Islam van ouderen botst minder met islam jongeren

Marokkaanse gastarbeiders brachten de islam mee naar Nederland en droegen die zo over, zo wordt veelal aangenomen. Deze ‘volkse' islam zou botsen met de meer ‘zuivere’ islam van hun kinderen. Met een generatiekloof als gevolg. Ibtissam Abaaziz ontdekte tijdens haar promotieonderzoek dat de werkelijkheid genuanceerder is.

‘De gastarbeiders hebben de islam meegenomen uit hun herkomstland’ is een statement dat we dikwijls voorbij zien komen, niet alleen in maatschappelijke discussies over moslims, maar ook in wetenschappelijk onderzoek. Maar wat hebben gastarbeiders dan aan islam meegenomen naar Nederland? Wat is er vervolgens met hun religieuze bagage gebeurd? In mijn promotieonderzoek Ze waren onwetend heb ik door middel van levensverhalen onderzoek verricht naar de religieuze beleving van zowel de eerste als tweede ‘generatie’ Marokkaanse Nederlanders.

Vaak veronderstelde religieuze generatiekloof

Diverse onderzoeken laten zien dat moslimjongeren in het Westen (de tweede generatie) hun geloof op verschillende manieren vormgeven en uiten. Sommige onderzoekers wijzen op secularisatietendensen, terwijl andere juist wijzen op een zoektocht naar de ‘zuivere’ islam onder jongeren. Er is weliswaar een lappendeken aan geloofsbelevingen en religieuze uitingen onder hen, maar er is ook een rode draad door de literatuur: een vaak veronderstelde religieuze generatiekloof.

Zo zou de ‘volkse’ islam nog sterk aanwezig zijn onder eerste generatie Marokkaanse Nederlanders – een islam waarin het geloof is vermengd met lokale gebruiken, tradities en bijgeloof. Een islam die de tweede generatie geen bevredigende antwoorden biedt op religieuze vraagstukken waar zij mee worstelt. Een islam die vaak haaks zou staan op de meer ‘zuivere’ islam waar deze jongeren naar streven.

Zij brachten ‘weinig islam’ mee

In mijn onderzoek denken leden van de oudere generatie daar zelf anders over. Het Marokko van de jaren vijftig en zestig waarin zij opgroeiden was weliswaar islamitisch, maar toch was er ‘weinig islam’, vertellen zij. In het dagelijkse leven draaide het vooral om de akhlaaq – waarden, normen en correct islamitisch gedrag – en zou er volgens hen weinig ‘verdieping’ zijn in de islam.

Het geloof komt nauwelijks ter sprake als zij vertellen over hun migratie

Ook binnen hun families was er ‘weinig islam’ volgens hen. Ze wijzen erop dat familieleden niet consequent of niet op tijd baden en weinig koranhoofdstukken uit hun hoofd kenden. Zij wijten deze ‘weinig islam’ vooral aan de ongeletterdheid van hun ouders en hun daaruit voortvloeiende religieuze onwetendheid.

Deze eerste generatie nam die ‘weinig islam’ ook mee naar Nederland. Het geloof komt nauwelijks ter sprake als zij vertellen over hun migratie en hun leven in de jaren zeventig. Het realiseren van de gastarbeidersdroom, positieve herinneringen aan Nederlandse contacten, maar ook gevoelens van eenzaamheid, heimwee en ballingschap zijn de centrale thema’s in deze periode.

Begin van een religieus transformatieproces

De verhalen van de mensen in mijn onderzoek laten zien dat vanaf de tweede helft van de jaren tachtig een religieus transformatieproces op gang komt. Onder invloed van wereldwijde islamitische ontwakingsbewegingen begint een deel van de eerste ‘gastarbeiders’ op religieus vlak te veranderen. Deze bewegingen hielden zich bezig met het verspreiden van de islam en het bevorderen van religieuze vroomheid onder moslims. In navolging van de literatuur tonen de levensverhalen dat deze ontwakingsbewegingen een rimpeleffect onder moslims teweegbrachten.

Religieuze kennis werd toegankelijk voor bredere lagen van de bevolking

Dit effect werd versterkt door de massale alfabetiseringsgolf in onder andere Noord-Afrika waaraan het staatsonderwijs een belangrijke bijdrage leverde. In deze periode begon ook de massale productie en verspreiding van cassettebandjes (bijvoorbeeld islamitische lezingen) en van (religieuze) boeken. Deze vonden hun weg naar de diaspora in Europa en speelden een belangrijke rol in het religieuze transformatieproces.

