Moslims en actief burgerschap: nieuwe gerichtheid op Nederland

Hoe geven Nederlandse moslims invulling aan burgerschap? En wat zijn hierin de trends? Een eerste antwoord hierop kun je lezen in het verkennende onderzoek ‘Moslims en hun medemensen’ van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). Onderzoeker Jeroen Vlug beschrijft de bevindingen.

Er is uit onderzoek weinig bekend over Nederlandse moslims en actief burgerschap. Wij hebben een eerste aanzet gedaan om burgerinitiatieven van moslims in kaart te brengen. Gezien het verkennende karakter van het onderzoek moeten de resultaten van het onderzoek dan ook als illustratief, en niet als indicatief gezien worden.

Dit onderzoek is gebaseerd op diepte-interviews en een literatuurstudie naar internationale wetenschappelijke peer-reviewed literatuur over moslims en actief burgerschap. Het onderzoek bracht 41 burgerinitiatieven in kaart. Met dertien van deze initiatieven vond een diepte-interview plaats. Daarnaast gaven drie wetenschappelijke experts feedback op het rapport.

Groeiende gerichtheid op Nederland

Het rapport beschrijft hoe de geïnterviewde initiatiefnemers spreken over actief burgerschap. Groeiende diversiteit en de Nederlandse taal lijken Nederlandse moslims op nieuwe manieren te verbinden. Met deze groeiende gerichtheid op Nederland creëren moslims via hun burgerinitiatieven ruimte voor zichzelf in de Nederlandse samenleving, in een klimaat van groeiende moslimdiscriminatie (Asante et al., 2022, 60-63). Hierbij is menszijn het uitgangspunt en niet etnische of theologische lijnen.

Dit gegeven uit zich ook in de doelgroepen waarvoor moslims zich inzetten via hun burgerinitiatieven. Twaalf van de dertien geïnterviewde burgerinitiatieven richten zich met hun maatschappelijke inzet op de brede samenleving, ongeacht achtergrond, religie of seksuele voorkeur. Vandaar ook de titel van ons rapport: ‘Moslims en hun medemensen’ (Nhass & Vlug, 2022), wat overigens ook aansluit bij het motto van de nieuwe Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme: ‘De mens centraal’.

'Iedereen mag zich hier thuis voelen of je nou homo, hetero, jood, christen of moslim bent.'

'Iedereen is gewoon mens bij ons'

Ahmed El Mesri, initiatiefnemer van Stichting Assadaaka Community, organiseert in Amsterdam samen met zo’n tweehonderd vrijwilligers honderd bijeenkomsten per jaar voor kwetsbare burgers om eenzaamheid tegen te gaan en zelfredzaamheid te bevorderen. Zo nodig met doorverwijzing naar relevante zorg en hulpverlenende instanties.

Ahmed benadrukt de toegankelijkheid van deze bijeenkomsten: 'Assadaaka betekent vriendschap, eenheid, solidariteit. Er voor elkaar zijn, is belangrijk. Zeker als je net even meer aan je hoofd hebt. Er komen hier veel mensen met een beperking. Iedereen mag zich hier thuis voelen of je nou homo, hetero, jood, christen of moslim bent. Er komen ook veel vrouwen, maar niemand voelt zich bekeken. Dus iedereen is gewoon mens bij ons.'

Ook initiatiefnemer Rahma Hulsman zet zich met haar voedselbank Stichting Salaam vanuit Rotterdam in voor hulpbehoevenden in de bredere samenleving, moslim en niet-moslim. Rahma haalt hierbij inspiratie uit haar geloof: 'De profeet Mohammed had een Joodse, een Christelijke en een atheïstische buurman. Hij zorgde altijd voor zijn naasten. Die zorg voor elkaar probeer ik, als moslim, ook uit te dragen. En dus zijn onze voedselpakketten voor iedereen die voldoet aan de criteria.'

Toch is voor haar werkzaamheden de nodige discretie nodig, omdat armoede vaak nog als taboe gezien wordt onder moslims, evenals (voedsel-)hulp aan mensen in de gevangenis. De voedselbank van Rahma heeft een voortrekkersrol als het gaat om het agenderen van deze problematiek in de moslimgemeenschap.

Islamitische én humanitaire waarden

Op basis van de interviews kunnen we stellen dat moslims vaak spreken over actief burgerschap in termen als ‘je inzetten voor een ander’, ‘menselijke betrokkenheid’, ‘er zijn voor alle mensen’ en ‘mensen een humaan bestaan geven’. Hiermee lijken moslims zich uit te drukken in een taal die ontleend is aan het mensenrechtendiscours.

Directrice Saniye Calkin, een van de respondenten, herkent zich hierin. Met haar initiatief Platform INS zet zij zich in voor ontmoeting en verbinding tussen burgers. Ze organiseert dialoogactiviteiten met als doel polarisatie tegen te gaan. Dat doet zij op basis van gedeelde islamitische én menselijke waarden. 'Religieuze waarden en universele menselijke waarden – vrijheid, gelijkheid, respect, diversiteit, begrip voor elkaar – zie ik eigenlijk als één. Het maakt dus niet uit of je zegt: dit zijn islamitische of universele waarden.'

