Jeugdprofessionals, erken en gebruik de waarde van cultuuruitingen

Theatervoorstellingen of films waarin jongeren zich herkennen, raken hen diep, blijkt uit onderzoek van Jacomijne Prins en collega’s. Om de maatschappelijke waarde van deze impact te vergroten, moeten jeugdprofessionals het gesprek met jongeren buiten de bios en het theater voortzetten.

We weten allemaal intuïtief wat een goed verhaal bij ons teweeg kan brengen. Op basis van zes jaar onderzoek, naar veertien verschillende culturele projecten en op basis van de respons van meer dan vierduizend (jonge) mensen, kunnen we de waarde van verhalen ook prima duiden.[1]

Wat doet het met je als je jezelf niet kunt herkennen in de verhalen die je ziet, leest, hoort? De Amerikaanse schrijver en Pulitzerprijs winnaar Junot Diaz beschrijft hoe hij zich als jonge jongen, zonder enige vorm van culturele representatie een monster voelde, een vampier, iemand zonder reflectie in de spiegel. Iemand die er niet is, die er niet mag zijn.

Tegengaan van radicalisering

De theatervoorstellingen, documentaires, een boek en onderwijsprogramma’s die wij sinds 2016 hebben onderzocht, laten zien hoezeer jongeren geraakt worden door de confrontatie met verhalen waarin ze zich op een realistische of positieve manier kunnen herkennen (zie ook eerder op deze site).

De voorstelling Jihad, de voorstelling (2016), gericht op het tegengaan van radicalisering, liet op veel jongeren een diepe indruk achter. Vooral moslimjongeren werden door deze voorstelling geraakt: ‘Dit vond ik een van de beste momenten ooit. Alles waar ik aan dacht, hebben jullie precies in deze voorstelling gezet. Ik heb hier geen woorden voor, maar ik zou jullie graag persoonlijk willen ontmoeten’ (Prins e.a. 2017).

De verbinding met zichzelf maakt jongeren weerbaarder tegen de uitsluiting

Representatie is belangrijk. Wie wil voorkomen dat jongeren afdrijven van de Nederlandse samenleving moet niet alleen investeren in verhalen die hen weerhouden van het maken van verkeerde keuzes, maar ook of juist, in de verhalen die verbinden.

Veel onderzoek naar verhalen gaat over de verbindende kracht van verhalen op basis van empathie. Het onderzoek dat wij de afgelopen zes jaar deden, laat zien dat er een andere vorm van verbinding is die verhalen teweegbrengen waarover nauwelijks wordt geschreven: de verbinding met jezelf, met de mensen van je eigen gemeenschap, met de gelaagdheid van je identiteit en je ervaringen. De verbinding met zichzelf maakt jongeren weerbaarder tegen de uitsluiting die ze in deze maatschappij ervaren.

Jongeren krijgen inzicht

Naast een eerlijke en volledige representatie is het belangrijk voor jongeren om zelf bekend te raken met de kracht van (hun eigen) verhalen. Door je verhaal te vertellen, krijg je inzicht in wat je is overkomen, en ook zicht op wat je zou willen veranderen, wat er moet veranderen voor andere jongeren zoals jij (zie ook eerder op deze site).

In het filmgedicht Grip doen jongeren hun verhaal over eenzaamheid en depressie (Schaank, Van der Laar & Prins 2023). In ons onderzoek zagen wij hoe dit filmgedicht de jongerenwerkers die ernaar keken, verpletterde. De verhalen brachten op hen de gevoelens van eenzaamheid en depressie over waar jongeren mee worstelen. Op basis van hun eigen gevoelens dachten ze na over hoe ze deze jongeren (anders) konden bejegenen.

 ‘Deze voorstelling heeft mijn ogen geopend’

Het script van de korte film Shank (over messengeweld) werd mede geschreven door jongeren wiens levens verweven waren met de straat (Rosalina & Prins 2023). Als professioneel acteur speelden ze de dingen die ze meemaakten op straat. Gedurende het onderzoek naar dit project zagen we deze jongeren groeien, als ervaringsexpert, als acteur, en regie nemen over hun eigen verhaal.