Religieuze kennis werd toegankelijk voor bredere lagen van de bevolking, wat voorheen nauwelijks het geval was. Wederom keert het belang van geletterdheid terug: om toegang te krijgen tot religieuze kennis en deze ook te begrijpen moet je geletterd zijn.

Zuiveren van hun religieuze habitat

Voor een aantal oudere moslimmigranten in Nederland breekt een intensieve religieuze ‘detoxperiode’ aan. Dat houdt in dat zij intensief bezig zijn met hun geloof, investeren in religieuze kennis door bijvoorbeeld boeken aan te schaffen en te bestuderen. Het detoxproces vertoont overeenkomsten met de zoektocht naar de ‘zuivere’ islam onder moslimjongeren, die door het vergaren van religieuze kennis een scherper onderscheid willen maken tussen religie en cultuur.

Onder vrouwen is er zelfs sprake van een uiterlijke transformatie

Het detoxproces in de levensverhalen van oudere moslimmigranten gaat echter veel verder dan alleen het opdoen van religieuze kennis. Zij zijn bezig om zichzelf en de religieuze habitus uit hun jeugd te zuiveren, te detoxen, en de ‘nieuwe’ religieuze kennis te internaliseren die ook tot uiting komt in hun gedrag en omgangsvormen. Het ‘weinig islam’ dat zij meebrachten, behoort voor hen tot het verleden: ze benadrukken hiermee hun transformatieproces. Zij distantiëren zich van hun verleden, en daarmee ook van hun ongeletterde ouders en van religieuze onwetendheid. Zij laten hiermee zien dat zij wel geletterd zijn doordat zij lang geleden, in tegenstelling tot een hun ouders, Marokkaans staatsonderwijs hebben genoten.

Onder vrouwen is er zelfs sprake van een uiterlijke transformatie. Het bedekken van het haar (de hoofddoek) was voor hen geen onbekend fenomeen, maar is volgens hen nog geen hidjab. De hidjab betekent voor hen een religieus totaalconcept dat verdergaat dan bedekking van het haar. Het heeft ook betrekking op de kleding, het gedrag en de lichaamshouding.

Generatiekloof ligt genuanceerder

Net als veel jongere moslims zijn ook de oudere moslims, de eerste generatie, in hun geloofsbeleving veranderd. De veronderstelde generatiekloof behoeft dus enige nuance. Beide generaties ondergingen religieuze transformaties, waarin ongeletterdheid, onwetendheid en zuivering een rol speelden.

Ibtissam Abaaziz werkt als onderzoeker op de Haagse Hogeschool bij het Kenniscentrum Governance of Urban Transitions. Zij promoveerde aan de Erasmus Universiteit met 'Ze waren onwetend': Een onderzoek naar de religieuze beleving van de eerste en tweede ‘generatie’ Marokkaanse Nederlanders (2021).

 

Foto: Ed Us via Unsplash.com

Dit artikel is 1580 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. De islam is een georganiseerde misdaad tegen de mensheid,die al 1400 jaar duurt.William Muir (1819 – 1905), een van de belangrijkste Britse islamwetenschappers: ‘Mohammed´s zwaard en de Koran zijn de dodelijkste vijanden van de beschaving, die de mensheid tot nu toe heeft meegemaakt’.De waarheid over de ISLAM is lelijk. Het is zo lelijk dat niemand ernaar wil kijken.ISLAM heeft 1400 jaar geleden de oorlog verklaard, aan alles wat niet-islam is en wil alle staten en regeringen van deze aarde vernietigen, die zich verzetten tegen deze haat ideologie en het programma van de islam.De ISLAM verpest de wereld al 14 eeuwen met zijn moordzuchtige ideologie.Overal waar de islam een voet tussen de deur krijgt is er terreur(dreiging), geweld, onderdrukking en ellende.De historie van de islam is;moord, afslachting, plundering, tirannie en marteling wereldwijd, sinds de dag van zijn oprichting!Islam streeft naar niets minder dan totale wereldwijde overheersing(’De heerschappij is alleen voor Allah.’-Koran:12:40).En zolang er islam is, zal er nooit ergens vrede zijn.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *