Strijd Israël-Hamas: hoe polarisatie in Nederland te voorkomen?

Wat kunnen Nederlandse gemeenten in het licht van de strijd tussen Israël en Hamas doen om polarisatie tussen hun inwoners te voorkomen of te verminderen? Joline Verloove van Movisie deelt denkrichtingen.

Gebeurtenissen ver weg kunnen van invloed zijn op de sociale stabiliteit in ons land. Denk bijvoorbeeld aan de opvang van vluchtelingen uit Syrië en Oekraïne. Enerzijds leidde dit tot nieuwe burgerinitiatieven. Anderzijds was er ook weerstand omdat mensen het gevoel hadden dat vluchtelingen worden voorgetrokken, bijvoorbeeld als het gaat om het verdelen van de schaarse huurwoningen.

Dergelijke gebeurtenissen stellen gemeenten elke keer weer voor de vraag hoe ze hier zo inclusief mogelijk op kunnen reageren. Dit geldt ook voor de oorlog die afgelopen weekend is uitgebroken. De impact hiervan op de sociale stabiliteit van onze samenleving is al zichtbaar. Zo is in de Joodse gemeenschap in Nederland onrust ontstaan na een oproep van een oud-Hamas-generaal die moslims in Arabische landen oproept om zich aan te sluiten bij de strijd tegen Israël. Drie Joodse scholen zijn daarom uit veiligheidsoverwegingen dicht gegaan. Bij de Palestijnse gemeenschap in Amsterdam leven naast grote zorgen over familie, vrienden en kennissen in de Gazastrook ook angst voor toenemende discriminatie.

Voeding voor polarisatie

Daarnaast is er in Nederland ook een discussie over het wel of niet hijsen van Israëlische vlaggen op overheidsgebouwen. Sommige gemeenten, waaronder Amsterdam kozen hier aanvankelijk voor. Ook verschillende provinciehuizen hebben de keuze gemaakt om dit te doen.

Ondanks de goed bedoelde steunbetuiging aan Israël, kunnen gemeenten hiermee onbedoeld bijdragen aan de polarisatie in Nederland over deze kwestie. Want net zoals elke gepolariseerde kwestie, moeten bestaande verschillen worden gevoed om uit te kunnen groeien tot scherpe tegenstellingen tussen groepen in de samenleving (Verloove, Van Wonderen & Felten, 2020).

Een gemeente of burgemeester kan een van de actoren zijn die hiervoor voeding geeft. Polarisatie wordt in dat geval ongewenst met als resultaat scherpe tegenstelling en een gebrek aan constructieve communicatie tussen groepen mensen. Bovendien wanneer mensen het gevoel hebben dat de communicatie vanuit de overheid of instellingen niet op hen is gericht of hen in een negatief daglicht zet – zoals kan voelen voor de Palestijnse gemeenschap bij het hijsen van de Israëlische vlag – kan dit bijdragen aan gevoelens van uitsluiting.

Hierdoor versterken vooroordelen tussen groepen burgers wat bijdraagt aan verdere polarisatie (Van Hal et al., 2020). Ook de ervaren selectieve verontwaardiging over wanneer wel en niet een vlag wordt gehesen, kan hieraan bijdragen.

De vraag is wat je als gemeente kunt doen als je spanningen tussen groepen inwoners wilt voorkomen of verminderen door de oorlog. We delen enkele denkrichtingen.

1. Ga in gesprek met inwoners

Om als gemeente inclusief te communiceren en te depolariseren, is het belangrijk dat er kennis is over wat er leeft onder burgers. Hiervoor kan worden samengewerkt met sleutelfiguren en zelforganisaties die verschillende gemeenschappen vertegenwoordigen. Idealiter is er al ‘in vredestijd’ geïnvesteerd in het aangaan van connecties met verschillende gemeenschappen. Als er incidenten plaatsvinden, ben je eigenlijk al te laat.

Het is belangrijk om met burgers op een constructieve manier in gesprek te gaan en hun zorgen serieus te nemen en te erkennen (Verloove et al., 2020). Hiervoor kunnen allerlei gespreksmethoden worden ingezet. Denk aan Deep Democracy, het Socratisch gesprek en Geweldloze communicatie. In de publicatie van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) Theorieën en praktijkaanpakken van polarisatie zijn verschillende van deze methoden beschreven.

