Luisteren naar de verhalen van jongeren in tussenposities

Verhalen van jongeren die niet passen in bestaande scripts van vallen, opstaan en succes worden niet serieus genomen. We luisteren niet eens naar hen. In de ‘Bibliotheek van tussenverhalen’ gebeurt dat wel, vertellen onderzoekers Sebastian Abdallah, Elena Ponzoni en Jacomijne Prins.

In verschillende delen van het land halen jongeren het nieuws en de toon is daarbij snel gezet: in Amsterdam Nieuw-West maken jongeren een kermis onveilig en na een voetbalwedstrijd richten ze vernieling aan in de publieke ruimte. In Ter Apel leven minderjarige vluchtelingen in erbarmelijke omstandigheden. Overheid en de omringende samenleving dragen feitelijk bij aan de schending van mensenrechten. Op Urk bekogelen jongeren de politie met bierflesjes en vuurwerk. Ook grote zorgen om de mentale gezondheid, woonmogelijkheden en dakloosheid van jongeren halen het nieuws.

Wat al deze jongeren met elkaar gemeen hebben is dat er over hen wordt gepraat. Wat ze zelf zeggen, horen we doorgaans niet. De levens van deze jongeren begrijpen wij vanuit het probleemverhaal waar zij onderdeel van zijn, waar onderzoekers, professionals, politici, journalisten en het grote publiek zich dagelijks over buigen. In deze verhalen liggen de scripts vast.

We kunnen ons moeilijk voorstellen dat jongeren die rellen kunstenaars kunnen worden

Naar andere jongeren luisteren we wel en die vertellen mooie, samenhangende verhalen over wat hen raakt en over hoe ze omgingen met tegenslag in hun leven, zo stelt ook Micha de Winter, emeritus-hoogleraar pedagogiek (De Jong, 2021). Hun verhalen passen bij bestaande scripts over succes, falen, vallen en opstaan. Maar wat doen we met de verhalen van jongeren die hier niet bij passen, die tussen onze kaders in vallen? Horen we ook de verhalen die zij vertellen?

Delen en begrijpen van verhalen

In het project ‘Bibliotheek van tussenverhalen’ luisteren we naar de verhalen van jongeren van wie ervaringen niet passen binnen bestaande scripts. Samen met praktijkpartners en jongeren ontwikkelen we mogelijkheden en gelegenheden voor het delen en begrijpen van hun gelaagde verhalen, die volwassenen in staat stellen hen beter te begeleiden. Het gaat hierbij om: Sociaal Cement, Criminal Minded, Team Enkelband, Stichting Sitara, en Fonds ZOZ.

We laten de jongeren ‘op verhaal komen.’ Dat wil zeggen dat ze leren zicht te krijgen op hoe hun ervaringen verbonden zijn met bredere maatschappelijke verhaallijnen. Wat daarin binnen hun sfeer van invloed ligt en wat daarbuiten, terwijl het wel degelijk op hen inwerkt. Het op verhaal komen draagt bij aan inzicht, overzicht en handelingsperspectief.

Vaak wordt een tussenpositie te snel als achterstand of probleem gezien

Er zijn meerdere initiatieven en organisaties die actief zo’n narratieve benadering hanteren. Ze zetten persoonlijke verhalen in om bestaande, vastgeroeste verhaallijnen ter discussie te stellen of aan te vullen met nieuwe, afwijkende of contrasterende verhaallijnen. In dit project willen we in het bijzonder ruimte maken voor verhalen over in-betweennes: het verkeren in ‘tussenposities’ (Anzaldúa, 1987; Anzaldúa & Keating, 2013).

 Met het vertellen van ‘tussenverhalen’ voelen jongeren zich gezien

Jongeren in tussenposities zijn een ongemerkt groeiend fenomeen. Ze groeien op tussen culturele, religieuze, sociale of institutionele leefwerelden. Ze hebben bijvoorbeeld een dubbele nationaliteit, zijn de eersten in hun familie die gaan studeren, of hebben een stormachtig verleden in bijvoorbeeld de ggz of detentie. Ze leven in meerdere leefwerelden tegelijk en ontwikkelen daarbij vaardigheden in het ‘navigeren’ in en tussen deze werelden.

Als we lang genoeg niet luisteren, keert wanhoop zich naar buiten

Vaak wordt een tussenpositie te snel als achterstand of probleem gezien. Verhalen van jongeren in tussenposities krijgen vaak minder ruimte, omdat ze geen vertrouwde verhaallijn volgen of omdat de jongeren zelf, vanwege status, achtergrond of verleden, minder snel serieus genomen worden. Professionals, politici en media hebben vaak weinig oog voor het potentieel van deze ‘tussenverhalen.’

