Institutioneel racisme tegengaan: bij Buitenlandse Zaken en elders

Er is sprake van institutioneel racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, zo wordt geconcludeerd in een onderzoek op dit ministerie. Nu is de vraag: wat kan je eraan doen? Hanneke Felten van Movisie reageert.

Bij het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn verschillende processen en mechanismen waargenomen binnen de organisatie(cultuur) die ervoor zorgen dat bepaalde groepen, zoals medewerkers van kleur, benadeeld, achtergesteld of buitengesloten worden. Daarnaast ontbreekt het aan voldoende corrigerende mechanismen in de organisatie(cultuur) om racisme en discriminatie tegen te gaan, zo wordt geschreven in dit artikel.

Voor veel mensen zal dit een schokkende conclusie zijn. In Nederland hebben we soms het idee dat racisme bij ons niet speelt. Onderzoek wijst echter het tegenovergestelde uit.

Institutioneel racisme

In 2021 onderzochten collega’s en ik in beeld of er aanwijzingen en bewijs zijn voor institutioneel racisme in Nederland. KIS bestudeerde vier domeinen - arbeidsmarkt, woningmarkt, politie en onderwijs - en keek of er bewijs is uit onderzoek dat hier sprake is van institutioneel racisme. In een notendop bleek dat er in de domeinen arbeidsmarkt en woningmarkt onomstotelijk bewijs voor is dat er structurele discriminatie plaatsvindt.

Bij de politie komt uit verschillende onderzoeken naar voren dat er etnisch profileren voorkomt. Dit is een vorm van institutioneel racisme.

Voor onderwijs is veel minder onderzoek gedaan, waardoor het beeld minder duidelijk is. Toch zijn hier ook diverse onderzoeken die in de richting wijzen dat vooroordelen bij docenten een rol spelen bij de omgang met leerlingen met een migratieachtergrond.

Wat werkt en wat niet?

Maar wat kun je er nu aan doen? We brachten in 2021 ook de wetenschappelijke literatuur in kaart die laat zien wat wel en niet werkt om institutioneel racisme tegen te gaan. We kwamen erop uit dat het allereerst gaat om het afschaffen van processen die duidelijk discriminerend zijn.

In dit onderzoek zien we duidelijk openlijk discriminerend gedrag bij medewerkers op de werkvloer. Zaak is natuurlijk hier paal en perk aan te stellen; door duidelijke sociale normen over dat racisme niet door de beugel kan. En ook door er consequenties aan te verbinden wanneer racistisch gedrag gesignaleerd wordt, en door slachtoffers te beschermen. Hiervoor zijn leidinggevenden nodig die antidiscriminatie niet ‘even erbij doen’, maar bij wie dit onderdeel is van hun profiel en competenties en waar zij ook op worden afgerekend (zie dit artikel).

Bij aanpak van institutioneel racisme moeten mensen van kleur en/of met een migratieachtergrond belangrijke rol spelen

En daarnaast is het van groot belang om processen zo in te richten dat de vooroordelen en stereotypen van de professionals binnen een organisatie weinig kans krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door instrumenten te gebruiken waarbij de professionals moeten aangeven op basis van welke objectieve criteria zij beslissingen nemen, zoals bij werving en selectie en bij promotie. Het objectiveren van het werving- en selectieproces waarbij je kandidaten puur en alleen mag beoordelen op competenties, is een evidence based aanpak om discriminatie terug te dringen. Naar alle waarschijnlijkheid kan dit ook toegepast worden bij promoties.

Verantwoording afleggen

Belangrijk bij het veranderen van deze processen is om organisaties hier verantwoording over te laten afleggen zowel intern als extern. Dus als je objectief werven en selecteren en doorstromen invoert, dan moet je kunnen aantonen aan je collega’s dat je dit daadwerkelijk op die manier hebt gedaan en niet stiekem iets anders doet. Als dat niet het geval is, dan moeten daar uiteraard consequenties aan hangen.

Ook gaat het om afleggen van verantwoording aan een autoriteit van buitenaf. Uit onderzoek is gebleken, dat dit effectief institutioneel racisme tegen kan gaan. Gelukkig gaat binnenkort het wetsvoorstel Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie in. Dat houdt in dat de arbeidsinspectie organisaties gaat controleren op discriminatie. Te hopen is dat de ‘pakkans’ niet te minimaal is en de inspectie niet de ministeries vergeet. Want er waren per slot van rekening bij Buitenlandse Zaken zelfs al eerder signalen van seksisme en lhbt-discriminatie, waar racisme nu bovenop komt.

