INTERVIEW Verveling doorbreek je niet online

Hoe gaat het nu met jongeren? En met het werk van jongerenwerkers? In gesprek met met Rajae Aoulad-Abdelaziz, meidenwerker in Amsterdam Nieuw-West, en Duko van Nierop, jeugdadviseur in de wijk en op school in Amsterdam Noord.

Rajae Aoulad-Abdelaziz

Hoe zag jullie werk er voor coronatijd uit?

Rajae: ‘In de Matrixx (het jongerencentrum van Combiwel in Nieuw-West, red.) werken we meestal met jongeren van elf jaar en ouder. Mijn basiswerk is preventief: alle meiden in de buurt een veilige thuisbasis bieden, een gezonde lifestyle aanmoedigen en hun weerbaarheid vergroten. Voor corona boden we allerlei cursussen over identiteit en grenzen stellen aan die goed bezocht werden.’

Duko: ‘Voor een deel werk ik als schoolmaatschappelijk werker op een mbo waar ik een stuk of twintig jongeren van zestien jaar en ouder individueel begeleid en daarnaast werk ik in de wijk. De meeste jongeren op straat ken ik al jaren.’

Hoe gaat het nu met die jongeren?

Duko: ‘Nou, ze hebben het gevoel dat school minder van hen verwacht. Een groep blijft hierdoor nog meer thuis en gaat nog meer in hun hoofd zitten, een andere groep heeft het gevoel dat ze een beetje vakantie hebben. Die zijn vooral aan het chillen en zeggen: “Ik log wel even in met ZOOM, dan staat mijn naam er en dan slaap ik verder.” Uit verveling zie ik verder een soort kat-en-muisspel ontstaan: Jongeren die eerst op straat hangen en soms overlast bezorgen, daar in botsing komen met handhavers of de politie, naar een box of garage verplaatsen, daar weer gevonden worden, weer een andere plek zoeken... In bepaalde wijken is het een leuk spel geworden.’

R: ‘Dat kat-en-muisspel herken ik hier wel en Osdorp lijkt soms bijna coronavrij, zoveel mensen zijn er op straat! Jong en oud trouwens. Weinig mensen houden zich echt aan de 1,5 meter.’

Duko van Nierop (foto: Scott Gorman)

Wijzen jullie de jongeren daarop?

R: ‘Natuurlijk! Ik heb echt een voorbeeldfunctie natuurlijk, dus ik houd de regels ten alle tijden in acht. Soms is dat heel moeilijk. Dan loop ik op straat en komt er een groepje meiden op me afrennen om me een knuffel te geven. “Ga weg!” roep ik dan (lacht, red.). Het liefst zou ik ze terugknuffelen, maar dat kan helaas niet.’

Hoe zien jongeren de maatregelen denken jullie?

D: ‘Ja, sommige jongeren voelen zich onsterfelijk hè. Met hen ga ik in gesprek over ouders en opa’s en oma’s en hun verantwoordelijkheid. Andere jongeren lopen juist allemaal met handgel in hun tasjes of zijn bang voor de boete. Het verschilt ook.’

R: ‘Een aantal meiden die ik sprak zeiden: “Corona bestaat helemaal niet, ze houden ons voor de gek.” Facebook en Insta staan vol complottheorieën. Sommigen van hen zoeken dat helemaal uit en hebben allemaal argumenten om hun idee te ondersteunen. Die sturen ze me weleens door, soms is het best moeilijk om er iets tegenin te brengen!’

Is het voor jullie moeilijker om jullie werk te doen?

D: ‘Ja, vind ik wel. Ik besef nu hoe zeer dat fysieke contact onderdeel is van mijn werk. Als ik jongens tegenkom op straat geef ik normaal een boks, als je aan het geinen bent geef je eens een klap op iemands schouder en jongens zijn onder elkaar ook heel fysiek natuurlijk. Stoeien, irriteren, je kent het wel. Laatst stond ik bij een groepje jongens en toen gingen er allemaal grappen heen en weer en was ik even niet snel genoeg. Normaal geef ik dan even een duwtje. Nu stonden we op anderhalve meter naar elkaar te kijken, awkward.’

R: ‘Ik vind het heel moeilijk om de meiden te motiveren om mee te blijven doen aan online activiteiten. Vooral de meiden die niet social media addicted zijn en geen behoefte hebben aan dat online wereldje zijn moeilijk. Als ik zou voorstellen om een rondje Sloterplas te lopen, zou ik ze alle tien mee hebben, maar op de wekelijkse online sportsessie komt bijna niemand. Het is veel minder gezellig.’