2. Investeer in het bevorderen van positief contact

Spanningen tussen groepen burgers in Nederland kunnen worden verminderd door het organiseren van positief contact. Ontmoeting gaat namelijk mogelijk vooroordelen tegen en kan ertoe leiden dat scheidslijnen tussen groepen worden overbrugd. Dit staat ook wel bekend als de contacttheorie van Allport (1954). Het contact kan plaatsvinden tussen groepen waartussen enige spanningen zijn, maar ook bij groepen die zelfs op voet van oorlog met elkaar staan.

In beide situaties is de contacttheorie bruikbaar: effect is aangetoond van de contacttheorie bij bijvoorbeeld het verbeteren van de verhoudingen tussen mensen met verschillende huidskleuren in Zuid-Afrika (Swart, Hewstone, Christ & Voci, 2011) en tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland (Voci, Hewstone, Swart, Veneziani, 2015). Ook blijkt dat bij kinderen van Israëlisch-Joodse en Israëlisch-Palestijnse scholen hun vooroordelen over elkaar verminderden wanneer zij deelnamen aan gemeenschappelijke activiteiten (Berger et al., 2016).

Ook in Nederland is de contacttheorie regelmatig onderzocht: zo is er bijvoorbeeld een verband aangetoond tussen contact en vriendschap als niet-moslim met een moslim en het hebben van een tolerante houding naar moslims (Gieling, Thijs, Verkuyten, 2014). Zelfs als verhoudingen erg slecht zijn, kan positief contact zorgen voor een betere houding naar elkaar.

Belangrijk bij het organiseren van ontmoeting is dat het contact niet negatief is, wat dat kan de houding naar ‘de ander’ verslechten, zo is te lezen in ons dossier Wat werkt bij sociaal contact tussen mensen met verschillende religies en culturele achtergronden? Juist initiatieven waarbij mensen werken aan een gemeenschappelijk doel, werken goed.

Dergelijke initiatieven uit Nederland zouden gemeenten ook nu (extra) kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld organisaties die zowel aan Israëlische als Palestijnse burgers hulp verlenen. Of door het organiseren van een lokaal evenement om geld op te halen voor beide gebieden samen met vertegenwoordigers uit zowel de Joodse als de Palestijnse gemeenschap in Nederland. Bijvoorbeeld een gezamenlijk benefietconcert of een sportevenement.

3. Maak onderlinge verschillen én gelijkenissen zichtbaar

Polarisatie wordt vaak gezien als een kloof – die groter wordt – tussen groepen gelijkgestemden in de samenleving. Maar wanneer je het vergrootglas op één groep legt, blijken ze vaak heel verschillend te denken. Dat zag je bijvoorbeeld bij de coronademonstraties waarbij mensen uiteenlopende beweegredenen hadden om te demonstreren tegen het beleid. Hen labelen als ‘wappie’, gaf hun het gevoel dat zij niet serieus werden genomen. Een gemeente kan zo onbedoeld de polarisatie aanwakkeren.

Ook als het gaat om de huidige oorlog, ligt de opgave om de diversiteit en vele (deels overlappende) meningen en identiteiten van de Israëlische en Palestijnse gemeenschap in Nederland zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld door verhalen te delen uit je stad of gemeente van mensen met een Israëlische achtergrond die zich (ook) inzetten voor inwoners uit de Gaza-strook. Of verhalen zichtbaar maken van mensen uit de islamitische gemeenschap die steun bieden aan bekenden of onbekenden in Israël.

Hoe ingewikkeld de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden nu ook is, uiteindelijk zijn gewone burgers, mensen zoals jij en ik, onschuldige slachtoffers van oorlogszuchtige regimes. Allemaal zitten ze in angst voor wat nog komen gaat.

