INTERVIEW Paul Blokhuis over 40.000 daklozen: Liever huizen bouwen dan opvangen in voorzieningen

Begin juni presenteert staatssecretaris Blokhuis (VWS) zijn plan van aanpak tegen dakloosheid. Via een veilige beeldverbinding laat hij zich alvast bevragen. ‘Vrijwel de helft van de 40.000 daklozen in Nederland kan direct naar een woning, een deel zelfs zonder begeleiding.’

Vorig jaar meldde het CBS dat het aantal daklozen in Nederland was verdubbeld naar bijna 40.000. Staatssecretaris Paul Blokhuis: ‘Ik schrok me rot. Toen zeiden sommigen dat ik eens onder die steen vandaan moest komen, jij bent toch de verantwoordelijke staatssecretaris? Maar ik ben toen oprecht geschrokken. Want de signalen dat het aantal daklozen toenam hadden we, maar zo fors, in zo’n korte tijd, daar had nog niemand cijfers van gezien.’ Hij liet het er niet bij zitten, bezocht tal van gemeenten en opvanglocaties, arrangeerde bijeenkomsten met betrokkenen. In juni presenteert hij zijn plannen voor een aanpak.

Hoe gaat het momenteel in de maatschappelijke opvang?

‘We zien nu iets heel paradoxaals: we willen dat iedereen binnenblijft, maar tegen daklozen zeggen we dat we geen ‘binnen’ voor hen hebben. Dat wringt. Dus toen corona om zich heen greep hebben we met betrokken partijen uit de opvang en van gemeenten direct een “oploop” georganiseerd, om te bepalen waaraan goede opvang in crisistijden moet voldoen. Om te beginnen moet je iedereen, dus ook ongedocumenteerden,’s nachts onderdak bieden. Bij voorkeur ook overdag, zodat er altijd een plek is om binnen te zijn, om je te wassen, te douchen en naar het toilet te gaan. Dat lukt nog niet overal maar is wel het uitgangspunt.’

Hoe realiseer je in opvangsituaties anderhalve meter afstand?

‘Ik kom weleens in opvangvoorzieningen waar je nog vierpersoonskamers hebt met stapelbedden. Maar ook daar willen we de afstand en daarom is in veel gemeenten uitgeweken naar sporthallen, hotelvoorzieningen of scoutinggebouwen. Er is veel creativiteit ingezet en als ministerie staan we in voor de meerkosten.’

Is die anderhalve-meter-samenleving op langere termijn haalbaar?

‘Het wordt lastig, juist deze mensen zie je vaak in groepjes bij elkaar zitten en je doet ze wel wat aan als je ze verbiedt om bij elkaar te komen.’

In plaats van in opvang wilt u investeren in reguliere woningen.

‘Ja, we willen dat gemeenten hun heil minder zoeken in opvang. Vrijwel de helft van de 40.000 daklozen kan direct naar een woning, en een deel zelfs zonder begeleiding. Dit verzin ik niet zelf, maar dit zeggen de gemeenten. Als we daar in investeren, en dat vraagt dus vooral ook huisvesting, dan hebben we gelijk antwoord op de vraag hoe we die anderhalve meter organiseren.’

De voorstellen tegen dakloosheid die u in juni presenteert zullen mede gebaseerd zijn op het advies eerder deze maand van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Die bepleit een fundamentele ommekeer: in plaats van opvangen en verzorgen liever woningen realiseren. Tijdens de presentatie van dat advies stelde Divosa-voorman Erik Dannenberg echter dat dak- en thuislozen die gehuisvest worden ‘natuurlijk altijd begeleiding moeten krijgen’. Nu stelt u dat dit voor tenminste de helft van de acuut woningzoekenden niet nodig is. Hoe kan dat nou?

‘Alle centrumgemeenten hebben bij ons informatie aangeleverd over hun daklozenpopulatie en daaruit blijkt dat de helft zonder, of met een klein beetje begeleiding, zelfstandig kan wonen. Als we voor die groep primair naar huisvesting kijken, lossen we het probleem veel efficiënter op. Opvang is duur, die kost gemiddeld zo’n 30 tot 40.000 euro per persoon per jaar. Zelfstandige huurwoningen zijn veel goedkoper en maken mensen gelukkiger. “Maatschappelijke opvang, dat is zó 2018”, zouden mijn kinderen zeggen. In het plan dat we in juni presenteren staat ook dat het verblijf in de opvang normaal gesproken niet langer moet duren dan maximaal drie maanden.’

Speelt beeldvorming over daklozen hier ook een rol? Het beeld van een vervuilde figuur die laveloos in een portiek ligt kent iedereen, maar zo zijn er maar weinig. De meeste dak- en thuislozen herken je helemaal niet op straat.