Parallel aan maatschappelijke discussie

Ons onderzoek in de afgelopen zes jaar liep parallel aan een maatschappelijke discussie over het belang van representatie. Niet eerder was er zoveel aandacht voor onderdrukte of ondergewaardeerde perspectieven. Mede dankzij de verhalen die we mochten onderzoeken groeit er nu een generatie jongeren op die weten dat ze er mogen zijn. Die weten dat hun verhalen ertoe doen. Dat zij ertoe doen. De waarde daarvan is niet in cijfers uit te drukken.

Ze is te vinden in de reacties van jongeren en volwassenen die door een voorstelling geraakt worden en die een voorstelling beschrijven als een moment van reflectie of verandering in hun leven: ‘Dank je wel denk ik. Zelden dat ik een boek lees waarin ik mijzelf kan herkennen. Het niet herkenbare is de norm, dus veel miste ik niet – dacht ik. Little did I know, dat zulke verhalen er nog dieper inhakken. Dank hiervoor. You just made a hijabi feel recognised …’ (Prins & Swinkels 2021).

Praat met jongeren over wat een verhaal bij hen teweegbrengt

‘Mij is bijgebleven, dat ik nu weet wat ik fout heb gedaan. Deze voorstelling heeft mijn ogen geopend. Ik heb zo veel spijt van alle fouten die ik heb gemaakt. En ik ga m’n best doen om alles recht te zetten in sha Allah’ (Prins e.a. 2017). We zullen nooit weten wat de jongen in deze laatste quote in zijn eigen ogen verkeerd deed, en wat het voor de samenleving heeft betekend dat hij zijn ‘leven heeft gebeterd’. Net zomin weten we wat het de samenleving precies oplevert dat er een generatie opgroeit die kracht en zelfvertrouwen put uit de verhalen die ze zien, lezen en horen.

Misschien zijn dit ook geen relevante vragen. Erkenning is belangrijk omdat menselijke waardigheid en sociale rechtvaardigheid intrinsiek van belang zijn, maar ook omdat een gebrek aan erkenning (dat zich uit in bijvoorbeeld stigmatisering en discriminatie) van invloed is op het fysieke en subjectieve welbevinden van mensen (Lamont 2018).

Jeugdprofessionals, zet verhalen in

Waar het aan ontbreekt is dat we de waarde van verhalen erkennen, en de verhalen niet loslaten op het moment dat ze uit de theaters of bioscopen verdwijnen. Een voorstelling is vaak het einde van een lang proces van ‘op verhaal komen’, maar laat het daar niet bij eindigen. Laat het verhaal het begin zijn van een keten. Praat met jongeren in theaters, in klassen, in buurthuizen, op ministeries, over wat een verhaal bij hen teweegbrengt. Tot welke inzichten het leidt, tot welk handelingsperspectief.

Voor deze keten kan de maker niet alleen verantwoordelijk zijn. De makers maken. Mijn pleidooi is vooral gericht aan jeugdprofessionals – docenten, jongerenwerkers en beleidsmakers in het jeugddomein – om de maatschappelijke waarde van verhalen te vergroten en de verhalen op te pakken en in te zetten als aanjager van het gesprek. Of dit gesprek nu gaat over mentale gezondheid, jeugdcriminaliteit of seksualiteit. Daarbij moeten ze niet in de val te trappen dat er één verhaal is dat de samenleving beter zal maken. De kracht van verhalen zit in verhalen zelf, maar ook in de diversiteit van het aanbod.

Jacomijne Prins werkt als onderzoeker aan het lectoraat Jeugd en Samenleving van de Hogeschool Inholland.

 

Noot:

[1] Al het onderzoek waar in deze publicatie naar verwezen wordt is sinds 2017 uitgevoerd in opdracht van Fonds ZOZ als onderdeel van het Prins Bernhard Cultuurfonds; de resultaten zijn verschenen op de informatiebank van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).

 

Foto: Still uit de film Shanks