelsel.

Jaswina Elahi is senior-onderzoeker bij het Rathenau Instituut. Daarnaast is zij als vrijwilliger binnen Collectief Kapitaal actief als actie-onderzoeker. Op www.collectiefkapitaal.nl staat meer informatie.

 

Foto: tom_bullock (Flickr Creative Commons)