Jongeren bedrijven straatpolitiek

Jongeren voelen zich steeds minder vertegenwoordigd in de politiek. Zij zoeken daarom andere manieren om hun onvrede te uiten en maatschappelijk onrecht aan de kaak te stellen. Hun acties gaan soms in tegen de wet en vaak tegen de publieke moraal, maar hebben toch politieke betekenis. Femke Kaulingfreks noemt dit straatpolitiek.

Vanaf 2009 heb ik de tieners en twintigers die ik tegenkwam in mijn werk regelmatig gevraagd wat zij onder politiek verstaan. Wat me opviel in de gesprekken die ik met hen voerde, was de intuïtieve connectie die zij legden tussen het woord ‘politiek’ en de mensen die er in de institutionele wereld hun brood mee verdienen.

Jongeren associëren politiek vooral met establishment

Politiek was voor de meesten van hen een professionele bezigheid, die wordt uitgevoerd door parlementariërs, partijleden, beleidsmakers en lobbyisten. Ze leken politiek vooral te associëren met een establishment dat zichzelf graag op het pluche houdt, en niet met andere, meer directe of informele praktijken waarmee mensen hun belangen behartigen.

Ook de generatiekloof kwam in hun idee van de politiek sterk naar voren. Voor jongeren van kleur en jongeren uit migrantenfamilies lijkt de afstand tot de politieke praktijk het grootst te zijn. Zij zien zich het minst van alle jongeren gerepresenteerd in Den Haag en hebben het meest het gevoel dat hun alledaagse zorgen en behoeften over het hoofd worden gezien.

Dertig tot veertig procent stemt niet

Dit gebrek aan vertrouwen in de politiek wordt bevestigd door onderzoek. In 2002 stelde het Sociaal Cultureel Planbureau al dat jongeren wel interesse hebben in maatschappelijke vraagstukken, maar daarvoor liever niet het woord ‘politiek’ gebruiken, omdat dat een slecht imago heeft (Zeijl, 2003).

Recent onderzoek wees uit dat jongeren de Nederlandse democratie een mager zesje geven. Ze ervaren een gebrek aan invloed, vinden dat politici op een ontoegankelijke manier spreken en dat ze niet begrijpen wat er in de samenleving speelt. De opkomstpercentages bij de laatste vier Tweede Kamerverkiezingen laten zien dat zo’n dertig tot veertig procent van de jongeren tussen de achttien en vijfentwintig jaar niet stemt.

Bij migranten zien we dat tweede generatie migranten minder vaak stemmen dan eerste generatie migranten (Huijnk & Andriessen, 2016). Dit heeft te maken met de integratieparadox. Hoe meer jongeren met een migratieachtergrond zijn geïntegreerd en zichzelf als onderdeel van de Nederlandse samenleving zien, des te harder komt het aan als ze niet als volwaardig lid van deze samenleving worden geaccepteerd.

Deze paradox leidt tot frustraties en tot de ervaring van een democratisch gebrek. Sommige jongeren worden daar gelaten of cynisch van, anderen komen in verzet tegen het democratische gebrek en uiten op nieuwe, vaak eigenzinnige en soms controversiële manieren hun maatschappelijk engagement.

Ze verzetten zich met hun persoonlijke stijl en in populaire cultuur

Alhoewel veel jongeren zichzelf verre van de parlementaire arena willen houden, raken ze betrokken bij verschillende vormen van jeugdig verzet die juist in de informele sfeer ontstaan en die wel degelijk een politieke betekenis hebben, ook als ze zich buiten de bekende kaders afspelen.

Te denken valt aan buitenparlementaire initiatieven zoals acties tegen Zwarte Piet of tegen etnisch profileren door de politie. Maar streetwise jonge Nederlanders verzetten zich niet alleen middels het actierepertoire van sociale bewegingen. Ze doen dat ook door middel van persoonlijke stijl, bijvoorbeeld in het geval van de natural hair movement, of in de populaire cultuur, in de vorm van vlogs, raps en spoken word. Dit zijn onder meer de kritische nummers en clips van hiphop artiesten als Stryder en Zwart Licht, de eerlijke filmpjes van vloggers als YousToub, en de geëngageerde voorstellingen van performers als theatergezelschap Lost Project.

Anderen verzetten zich op meer confronterende wijze. Bijvoorbeeld tijdens de rellen in de Schilderswijk die ontstonden nadat Mitch Henriquez door politiegeweld om het leven kwam. Of in de kraakacties van vluchtelingen zonder de juiste papieren, die de stedelijke ruimte op onverwachte manieren politiseren door leegstaande panden in gebruik te nemen als opvanglocatie en daarbij vaak een informeel netwerk van ondersteuning in de buurt te mobiliseren.

De strijd wordt op straat gevoerd

Hoe uiteenlopend ook, wat deze voorbeelden met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal spreken van een verlangen naar emancipatie. Aan de rafelranden van de samenleving wordt strijd gevoerd tegen uitsluiting, marginalisering, racisme, islamofobie en precariteit. De informele politieke praktijken die daar ontstaan zijn confronterend en vaak niet eenduidig als politiek betekenisvol te begrijpen.

Dit eigenzinnige engagement kan zowel letterlijk als figuurlijk gevat worden onder de term ‘straatpolitiek’. Veel speelt zich af op straat, in de grootstedelijke publieke ruimte: het domein waar de aanwezigheid van jongeren vaak in het oog springt en waar ook snel een confrontatie met de gevestigde orde ontstaat.

Andere voorbeelden spelen zich niet letterlijk af op straat, maar kunnen wel gezien worden als een manier om figuurlijk de straat op te gaan, om publiekelijk ruimte en recht van spreken op te eisen voor jongeren die zich op het Binnenhof niet gehoord voelen.

Herrie schoppen lijkt soms de enige manier om gehoord te worden

Een streven naar emancipatie moet soms beginnen met politieke ontregeling, als in de structuren van de formele politiek niet iedereen recht van spreken heeft en sommige groepen zelfs helemaal over het hoofd worden gezien.

Vooral mensen die niet voldoende rechtsbescherming genieten zullen als het ware in de politiek moeten inbreken om een verandering in hun leefsituatie te bewerkstelligen. Dit geldt in de sterkste mate voor jonge asielzoekers zonder de juiste papieren. Ook jongeren van kleur die zich niet gerepresenteerd voelen in de parlementaire politiek en te maken krijgen met institutioneel racisme zien de rechten die ze officieel hebben soms onvoldoende beschermd. Zij kunnen de samenleving op een confronterende manier met de neus op de feiten drukken door voor opschudding te zorgen en zo pijnlijk duidelijk maken dat de normale, maatschappelijke gang van zaken niet in ieders voordeel werkt.

Door spelbrekers te zijn kunnen jongeren laten zien dat niet iedereen mee kan doen aan het politieke spel, dat niet alle spelers dezelfde kansen hebben en dat sommige spelers de neiging hebben om er met alle knikkers vandoor te gaan. Herrie schoppen lijkt soms de enige manier te zijn om gehoord te worden. Dat kunnen we vervelend vinden, maar het heeft absoluut een politieke betekenis.

Femke Kaulingfreks is lector Jeugd en Samenleving aan Hogeschool Inholland. Haar nieuwste boek ‘Straatpolitiek: op zoek naar nieuw engagement’ was een van de drie genomineerde boeken voor de PrinsjesBoekenprijs 2018. 

Foto: Bas Bogers (Straatfotografie.com)