Maar als zij tot ontwikkeling komen, scheppen ze nieuwe ruimte en zorgen ze voor nieuw zelfinzicht van de verteller en collectief maatschappelijk inzicht voor toehoorders (Keating, 2006). Dit kan het letterlijk schrijven en vertellen van verhalen inhouden, maar ook muziek, dans, theater, beeldende vorming, schilderen en tekenen lenen zich voor deze narratieve benadering.

We kunnen ons moeilijk voorstellen dat jongeren die rellen kunstenaars kunnen worden (laat staan dat ze dat mogelijk al zijn), of dat jongeren in asielcentra, zonder een woord Nederlands, ‘op verhaal’ kunnen komen. En toch gebeurt het. Culturele producties als Meskina, Shabu, documentaires (Grip, Mijn vader de expat), en theatervoorstellingen (Angry Young Men, Trauma’s van Nora, Kinderen van Aleppo, FOK ME HOKJE) ondersteunen jongeren. En ze geven hen het gevoel dat ze gezien worden, dat hun verhaal ertoe doet (Prins, 2019).

Tussen’ werelden verkeren staat voor jongeren nu vaak gelijk aan ‘niet genoeg zijn’

Het leidt ertoe dat ze in plaats van daders of slachtoffers, makers worden. Makers van hun verhaal, van hun koers, en mogelijk van hun omgeving. Dat laatste is lang niet altijd vanzelfsprekend. Er is namelijk een omgeving nodig die daar ontvankelijk voor wordt.

Nieuwe perspectieven

Als we lang genoeg niet luisteren, jongeren niet erkennen als vertellers of hun verhalen niet (h)erkennen, keert wanhoop zich naar buiten – waar het leidt tot vernieling in de publieke ruimte – of naar binnen – waar het leidt tot eenzaamheid en depressie (Hoijtink et al., 2022).

In het publiek-politiek belang en voor het psychosociaal welzijn van jongeren moeten wij – betrokken volwassenen, jeugdprofessionals, beleidsmakers – kennisnemen van deze verhalen en ruimte maken voor jongeren in tussenposities. Want ‘tussen’ werelden verkeren staat voor jongeren nu vaak gelijk aan ‘niet genoeg zijn’ (nóch van het een, nóch van het andere). De verhalen van deze jongeren kunnen ons helpen om zowel de complexiteit als de waarde van tussenposities beter te begrijpen.

Edward Said (1994) beschrijft de conditie van in-betweennes als conditie van de ‘balling’ die niet meer volledig onderdeel is van diens oorspronkelijke samenleving, maar ook nooit volledig onderdeel wordt van de nieuwe context. Vanuit zo’n positie zijn jongeren in staat om vanzelfsprekendheden te bevragen (Ghorashi, 2022). Zij kunnen zo nieuwe perspectieven bieden op vertrouwde onderwerpen (zoals liefde of verlies); sociale groepen met elkaar verbinden en structuren van uitsluiting herkennen en aankaarten.

Leermateriaal

Tussenverhalen bieden daarmee leermateriaal voor het verbeteren van de kwaliteit van de samenleving als geheel. Het innemen van en kunnen navigeren vanuit tussenposities beschouwen we daarom als een democratie-bevorderende kracht die we dienen te koesteren en voeden. Jongeren die hun tussenpositie leren omarmen, kunnen deze ook leren inzetten. De samenleving heeft nood aan toekomstige volwassenen die tussenverhalen kunnen uitdragen en de transformatieve kracht van hun verhaal inzetten in verschillende contexten.

Sebastian Abdallah is programmacoördinator ‘De politieke kloof’ voor het Centre of Expertise Urban Education bij de Hogeschool van Amsterdam. Hij doceert bij Sociaal Werk en Culturele en Maatschappelijke Vorming en is zelfstandig trainer en adviseur. Elena Ponzoni is onderzoeker bij het lectoraat Jeugd en Samenleving van de Hogeschool Inholland en universitair docent en onderzoeker bij de afdeling Sociologie van de VU. Jacomijne Prins is onderzoeker bij het lectoraat Jeugd en Samenleving van de Hogeschool Inholland en projectleider van het project ‘Bibliotheek van Tussenverhalen’.

 

Foto: Kyle Simmons (Unsplash.com)