Na corona drinken studenten eerder meer dan minder

Trink, trink, brüderlein trink, dit liedje van Will Glahé wordt door menig student na corona wel heel letterlijk genomen. De doelen van het Nationaal Preventie Akkoord dreigen daardoor uit het zicht te verdwijnen, aldus de Nijmeegse hoogleraar Psychopathologie Jacqueline Vink.

Studenten staan erom bekend regelmatig en veel alcohol te drinken. Tijdens een introductieweek, studentenfeest of bij het uitgaan vloeit de alcohol over het algemeen rijkelijk. Overmatig alcoholgebruik door studenten brengt risico’s met zich mee. Het heeft impact op de hersenontwikkeling, en kan leiden tot psychosociaal disfunctioneren, delinquent en agressief gedrag, studievertraging en hoge (zorg)kosten voor de samenleving.

Doel van het Nationaal Preventieakkoord is dat het aantal studerende jongvolwassenen dat overmatig en/of problematisch drinkt tussen 2018 en 2040 met 50 procent afneemt.

In coronatijd zagen we bij een groot deel van de studenten een daling van het alcoholgebruik. De uitleg hiervoor is dat studenten vaak vanuit sociale motieven drinken. Gedwongen door de coronamaatregelen ging de horeca op slot en vielen sociale activiteiten grotendeels weg. Grote bijeenkomsten zoals festivals en feesten waren verboden.

Inhaalslag

Nu de coronamaatregelen volledig opgeheven zijn, is de vraag of het merendeel van de huidige studenten weer evenveel drinken als studenten voor de Covid-19-uitbraak deden. De resultaten van een aantal grootschalige vragenlijstonderzoeken onder studenten van de Radboud Universiteit wijzen zelfs in de richting van een inhaalslag.

Tijdens de eerste lockdown in voorjaar 2020 was het gemiddeld aantal glazen alcohol per week een stuk lager dan voor de Covid-19-uitbraak, in de metingen daarna nam het gemiddelde weer toe. Voor de periode mei-juni 2022, toen de coronamaatregelen niet meer van kracht waren, rapporteren studenten significant meer glazen alcohol per week te hebben gedronken dan daarvoor (figuur 1)

Figuur 1. Gemiddeld aantal glazen alcohol per week gerapporteerd door studenten van de Radboud Universiteit in de periodes: voor COVID-19 (retrospectief uitgevraagd in mei 2020) en in mei 2020 (eerste lockdown) gemeten in COVID-19 International Student Well-being study (n=750 mannen, n=1743 vrouwen), in mei/juni 2021 (n=326 mannen, n=701 vrouwen) gemeten in een vervolgmeting, en in oktober/november 2021 (wave1, n=1013 mannen, n=2649 vrouwen) en mei/juni 2022 (wave 2, n=1047 mannen, n=2571 vrouwen) van het Healthy Student Life project.

Bij het regelmatig binge drinken zien we eenzelfde patroon. Onder binge drinken verstaan we in deze studie dat mannen minstens 2x per week 6 glazen alcohol drinken op gelegenheid en vrouwen vier glazen. Voor de coronacrisis gold dit voor ruim 15 procent van de mannen (zie figuur 2). Voor vrouwen is het percentage in de figuur een onderschatting en daarom grijs. Het percentage binge drinken, zakte naar 10 procent voor mannen tijdens de eerste lockdown in mei 2020 en nam bij de volgende metingen weer toe. Bij een meting in mei/juni 2022 bedroeg het aantal binge drinkers onder mannen bijna 19 procent, onder vrouwen 13 procent.

Figuur 2. Percentage studenten dat regelmatig aan binge drinken doet. Dit betekent minstens 2 keer per week zes glazen alcohol voor mannen of vier glazen voor vrouwen per gelegenheid. In de metingen van voor COVID-19, mei/juni 2020 en mei/juni 2021 is gevraagd hoe vaak vrouwen 6 of meer glazen per gelegenheid drinken in plaats van 4 of meer glazen. Hierdoor zullen de percentages voor vrouwen een onderschatting zijn, en daarom zijn ze grijs. Data afkomstig uit dezelfde vragenlijststudies als van figuur 1.

Drinkebroers in beeld

Als we verder inzoomen op binge drinken in 2022, dan zien we dat 29 procent van de studenten zich 2 tot 4 keer per maand daaraan schuldig maakt. Opgeteld betekent dit dat 47 procent van de mannelijke en 43 procent van de vrouwelijke studenten aan binge drinken doet (zie figuur 3).

Figuur 3. Frequentie binge drinken in Healthy Student Life project, meting 2 (mei/juni 2022) apart voor mannen (n=1047) en vrouwen (n=2571).

Een andere manier om naar het alcoholgebruik van studenten te kijken, is door het percentage overmatige drinkers in beeld te brengen. De definitie van overmatig drinken is meer dan 21 glazen alcohol per week voor mannen en meer dan 14 glazen alcohol per week voor vrouwen. Ongeveer 12,7 procent van de mannelijke studenten en 8,5 procent van de vrouwelijke studenten doet dat. Dit is in lijn met de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten die door het Trimbos instituut is afgenomen in maart-mei 2021. Daaruit bleek dat 12 procent van de wo-studenten overmatig dronk.

Nog geen daling ingezet

Het Nationaal Preventieakkoord loopt thans vijf jaar. De cijfers laten zien dat de beoogde daling van het problematisch en overmatig alcoholgebruik door studenten nog niet is ingezet. Belangrijke kanttekening hierbij is dat er grote individuele verschillen zijn tussen studenten. Lang niet elke student doet mee aan drankspelletjes of is dol op comazuipen.

De drinknorm – hoeveel je denkt dat je medestudenten drinken – leidt ertoe dat je zelf meer drinkt

Er zijn meerdere factoren die de individuele verschillen verklaren. Denk aan erfelijke aanleg (verslavingsgevoeligheid), persoonlijkheidskenmerken (impulsiviteit, sensatiezucht), ernstige gebeurtenissen (problemen, zorgen in het dagelijks leven) en drinkmotieven.

Ook de sociale normen rondom alcoholgebruik door studenten spelen een grote rol. De drinknorm – hoeveel je denkt dat medestudenten drinken – wordt vaak overschat, en leidt ertoe dat je zelf meer drinkt.

Ten slotte blijkt de beschikbaarheid en de prijs van alcohol een belangrijke factor. De drankindustrie werkt met kortingen voor studentenverenigingen als zij grote hoeveelheden bier afnemen, en dus aan hun leden verkopen.

Alle hier genoemde factoren die overmatig en problematisch alcoholgebruik onder studenten in de hand werken, kunnen omgekeerd handvatten bieden om het onbegrensde drinken te beteugelen en terug te dringen en het preventieakkoord de schwung geven die er nu nog aan ontbreekt.

Jacqueline Vink is hoogleraar Psychopathologie met focus op verslaving aan de Radboud Universiteit Nijmegen

 

Foto: Rienk Jan Schurer (Flickr Creative Commons)