Uit zowel de wetenschappelijke literatuur (Peucker, 2018) als uit interviews met onze respondenten blijkt dat moslims moeiteloos islamitische waarden en humanitaire waarden met elkaar verbinden.

Emancipatie van jongeren en vrouwen

Uit ons onderzoek blijkt verder dat jongeren en vrouwen steeds verder emanciperen en steeds vaker een leiderschapsrol op zich nemen bij burgerinitiatieven. Saniye Calkin van Platform INS is sinds vijf jaar de eerste vrouwelijke bestuurder en directrice van het initiatief. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot.

Ze zegt hierover: 'Het is nog een beetje een mannenwereld. Maar als accountant was dat niet anders, toen was ik met mijn hoofddoek helemaal een unicum. Voor die mannen is zo’n directrice even wennen, maar voor mij was er ook heel veel nieuw.'

Van volledige gelijkwaardigheid is nog niet altijd sprake. Toch vindt ze dat de moslimgemeenschap behoorlijke 'stappen zet' en 'kloven dicht'. 'Er is wel de wil en intentie die beweging te maken. Ik vind het mooi om deel van die veranderingen en verbeteringen te zijn.'

Er lijkt onder moslims een groeiend besef te zijn dat het belangrijk is om in Nederland te 'ankeren'

Jongeren nemen roer over

Ook jongeren nemen steeds vaker het roer over, blijkt uit ons onderzoek. Jonge generaties moslims verschillen vaak van eerdere generaties in termen van wereldbeeld, ervaring en positionering in de Nederlandse samenleving (Slootman & Duyvendak, 2018). Deze verschillen zijn deels te verklaren door verschillen in opleiding en beheersing van de taal. De eerste generatie moslims in Nederland dacht dat het verblijf in Nederland van tijdelijke aard zou zijn en richtte zich daarom vaak nog op het land van herkomst. Ook konden zij vaak hun weg niet vinden in Nederland.

Dat speelt niet of minder onder jongere moslims. Ook de ervaring van in Nederland geboren en getogen zijn en de intieme bekendheid met het Nederlandse sociale referentiekader – in al haar diversiteit – spelen hierbij een belangrijke rol.

Er lijkt onder moslims een groeiend besef te zijn dat het belangrijk is om in Nederland te 'ankeren', zoals respondent Bahaeddin Budak het noemt. Daar hoort volgens hem ook islamitische vorming bij binnen de Nederlandse context.

Budak is één van de initiatiefnemers van de Islamitische Theologische Faculteit Amsterdam, een onderwijsinitiatief dat in de weekenden islamitische onderwijs aanbiedt in de Nederlandse taal. In de toekomst zou hij graag zien dat er een opleiding social work en een PABO is vanuit islamitisch perspectief.

Ook dit heeft te maken met prioritering en verankering, zegt hij. 'Ik ben zelf naar het buitenland gegaan om onderwijs te genieten. Dit was in de jaren zeventig en tachtig heel gewoon. Veel ouders hebben hun kinderen naar Turkije, Marokko of Egypte gestuurd om te studeren. Maar dat zie je bijna niet meer. Waarom? Omdat men hier zijn plek wil vinden. Een toekomst hier betekent ook onderwijs hier.'

Taboes in moslimgemeenschap

Slechts één door ons geïnterviewde respondent werkt voornamelijk voor moslims. En dat uit barre noodzaak: het initiatief Rising Ummah zet zich met dertien vrijwilligers in voor de broodnodige toegankelijkheid van moskeeën voor moslims met een lichamelijke beperking. Dit doen zij door moskeebesturen te adviseren en het ontwikkelen van een keurmerk.

Initiatiefnemer Siham Achahboun: 'We richten ons primair op de moslimgemeenschap, maar proberen een link te leggen met de brede samenleving. We leven niet alleen binnen de moslimgemeenschap. Veel openbare gebouwen zijn ook nog niet toegankelijk. We willen juist een voorbeeld zijn in het opkomen voor mensen voor wie toegang hebben tot ruimtes niet vanzelfsprekend is. Het moet vanzelfsprekend worden dat mensen met een beperking écht onderdeel worden van de samenleving.'

Daarmee lijken hedendaagse burgerinitiatieven van moslims, een lans te breken voor thema’s die nog steeds als taboe gezien kunnen worden in de moslimgemeenschap, zoals armoede, hulp aan gevangenen, vrouwelijk leiderschap en moslims met een lichamelijke beperking.

Jeroen Vlug is onderzoeker bij Movisie en Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). Met dank aan Hanan Nhass, Hanneke Felten, Ahmed Hamdi en Hilde Bakker.

 

Foto: UN women (Flickr Creative Commons)