‘Dit beeld herken ik zeker. Toen ik als wethouder van Apeldoorn (van 2006 tot 2017, red) weleens aan diners met dak- en thuislozen deelnam - waar mijn vrouw tegenwoordig nog steeds bij helpt trouwens - liepen daar mensen rond zoals Swiebertje. Maar bij een groot deel van de mensen zie je helemaal niet dat zij dakloos zijn. Met hen sprak ik regelmatig. Vaak intelligente mensen die in het leven een of meerdere wissels net hebben gemist. Baan kwijt, echtscheiding, woning kwijt, het kan zomaar gebeuren. Zelfs met een baan kun je op straat belanden.’

Uitgangspunt in het RVS-advies is om huisvesting als recht te benaderen. Helpt dat?

‘In feite is dat al zo want het staat in de grondwet, maar de RVS formuleert het wat scherper. Ik zie het als een duw in de rug om stappen te zetten. Dat recht is een goede startpositie om het lopende gesprek met het ministerie van Binnenlandse Zaken - dat over wonen gaat – verder te voeren.’

Laurens Ivens, wethouder huisvesting in Amsterdam, zei onlangs in een uitzending van De Monitor dat de woningnood ook het gevolg is van politieke keuzes die de afgelopen decennia zijn gemaakt. Worden deze keuzes nu anders?

‘Het kabinet zet 1 miljard euro in om de verhuurdersheffing te verlagen. De corporaties ervaren deze heffing als een loden last die hen belemmert bij het bouwen van betaalbare huurwoningen. Het verlagen stimuleert ook het bouwen voor deze doelgroepen en Aedes bevestigt dat. Daarnaast stellen we als kabinet nog een miljard beschikbaar om woningbouw te faciliteren. Die twee miljard is wat mij betreft een goede impuls om weer volop te gaan bouwen.’

Hesther van Buren stelde namens de corporatiekoepel Aedes dat het voor hen moeilijk is om mensen te huisvesten omdat betaalbare woningen allemaal in buurten staan waar mensen met weinig mogelijkheden wonen. Kan er meer spreiding komen?

‘Als je buurtbewoners kan melden dat er goede begeleiding is dan scheelt dat al veel nimby-reflexen. Dit heb ik in Apeldoorn ook meegemaakt, mensen die in het begin heel kritisch waren werden later vrijwilliger in de voorziening waar ze zich eerder zo tegen verzet hadden.’

‘Maar spreiding van zelfstandige huisvesting is een stuk moeilijker te organiseren. Vierkante meters in “sjieke villawijken” zijn zo duur dat een gemeente het niet kan betalen om daar woningen te organiseren voor dak- en thuislozen. In grote gemeenten is wel meer mogelijk. Verder moeten we een beroep op de samenleving doen. Als wethouder merkte ik in gesprekken dat het vaak lukte om mensen mee te krijgen.’

De RVS adviseert een buffer van woningen te creëren voor de opvang van daklozen. U voelt daar wel voor, maar wie moet dat doen?

‘Gemeenten kunnen daarover afspraken maken met corporaties. Ik zie een buffer als een soort garantstelling van de corporaties. Verder is dit volgens mij ook een uitdaging voor de particuliere ontwikkelaars, waar overigens best veel motivatie zit. Zij denken dan bijvoorbeeld aan het ombouwen van een oude fabriekshal naar studio’s met een huur van 400 of 450 euro per maand, dit soort projecten zie ik wel voor me de komende jaren.’

De kostendelersnorm, beter bekend als de voordeurdelerskorting, belemmert mensen om uit kostenbesparing een woning te delen. Kan die niet afgeschaft?

‘Binnen de bestaande wetgeving zijn gemeenten niet verplicht de kostendelersnorm toe te passen. Er moet wel een individuele toetsing zijn, hele groepen buiten de orde verklaren gaat een stap te ver. Gemeenten benutten de mogelijkheid van die uitzondering nu nog te weinig. In het land zeg ik dat ook regelmatig tegen mensen in de uitvoering. Dan kijken ze soms wat glazig en zegt de wethouder dat ze dit gesprek snel gaan voeren. Dan denk ik weleens: “Dat had je toch ook al twee jaar eerder kunnen doen?” Er is binnen de marges van bestaande wetgeving nog veel te winnen, die boodschap zou ik het liefst van de daken willen schreeuwen.’

Gemeenten zouden de ‘discretionaire ruimte’ meer kunnen benutten?

‘Ja, ze zijn bang dat ze buiten het potje van de Participatiewet piesen. Als wethouder zei ik regelmatig dat ze artikel vijf vaker zouden moeten toepassen (de staatssecretaris houdt zijn hand met gespreide vingers voor zijn gezicht). Zie dingen door de vingers en ga gewoon mensen helpen.’

Janny Bakker van Movisie wijst daar ook regelmatig op, maar hoe komt het toch dat gemeenten vaak het gevoel hebben dat ze vastzitten in rijksregelgeving?

