Maastrichtse wachtkamer om huisuitzettingen te voorkomen

Het crisisinterventieteam in Maastricht kan niet altijd voorkomen dat huurders uit hun huis worden gezet. Voor die huurders is er De Wachtkamer, een eenvoudige woonvoorziening waar ze een poosje kunnen nadenken over hoe ze verder willen. Besluiten ze zich onder bewind te laten stellen, dan mogen ze alsnog terug naar hun voormalige woning.

Welzijnsorganisatie Trajekt heeft in 2017 in Maastricht een pilot opgezet om huisuitzettingen door schulden te voorkomen. Daarbij waren ook de woningbouwcorporaties betrokken en het Limburgse Elisabeth Strouvenfonds, dat financiële ondersteuning biedt aan onder andere sociaal-maatschappelijke initiatieven. De samenwerkingspartners waren niet tevreden over de manier waarop tot dan toe werd gewerkt bij het voorkomen van huisuitzettingen.

Tussen 2018 en 2020 wordt bij zo’n 93 procent van ontbindingsvonnissen de daadwerkelijke huisuitzetting voorkomen. Maar Maastricht wil meer. Er wordt daarom onderzocht of door het inlassen van een adempauze in De Wachtkamer het grootste deel van de resterende 7 procent aangezegde huisuitzettingen wegens huurschuld kan worden teruggedraaid.

Prioriteiten stellen

De kern van de aanpak in Maastricht is een outreachende en vasthoudende benadering van de betrokken personen of huishoudens. Elke gelegenheid wordt aangegrepen om contact te leggen met huurders met huurachterstand. Als het moet wordt het contact geforceerd door iemand op het schoolplein of bijvoorbeeld het werk te benaderen.

Vaak zijn drie tot vier maanden genoeg om de situatie van een huurder stabiel te krijgen

Als de basis er eenmaal ligt, wordt gekeken wat nodig is. Daarbij gaat het niet alleen om schulden, ook problemen op andere leefgebieden worden geïnventariseerd en aangepakt. Het crisisinterventieteam heeft alle ruimte en tijd om te doen wat nodig. Gemiddeld wordt zo’n 28 uur aan een casus besteed, maar een enkele keer kan het oplopen tot 80 uur. Vaak zijn drie tot vier maanden genoeg om de situatie van een huurder weer stabiel te krijgen.

Daarna wordt er altijd overgedragen aan de reguliere maatschappelijke dienstverlening. Hiermee wordt geborgd dat de veranderingen die onder druk zijn bewerkstelligd in stand blijven. Een medewerker van het crisisinterventieteam van Trajekt vertelt: ‘Je hebt binnen die vier maanden een foto gemaakt van alle leefgebieden. Ik kan dan bijvoorbeeld zeggen: “Er moet toch een indicatie Wmo, een indicatie Jeugd komen.” Dat plaatje wil ik wel hebben. Soms is er een combi van woonproblematiek, zoals vervuiling of rommel in de tuin, iemand is niet mobiel genoeg. De prioriteit ligt bij het voorkomen van de huisuitzetting. Maar alles wat daarnaast nodig is, dat zet je gewoon uit.’

Vroegsignalering

In Maastricht werd al voor de wijziging in de Wgs in 2021 aan vroegsignalering gewerkt en waren naast de woningcorporaties eveneens de nutsbedrijven hierbij betrokken. Met deze wijziging van de Wgs (verhuurders worden verplicht huurachterstanden te melden bij de gemeente die op haar beurt verplicht is daarop actie te ondernemen, red.) wordt de groep organisaties die melden steeds verder uitgebreid, met name met de grote particuliere verhuurders.

Bij kleinere achterstanden krijgen mensen bericht van het team vroegsignalering en worden ze gewezen op de mogelijkheden voor ondersteuning bij het oplossen ervan. Als grotere schulden worden gemeld dan gaat een maatschappelijk werker samen met een schuldhulpverlener op huisbezoek. Zij benaderen mensen via telefoon, Facebook of staan onaangekondigd op de stoep. Niet alleen tijdens kantoortijden overdag, maar ook ’s avonds.

Vanaf dat eerste contactmoment wordt de incasso stilgelegd. Werken mensen niet mee dan gaat na ongeveer vier weken het incassotraject weer lopen. De medewerking en betrokkenheid van de corporaties is essentieel, zonder hen kan het Maastrichtse model niet in de praktijk worden gebracht.

Druk opvoeren

Het vroegsignaleringstraject leidt niet altijd tot een oplossing. Het crisisinterventieteam van Trajekt wordt weliswaar drie maanden na het ontstaan van de huurachterstand ingeschakeld – als alles goed verloopt vóórdat een officieel ontruimingstraject wordt ingezet – maar het lukt niet altijd om contact te leggen en soms willen mensen niet meewerken. In dat geval vraagt de woningbouwcorporatie bij de kantonrechter om een vonnis tot ontbinding van de huurovereenkomst. Dat dit snel tot ontruiming kan leiden wordt ook aan de huurder meegedeeld.

‘Het ontruimingsvonnis wordt uitgevoerd, we plaatsen die mensen in een wachtkamerwoning’

Vervolgens probeert het crisisinterventieteam om de benodigde hulpverlening op gang te brengen. Iedere verdere stap in het ontruimingsproces wordt gebruikt om de betrokkenen te benaderen. De druk wordt opgevoerd om mensen in beweging te brengen, zodat daadwerkelijke ontruiming uiteindelijk toch kan worden afgewend. Wordt die toch doorgezet, bijvoorbeeld omdat de huurder niet meewerkt, dan is iemand van het crisisteam bij de ontruiming aanwezig. De ontruiming kan nog worden afgeblazen als de huurders toch besluiten om mee te werken. Vaak wordt er dan wel een addendum (aanhangsel) bij de huurovereenkomst gemaakt, waarin onder andere staat dat de huurder begeleiding accepteert.

De Wachtkamer

Eind 2021 is Maastricht gestart met de pilot De Wachtkamer. Bij zo’n 7 procent van de aangemelde huurders lukt het niet om tijdig in contact te komen en uitzetting te voorkomen. Vaak zijn dat mensen met ggz-problematiek en slechte ervaringen met de hulpverlening waardoor ze zorg mijden. De huurders kunnen na uitzetting voor zes tot acht weken in De Wachtkamer terecht. Voor deze periode is onder meer gekozen omdat het zo lang duurt om een bewind aan te vragen. De Wachtkamer is een eenvoudige woonvoorziening waar de (ex)huurders kunnen nadenken over oplossingen en over hoe zij verder willen.

Terwijl ze daar wonen houdt het crisisteam contact met ze. Besluiten huurders alsnog om mee te werken, dan kunnen ze terug naar hun eigen woning. Ze krijgen een huurcontract met aanvullende voorwaarden, zoals het accepteren van bewind. Op deze manier zijn er minder transities in de krappe woningmarkt en worden welzijnsleed en maatschappelijke kosten voorkomen.

De projectleider vertelt: ‘Het ontruimingsvonnis wordt uitgevoerd en we plaatsen die mensen in een wachtkamerwoning. Dat is een sobere woning. We blijven die mensen overtuigen, je bent nu je woning kwijt, wat nu? Wil je die woning niet terug hebben? Je laat zien dat het menens is. We verwachten dat De Wachtkamer een krachtige methodiek zal zijn. De pilot loopt net, we willen die 93 procent opkrikken naar 98 of 99 procent.’

Ans Oudejans is politicoloog en als onderzoeker verbonden aan Stichting Eropaf!

 

Foto: Kinga Cichewicz on Unsplash