Tot slot is ook cruciaal dat bij de aanpak van institutioneel racisme mensen van kleur en/of met een migratieachtergrond een belangrijke rol spelen: zij hebben immers ervaringskennis die onmisbaar is in het veranderen van processen binnen organisaties en instituties.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft hiermee een belangrijke en ook moedige stap genomen

Echter de eerste stap is herkennen en erkennen dat er institutioneel racisme speelt. Met het laten doen van het onderzoek heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken hierin een belangrijke en ook moedige stap genomen. Ook met het naar buiten brengen van het onderzoek en het niet onder het tapijt schuiven. Al moeten we op geen enkele manier de ernst bagatelliseren van wat er speelt bij het ministerie.

Het feit dat zij het probleem herkennen en erkennen is toe te juichen. Het is nu te hopen dat vele organisaties gaan volgen en de structuur, cultuur en werkwijzen van hun organisatie in kaart gaan brengen en nagaan of en zo ja op welke manier dit ongelijkheid in de hand werkt. Werk aan de winkel dus.

Hanneke Felten is onderzoeker bij Movisie en bij Kennisplatform Inclusief Samenleven

 

Foto: Mikhal Nilov via Pexels.com

Dit artikel is 1160 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Op dit moment heb ik er zelf mee te maken. Het bedrijf waarvoor ik werk, is onderdeel van een grote gemeente. Ik heb te maken met een arbeidscoach, die op ‘papier’ naar een geschikte werksituatie zoekt. Maar sinds 5 december zit ik 36 uur per week op een stoeltje in een koude hal onder de TL buizen. Ik ben een ervaren CMV-er die dus voorlopig maar aan de lopende band moet zitten de hele week. En ‘mevrouw de arbeidscoach’ gaat haar verlofdagen invullen, want ik als werkneemster kan geen kant op. Na overleg met een jurist, hoor ik steeds meer mensen duidelijk maken, dat er sprake is van discriminatie. Maar ja, het bedrijf heeft dit bedacht en ik probeer ondanks alle ellende, maar zelf wat anders te vinden. Controle van het functioneren van de arbeidsconsulente, door naar bewijs te vragen van haar werk, is nog niet aan de orde, zelfs niet door de Gemeente. En dat na 25 jaar inzet van mij. Zo gaat deze gemeente om met oudere werknemers. Het bedrijf was zelfstandig, maar sinds vorig jaar niet meer. Waar is dan de controle? Praat met werknemers, zonder de teamleiding.

  2. Institutioneel racisme is een sociaal verschijnsel waarbij ‘intentioneel’ wordt gediscrimineerd op mensen. De onderzoeken waarbij in bovenstaand artikel wordt gerefereerd hebben echter geen wetenschappelijke grondslag en hebben daarom een speculatief karakter.
    Hierbij is dan het leidmotief dat wat je zoekt je ook zult vinden. Het vermoeden van discriminatie is zelf ook een discriminatoire handeling.
    De voorgestelde maatregelen die discriminatie tegen moeten vergen een moraal politie en dit is in de praktijk onuitvoerbaar en onwenselijk.
    De strijd tegen discriminatie is op deze wijze zelf immoreel en verdient geen maatschappelijke ondersteuning.

  3. U schrijft: “Gelukkig gaat binnenkort het wetsvoorstel Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie in”

    Zo binnenkort is dat toch niet? In de derde week van januari 2023 komt het mogelijk aan de orde bij een plenair debat en bij de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid staat het 1 februari 2023 op de agenda.
    Als er vanaf dan geen wijzigingen meer worden ingebracht, duurt het nog maanden vooraleer de wet in werking treedt. Maar goed dat het er (en keer) van komt en hopen op een goede handhaving door de inspectie.

  4. “Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie”

    Dit dan een schoolvoorbeeld hoe de moraal politie in de praktijk gaat werken en zelfs op een wettelijk verankerde wijze. De overheid kijkt mee en wel op een discriminatoire wijze.
    De vrijheid om zelf autonoom personeelsselectie toe te passen wordt op deze wijze beperkt.
    Of deze wet in de praktijk gaat werken is maar zeer de vraag omdat controle eigenlijk niet goed mogelijk is en dat is maar goed ook.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *