Historisch erfgoed geeft energie en spanningen

Cultureel en historisch erfgoed zorgt voor een prettige leefomgeving waar mensen graag wat extra’s voor neerleggen. Aan de andere kant is uitsluiting inherent aan immaterieel erfgoed, wat soms spanningen oplevert.

Bij een inventarisering van de betrokkenheid van burgers bij cultureel en historisch erfgoed ontdekten wij dat erfgoed voor heel veel mensen een belangrijke invloed uitoefent op hun dagelijks leven. Ze proberen het bijvoorbeeld in stand te houden, verzamelen informatie over erfgoed of, zoals onlangs weer bleek toen 200 jaar Waterloo herdacht werd, spelen zelfs historische gebeurtenissen na.

Kennis van regionale geschiedenis geeft wortels en context

Allereerst verschaft historisch erfgoed, geschiedenis in het algemeen en van familie of regio ons wortels en context. Erfgoed vertelt ons waar we vandaan komen en zegt daarmee ook iets over wie we zijn en waar we naar toe (willen) gaan. In een wereld die steeds groter, sneller en ook onpersoonlijker wordt, kan dit erfgoed functioneren als een baken van rust en herkenning: het verschaft ons grenzen en een horizon. Een genealoog in Alphen aan den Rijn die we spraken verwoordde dit als volgt: ‘Mensen voelen zich geen Europeaan. […]. Wij zijn geen Europeaan, wij zijn Nederlander, sterker nog, wij zijn Alphenaar.[…]. Mensen willen hun eigen identiteit vasthouden. Mensen willen zichzelf zijn. Dat zijn ze door Alphenaar te zijn of Hollander, maar dat betekent ook dat ze willen weten waar hun roots zitten.'

Erfgoed heeft ook iets sympathieks, het is niet kil, inwisselbaar en functioneel, maar geeft veel mensen een warm, persoonlijk en authentiek gevoel. Molenaars noemen het gemaal in Alphen – een machine die uiteraard effectiever en betrouwbaarder is dan een watermolen – veelzeggend en met de nodige minachting ‘het ding’. Erfgoed is bijna altijd uniek – er is bijvoorbeeld maar één Mauritshuis – en dat geeft het object iets persoonlijks. Geen enkel grachtenpand in Amsterdam is inwisselbaar, ze hebben allemaal hun eigen (unieke) vorm. Dit staat natuurlijk in schril contrast met moderne generieke nieuwbouw: rijtjeshuizen zijn exacte kopieën van elkaar.

Historische binnensteden populairder dan ooit

Het zal dan ook niet verbazen dat steden met een historische binnenstad, zoals recent onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (2015) heeft uitgewezen, populairder zijn dan ooit. Nederlanders willen er wonen en betalen daar ook graag wat extra voor. Zelfs huizen die nu gebouwd worden in een retrobouwstijl - strikt genomen zijn deze gebouwen zelf dus (nog) geen erfgoed, maar hun bouwstijl is dus wel gebaseerd op het al bestaande erfgoed – zijn meer waard dan vergelijkbare moderne huizen laat het onderzoek zien: ‘Hoe traditioneler het nieuwbouwhuis des te duurder het is [….]. Waar Vinex woningen die ‘verwijzend naar historische stijlen’ gemiddeld 5 procent duurder zijn dan eigentijdse huizen,is dat bij neo-traditionele huizen 14 procent.’[1]

Ook voor toeristen is de aanwezigheid van een historische binnenstad samen met de aanwezigheid van een universiteit en een breed cultureel aanbod een van de drie belangrijkste trekpleisters (Querl & Swart, 2014). Erfgoed wordt dus gewaardeerd, het maakt de omgeving leefbaar in de meest letterlijke zin van het woord: Nederlanders vandaag de dag leven, werken en recreëren graag in, tussen en bij erfgoed.

Erfgoed is een bron van spanningen

Erfgoed maakt echter niet alleen positieve gevoelens bij velen los, maar is tegelijkertijd ook een bron van spanningen en conflict. Wat we het bewaren waard vinden, zegt namelijk ook iets over wat we belangrijk, goed en waardevol vinden. Zeker in de eigentijdse multiculturele samenleving is niet iedereen het daar over eens. Waar Zwarte Piet bij veel Nederlanders dus het warme gevoel van een oude en vertrouwde traditie oproept, zijn er ook Nederlanders die dit gevoel niet delen.

Dat is niet meer dan logisch. Zoals de Raad voor Cultuur in een recent advies (Raad van Cultuur, 2014) terecht opmerkt, is veel immaterieel erfgoed, zoals onze Zwarte Piet-traditie, juist tot stand gekomen in processen van groepsafbakening, in strijd tussen groepen en daarmee dus zeker geen uiting van mutual respect.

‘Vele tradities, kenmerkend voor een bepaald land of een bepaalde bevolkingsgroep, kunnen worden gezien als strijdig met de huidige rechten van de mens. Onderscheid tussen man en vrouw is daarbij een duidelijk voorbeeld, naast onderscheid dat is terug te voeren op voormalige koloniale verhoudingen en verschil in etniciteit. Immaterieel erfgoed is per definitie niet “onschuldig”. Dat ontkennen of negeren is naar oordeel van de raad riskant. De raad adviseert dan ook de definitie van immaterieel erfgoed in ieder geval in de nationale aanpak zo breed mogelijk te hanteren. Alle uitingen die als kenmerkend worden beschouwd voor en gedragen en in stand gehouden door een bepaalde gemeenschap, inclusief eventueel bijbehorende discussie, dienen te vallen onder de term immaterieel erfgoed.’ (Raad van Cultuur, 2014)

Het meest extreme maar ook veelzeggende voorbeeld van ‘erfgoedenergie’ zijn de passies die monumenten in Irak en Syrië bij IS-strijders losmaken. Deze monumenten worden gezien als een negatie van hun ideologie en moeten dus vernietigd worden. Een fenomeen dat trouwens ook onze eigen geschiedenis niet vreemd is: veel katholieke kerken in ons land zijn in de zestiende eeuw ten prooi gevallen aan protestanten.

Erfgoedenergie

Erfgoed motiveert en beweegt dus veel mensen. Het maakt zowel positieve als negatieve reacties los. Erfgoed is allerminst iets uit een grijs en ver verleden dat onder een grote laag stof vandaan moet worden gehaald. Integendeel, zoals ons onderzoek (van den Broek & van Houwelingen, 2015) uitwijst, zijn heel veel Nederlanders er elke dag actief mee bezig en dat maakt gisteren voor vandaag zo relevant en belangrijk.

Gsiteren vandaag

 

Pepijn van Houwelingen en Andries van den Broek zijn werkzaam als onderzoekers het Sociaal en Cultureel Planbureau in de onderzoeksector Participatie, Cultuur en Leefomgeving.

Literatuur
Broek, A. van den & Houwelingen, P. van (2015). Gisteren vandaag. Erfgoed belangstelling en erfgoedbeoefening. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Planbureau voor de Leefomgeving (2015). De stad: magneet, roltrap en spons. Bevolkingsontwikkeling in stad en stadsgewest. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
Querl, B. & Swart, K. (2014). Wat maakt een stad aantrekkelijk voor bezoekers? Het toeristisch imagoonderzoek 2014. NRIT magazine, 2, pp. 12-15.
Raad voor Cultuur (2014). Advies immaterieel erfgoed. Den Haag: Raad voor Cultuur.

Links
[1] http://www.nrc.nl/nieuws/2014/08/07/nieuw-huis-in-retrostijl-duurder-dan-gewoon-huis/