Als gemeente kan je de gelijkenissen tussen deze mensen benadrukken in je communicatie. Bijvoorbeeld door ervaringsverhalen te delen van familieleden in Nederland die in spanning zitten. Er ontstaat hierdoor een overstijgende groep – namelijk allemaal slachtoffer van deze oorlog – waardoor vooroordelen worden voorkomen. In de wetenschap noemen ze deze theorie het ‘common ingroup identity model’.

4. Zorg extra voor elkaar

De situatie maakt veel los bij Nederlanders die familieleden of vrienden hebben in het oorlogsgebied. Onzekerheid over hun situatie kan een grote mentale impact hebben. Gemeenten kunnen sociaal professionals (waaronder het jongerenwerk) vragen om extra aandacht voor hen te hebben. Bijvoorbeeld door contact te zoeken om te vragen hoe het gaat, signaleren waar het niet goed gaat en waar nodig ook proactief ondersteuning bieden of doorverwijzen naar bijvoorbeeld zorginstellingen.

Samenwerken met (zelf)organisaties en informele netwerken uit de verschillende betrokken gemeenschappen kan hierbij helpen, zo blijkt uit onderzoek van KIS over een duurzame samenwerking tussen zelforganisaties en professionals.

5. Hijs de vredesvlag

De vraag die je kunt hebben na het lezen van dit stuk is; moeten we nu maar geen vlag ophangen omdat hiermee de situatie polariseert? Of is het beter om juist beide vlaggen ophangen? Of moeten we de vlag halfstok hangen, zoals de provincie Drenthe deed?

Misschien zijn dat niet de juiste vragen om te stellen. Het gaat namelijk om de vraag hoe je als overheid ál je burgers vertrouwen geeft. En om de vraag hoe Nederlanders met vrienden of familieleden in het oorlogsgebied (zowel in Israël als in Gaza) zich gezien, gehoord en gerepresenteerd voelen. Te weinig vertrouwen in de overheid, zo weten we, leidt tot ontevredenheid, protest, burgerlijke ongehoorzaamheid maar ook mensen die niet meer meedoen of zelfs ‘afhaken’.

Het is vanuit dit perspectief beter om een vlag te hijsen die álle Nederlandse burgers aanspreekt en steun geeft aan álle slachtoffers van de oorlog. Een goed voorbeeld hiervan is de gemeente Vlaardingen. Na gesprekken met de Palestijns-Nederlandse inwoners die fel gekant waren tegen het hijsen van de Israëlische vlag, wappert er nu op de top van het stadhuis een blauwe vlag met daarop een witte duif. De internationale vredesvlag.

Joline Verloove is senior projectleider bij Movisie. Dit artikel is eerder verschenen op movisie.nl

 

Foto: Javi (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 1495 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Op de inhoud van aanbevelingen van Joline Verloove heb ik niets aan te merken. Ook niet op de wenselijkheid om in ons land polaristatie zoveel mogelijk te voorkomen. Alleen vraag ik mij af of hoe haar aanbevelingen passen in de missie van Movisie.(Duurzame positieve verandering voor mensen in een kwetsbare positie). Op het eerste oog passen ze meer binnen het Genootschap van Burgemeesters of ook binnen de VNG omdat ze lijken te gaan om ordehandhaving.
    Het gaat mij niet om competentie. Vanuit je deskundigheid mag je altijd iedereen raad geven. Ik vraag me alleen af welke kwetsbare groepen baat hebben bij deze specifieke advisering aan gemeenten? Toch niet de gemeentebestuurders?

  2. Media berichtgeving speelt vooral een rol bij het polariseren van de verschillende belangen in het Midden- Oosten. Beeldvorming wordt dan dominant en iedere partij wordt dan in haar gelijk bevestigd over de slechte eigenschappen van de tegenpartij.
    De strijd tussen Israel en de Palestijnen wordt vooral door de hardcore van beide partijen gevoed en dient niet het belang van de bevolking immers zij hebben niets aan oorlog.
    Juist in Nederland dient het verstand hierover te zegevieren en het ophangen van vlaggen hierbij werkt contraproductief. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat de regering in Israel de democratische rechtstaat aldaar aan het afbreken is en daarmee de polarisatie met Hamas over zichzelf heeft afgeroepen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *