Corona creëert nieuwe scheur in samenleving

Na een half jaar Covid-19 ontstaat er niet alleen onrust onder groepen die al langer gemarginaliseerd zijn, ook binnen de middenklasse groeit de vertwijfeling. Niet eerder stond hun werk en levensstijl zo op de tocht.

Sociale wetenschappers hebben sinds het eind van de 19e eeuw een oneindig grote hoeveelheid academische literatuur geproduceerd over uitbuiting, uitsluiting, marginalisatie, en onderdrukking van de armen. Daarnaast stellen zij zich niet alleen de vraag hoe het komt dat sommige mensen arm zijn, maar ook waarom sommige mensen zo onwaarschijnlijk rijk zijn.

De polarisatie tussen arm en rijk en het groeiende gat tussen die twee uitersten is nu ook een sterk punt van aandacht. Niet alleen sociale wetenschappers, maar ook politici – er staan verkiezingen voor de deur – en de media benadrukken momenteel dat met de uitbraak van het corona-virus de oude scheidslijnen tussen arm en rijk, tussen kwetsbaar en weerbaar, nog dieper en minder overbrugbaar zullen worden.

Met grote, stabiele middenklasse hoeft niemand de barricades op

Over de middenklasse is tot nu toe nog niet vaak in problematische termen geschreven; middenklassers zijn van oudsher hardwerkende ondernemers of werknemers die hun eigen broek op houden, zonder structureel beroep te doen op de overheid en zonder anderen structureel te exploiteren voor eigen gewin. Zolang de middenklasse verzekerd kan zijn van zijn natje en zijn droogje, zo verzekerde politiek filosoof en socioloog Alexis de Tocqueville ons al in 1856, zal er maatschappelijke rust en orde zijn.

Met een grote, stabiele middenklasse hoeft niemand de barricades op, hoeven regeringen niet omvergeworpen en elites niet ondermijnd te worden en hoeft niemand te vrezen voor zijn bestaan noch jaloers op elkaar te zijn. En zo lijkt het de afgelopen decennia ook geweest te zijn. De middenklasse had geen opvallende problemen of voorrechten en was daardoor ook voor sociale wetenschappers, politici en de media niet direct een aandachtspunt.

Contactberoepen naar de marge van de samenleving

Inmiddels staan we, door de wereldwijde uitbraak van Covid-19, aan de vooravond van een economische crisis die zijn weerga niet kent. Ook in Nederland is het aantal werklozen in korte tijd schrikbarend gestegen en is onze vrij stabiele arbeidsmarkt ongekend veranderd: met name de middenstand wordt opvallend hard getroffen. Het Centraal Bureau voor Statistiek stelde in augustus 2020 al vast dat sinds de corona-uitbraak de horeca, culturele sector, recreatie en dienstverlenende beroepen de grootste klappen hebben gekregen.

De gevolgen die dat heeft voor de persoonlijke levens van al die werkloze ondernemers, werknemers, flexwerkers en kleine zelfstandigen zullen zich de komende tijd gaan aftekenen. Maar ook, de mensen die normaal gebruik maken van hun diensten, die bij hen tegen betaling naar contact zochten, fysieke nabijheid, plezier, verzorging, aandacht of seks zijn getroffen. Juist die beroepen waarin het menselijke contact centraal staat verdwijnen met corona naar de marge van de 1,5-metersamenleving.

Fysieke nabijheid vs werken met de computer

Niet alleen het gat tussen arm en rijk groeit dus verder, maar ook binnen de middenklasse vertoont zich een grote scheur: tussen mensen die voor hun broodwinning afhankelijk zijn van fysieke nabijheid en mensen die hun werk hoofdzakelijk op de computer kunnen doen. De woorden kwetsbaar en weerbaar krijgen hierdoor een andere lading. Kwetsbaar ben je in tijden van corona niet meer alleen als je arm bent, of ziek, maar ook als je je werk niet uit kunt voeren via een digitale omgeving.

Met de corona-uitbraak en de economische crisis als gevolg is er een nieuwe scheidslijn in de samenleving ontstaan. Naast de klassieke polarisatie tussen de klassen, rassen, seksen, generaties en politiek links en rechts, doemt een tot nog toe ongekend scenario voor ons op: mensen die werken met mensen en zo een menselijk gezicht geven aan onze mensensamenleving worden fysiek en economisch uitgesloten van deelname.

Alleen diegenen die hun werk zonder anderen in de buurt en online kunnen voltooien zullen zich ten tijde van corona economisch staande kunnen houden. Naast alle persoonlijke drama’s en economische gevolgen die de pandemie teweeg heeft gebracht, lijkt het er dus ook op dat we onszelf, in metafysische zin, als fysieke wezens overbodig hebben gemaakt. De Mens is dood, leve de Avatar?

Rellen en onrust

Als wij sociaalwetenschappelijke inzichten in protestbewegingen serieus nemen, zal de bereidheid van de massa om de barricades op te gaan en hun regeringen omver te werpen groter worden als er geen verandering in zicht komt. En inderdaad, de afgelopen maanden hebben we op het Malieveld in Den Haag en in andere grote steden al kunnen zien hoe de corona-maatregelen tot rellen en onrust kunnen leiden als mensen zich beperkt voelen in hun vrijheid en mogelijkheden. Na een half jaar Covid-19 ontstaat er niet alleen onrust onder groepen die al langer gemarginaliseerd zijn, ook binnen de middenklasse groeit de vertwijfeling. Niet eerder stond hun werk en levensstijl zo op de tocht.

Ik vermoed dat het niet lang zal duren voor de nieuwe scheidslijn in de samenleving zichtbaar wordt – een scheur die voor het eerst dwars door de middenklasse loopt. Want waarom moeten juist de horeca, de culturele sector, de kappers, de thuiszorg, de sekswerkers, mensen die fysiek de samenleving in moeten voor hun werk, de hoogste prijs voor de coronamaatregelen betalen?

Vanuit volksgezondheidsoverwegingen is dit natuurlijk volstrekt legitiem, maar vanuit financieel en sociaal oogpunt zal het een grote uitdaging worden dit vol te houden zijn. Want hoe lang houd je je koest als de kans op armoede vele malen groter wordt dan de kans op het krijgen van Covid-19?

Fenneke Wekker is hoofd academische zaken bij het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS-KNAW) en promoveert eind oktober 2020 in de politieke sociologie.

Dit artikel verscheen in najaarsnummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

 

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com)