‘Moeilijk te verklaren, maar wantrouwen is wel een gemene deler. Wantrouwen ook naar deze doelgroep, alsof mensen er altijd op uit zijn om maximaal te profiteren. Maar met die houding ga je geen mensen helpen. Van die 40.000 dak- en thuislozen zijn de meeste mensen zoals jullie en ik, alleen hebben ze wat wissels gemist.’

RVS-voorzitter Jet Bussemaker bepleit afschaffing van het zelfredzaamheidscriterium als voorwaarde voor toegang tot de opvang. Als iemand zich meldt is dat al een hulpvraag, zegt de raad.

‘Mensen vragen niet voor de lol om hulp, dat is waar, maar tegelijk snap ik dat gemeenten houvast willen. Ik wil het gesprek hierover wel aan, maar de reflex kan niet worden dat iedereen die zich meldt per definitie een woning krijgt. Als je jezelf kunt redden dan moet je dat doen.’

De opvang heeft nu regelmatig te maken met mensen die geen toegang kregen en die er na een paar jaar ‘sofahoppen’ veel slechter aan toe zijn en dan alsnog toegang krijgen. Dat is niet erg effectief, de kosten die we dan maken zijn een stuk hoger.

‘Eens. Zo organiseren we maatschappelijke ellende en ben je als overheid dief van je eigen portemonnee. We moeten hulpvragen altijd serieus nemen en dat vraagt van mensen in de uitvoering veel empathie en fingerspitzengefühl.’

Eind 2018 nam de Tweede Kamer een motie aan van CDA-kamerlid René Peters om huisuitzettingen wegens schulden te verbieden. Maar de motie wordt niet uitgevoerd. Waarom niet?

‘Ik ben het met René Peters eens dat we uitzettingen tot een absoluut minimum moeten beperken. Hierover hebben we als VWS indringende gesprekken met Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken. We doen het trouwens best goed, maar toch zijn er elk jaar nog zo’n 3000 huisuitzettingen en tachtig procent hiervan is wegens betalingsachterstanden. Dus bijna tien procent van de dak- en thuislozen organiseren we zelf. We moeten ons sterker gaan realiseren dat mensen die we uitzetten toch weer een huis nodig hebben. Daarom zit ik nu op de lijn om in te zetten op ‘gedwongen’ schuldsanering.’

Marc Räkers is verbonden aan Eropaf! Marcel Ham is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale vraagstukken.

Update: op 3 juni maakte het kabinet de plannen voor de aanpak van dakloosheid bekend. Het wil voor 1 januari 2020 10.000 woonplekken extra voor dak- en thuisloze mensen hebben gerealiseerd.  

 

Foto: Ministerie van VWS

Dit artikel is 7040 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Doe ook wat aan de absurde wet die bepaalt dat psychiatrische patiënten bij gedwongen opname of opname langer dan 3 mnd. hun wwb uitkering zien slinken naar 300 pm.. Waardoor ze hun huur en vaste lasten niet meer kunnen betalen en voor nog groter problemen komen te staan bij terugkomst in de maatschappij. Deze wet was bedoeld voor gedetineerden maar wordt klakkeloos toegepast op patiënten. Gemeenten hoeven hem niet toe te passen maar doen dat wel. In ieder geval de gemeente Rotterdam doet dat helaas.

  2. Ooit begon mijn loopbaan in een huiskamer voor dak en thuislozen. Nu al 30 jaar beroepsmens in het sociale domein. En actief voor de beweging van sociale en positieve mensen. Maar ook actief voor Omslag in Eindhoven, het kenniscentrum voor duurzaam wonen en leven. Het aantal dakloze mensen neemt toe, met als nationale schande het aantal jongeren.

    Ecologisch wonen is nog steeds geen onderdeel van het regeringsbeleid. Dat doen mensen samen realiseren, omdat de overheid de wooncrisis niet kleiner maakt. Wel heeft Nederland circa 3 miljoen alleengaanden. Een passende woning qua inkomen en oppervlakte is nauwelijks beschikbaar. Ook groepswonen komen wij weinig tegen in het beleid. Dat zijn kansen die blijven liggen, waarbij mensen het onderling wel gaan realiseren. Want ook de financiering kan veel moderner. Er is zoveel meer mogelijk dan kopen en huren, zoals sociale koopwoningen. De Tiny house beweging is een actieve beweging van mensen die andere keuzes durven te maken.

    Omslag steunt mensen al 26 jaar in het duurzaam wonen en leven. Dat zijn kansen voor kamers maar ook voor Housing First. Want bij ecologisch wonen deel je de buitenruimte samen. Dat type woningen is ook veel sneller te realiseren. Want in plannen kan je niet wonen, ieder plan is pas een voorraad huizen na circa 3 tot 5 jaar. Het hergebruiken van gebouwen en materiaal is wel een optie. Maar vooral het investeren in mensen, middelen en mogelijkheden vraagt om modern leiderschap.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.