D: ‘De vraag die ik het meest krijg is: Wanneer gaat het buurthuis weer open?

R: ‘Ja, verveling doorbreek je niet online.’

Zijn er jongeren waarvan jullie niet weten hoe het met ze gaat?

R: ‘Ja, een aantal jongeren van de Matrixx hebben we lang niet gezien. We zijn gewend om activiteiten voor groepjes aan te bieden en dat kan nu niet. We hebben nog geen alternatief, we willen niet gaan selecteren van; jij wel, jij niet – maar je wil ook niet met teveel jongeren over straat lopen.’

D: ‘Met alle jongeren via school heb ik via de app of videobellen contact en de jongeren die ik uit de buurt ken, kan ik in noodsituaties opzoeken. Een aantal jongeren die ik begeleid komt bijvoorbeeld het huis niet meer uit en glijdt steeds verder weg in een depressie. Met hen loop ik elke week op anderhalve meter afstand een rondje.’

Vermoeden jullie meer psychische en sociale problematiek?

D: ‘Zeker. Alleen al omdat veel behandelingen en trajecten gepauzeerd zijn. Psychologische behandelingen die niet op afstand kunnen zoals EMDR-behandelingen, maar ook trajecten als reclassering, taakstraffen en stages staan on hold. Jongeren die stappen aan het zetten waren op de goede weg, zie je soms een terugval krijgen. Stage gaat niet door, thuis is het niet fijn, dus hangen ze weer vaker op straat en daar komen ze als ze pech hebben weer in contact met de politie. Je ziet ook een groot verschil tussen jongeren met ouders die het thuisonderwijs snappen en wel een beetje bijblijven en kids met ouders die dat niet snappen. Die raken verder achterop.’

R: ‘De verslaving onder jongeren neemt ook toe. Jongeren die een beetje blowen doen het meer en jongeren die al verslaafd waren, hebben zonder school en bijbaan echt een probleem. Als ze schulden hebben zakken ze daar nog verder in. Eén van hen zei laatst: “Ik blow om overdag heerlijk te slapen.”

Hoe is het voor jongeren dat ze niet weten hoe de toekomst eruit ziet? Hebben ze last van een gebrek aan perspectief?

D: ‘Ik denk dat ze vooral een gebrek aan structuur en discipline hebben. Ik heb meegemaakt dat jongeren die hard hun best hadden gedaan om een leuke stageplek te vinden nu zijn ontslagen, omdat ze twee keer een ZOOM meeting om negen uur ’s ochtends hadden gemist.’

R: ‘Ja, die discipline is wel een ding. Bij de Matrixx hebben we acht stagiaires die we nu elke week een kleine opdracht geven. Ze maken ze bijna niet, ondanks alle tijd. Het is heel vermoeiend, maar daar ga ik dan weer achteraan. We moeten wel doelen blijven stellen. Soms vraag ik me af of we nu niet teveel een lakse houding bij jongeren accepteren. Hoe krijgen we straks weer die frisse energie en het enthousiasme?’

D: ‘Ik denk dat dat wel goed komt. Veel jongeren snakken ernaar gewoon weer te beginnen. Ik hoop vooral dat jongeren in de toekomst nog een kans krijgen, dat ze weer in kunnen stromen in een stage of ander traject, ondanks een misstap in deze tijd.’

Laatste vraag: Zijn er dingen die jullie positief verrast hebben?

D: ‘Het digitale contact is me meegevallen, dat is wel positief. Sommige jongeren die ik voorheen een keer een uur per week zag, spreek ik nu drie keer per week twintig minuten en zo blijf ik eigenlijk beter op de hoogte. Na corona zal ik dat wel vaker blijven gebruiken, denk ik.’

R: ‘We hebben al een aantal positieve acties opgezet, een bloemenactie waarvoor jongeren iemand konden nomineren en waar heel leuke reacties op kwamen en we hebben bloemen uitgedeeld aan een bejaardentehuis, waarbij jongeren op afstand van elkaar muziek maakten. Ik vond het leuk om te zien dat dit de jongeren goed deed. Ik vind het ook leuk om te zien hoe slim sommige jongeren zijn. Jongeren die zagen waar geld te verdienen was, en gelijk pakketbezorger zijn geworden of bij de Albert Heijn gaan werken. Zij vervullen nu de baantjes waardoor anderen veilig aan hun boodschappen komen. Daar kunnen we ze wel dankbaar voor zijn!’

Evelien Vos is redacteur bij Socialevraagstukken.nl

 

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com) - Foto van Duko door: Scott Gorman