COLUMN Een beter sociaal contract

Het zou een goede zaak zijn als de komende verkiezingen gaan over de vraag welk sociaal contract de burgers willen. Volgens Marcel Canoy zijn er stevige ingrepen nodig om het sociale contract te repareren.

Er zijn van die modetermen. Menselijke maat is er zo een, of brede welvaart. Een nieuw sociaal contract is een ander. Allemaal termen die een hoge aaibaarheidsfactor hebben en in verkiezingstijd ongetwijfeld veelvuldig de revue zullen passeren. Een nieuw sociaal contract is zelfs een nieuwe partij die het hoogst in de peilingen staat en het boek van Pieter Omtzigt met die titel is een bestseller. Hoog tijd voor een analyse.

Filosofie

De term sociaal contract is al heel oud en komt uit de filosofie.  Een sociaal contract gaat over de legitimiteit die de overheid heeft in relatie tot haar burgers. Burgers geven vrijwillig autonomie op in ruil voor publieke voorzieningen. Het contract is informeel, maar heeft wel dezelfde kenmerken als een formeel contract. Als één partij zich niet aan het contract houdt, volgt er een reactie of een sanctie.

Sociaal contract in de praktijk

Onze parlementaire democratie is een sociaal contract. Als burgers laten we ons leiden door een regering die gecontroleerd wordt door gekozen volksvertegenwoordigers, met de rechterlijke macht en de Eerste Kamer als checks and balances. Daarmee geven we autonomie op in ruil voor publieke voorzieningen.

Huidige situatie

Vooral door toedoen van de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen kun je stellen dat de overheid zich niet als een betrouwbare contractpartner heeft gedragen. Alsof dat nog niet genoeg was, heeft de VVD middenin een klimaatcrisis en oorlog in de Oekraïne om schimmige redenen het kabinet-Rutte IV opgeblazen.

Een fragiel sociaal contract werkt ontwrichtend voor de samenleving

In het parlement is het niet veel beter. Er zitten een hoop afsplitsingen van populistische partijen in die elkaar de ganse dag vliegen proberen af te vangen of botweg niet op komen dagen. Plucheplakkende pinokkio’s klagen over elites en partijkartels en dat er tegenwoordig niks meer mag worden gezegd. Competente parlementariërs verlaten en masse de Kamer.

Sanctie

De sanctie op de contractbreuk is dat het vertrouwen in de politiek is gedaald, met als gevolg autonomen, complotdenkers en een verdere toename van populisme. Een fragiel sociaal contract werkt ontwrichtend voor de samenleving, omdat de legitimiteit van overheidsingrijpen niet meer vanzelfsprekend is. Bij extreme vormen van contractbreuk ontstaan coups, volksopstanden en burgeroorlogen.

Fundamenten

Met het constateren van een vertrouwenscrisis zijn we er natuurlijk nog niet. Als ik de oplossingen lees die er zoal de revue passeren, zit daar een hoop wensdenken in. We moeten Nederland weer teruggeven aan de burgers! Dank je de koekoek. Maar hoe dan? Ook Pieter Omtzigt wijst er in zijn boek op dat er geen simpele oplossingen zijn. Een fundamenteel inzicht is wel dat onze instituties functioneel moeten zijn voor het land waarin we willen leven. Laten we eens met zevenmijlslaarzen door een paar instituties lopen.

Begrotingsbeleid

Ondanks al het gepraat over brede welvaart is ons begrotingsbeleid vooral gebaseerd op economische groei en onsubtiel boekhouden. Alles wat te vaag is of moeilijk te kwantificeren, verdwijnt zo in het ronde archief van het ministerie van Financiën. Er is inmiddels genoeg kennis om dit echt anders te doen. Een mooie ambitie voor het volgende kabinet, want een begroting waar te weinig posten verschijnen die door burgers waardevol gevonden worden, ondermijnt het sociaal contract.

Belastingstelsel

Het essentiële manco van ons belastingstelsel is dat het oneerlijk is en te complex. Sijbren Cnossen en Bas Jacobs, Steven van Weyenberg alsook Arjen Lejour en Leo Stevens: allen deden ze goede suggesties om het anders en beter te doen, maar de werkelijke politieke wil ontbreekt om hier ook stappen in te zetten. En dat is al zo sinds toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes in 2014 met veel bombarie het over ‘de zolder opruimen’ had, maar het anno 2023 nog steeds een rommeltje is.

Sociale zekerheid en zorg

De sociale zekerheid en de zorg zijn te veel opgezet vanuit het belang van het aanbod, vanuit wantrouwen en de behoefte om (financieel) te kunnen sturen. Als gevolg hiervan ontbreekt vaak de menselijke maat. Schrijnende gevallen komen langs in de media en het sociale contract brokkelt zo weer verder af.

In de praktijk zitten vooral systeempartijen aan tafel die hun eigenbelang proberen te borgen

Nieuwe plannen van het kabinet met kekke acroniemen zijn gemaakt met goede bedoelingen, maar in de praktijk zitten vooral systeempartijen aan tafel die hun eigenbelang proberen te borgen, zodat er vooral veel gepraat wordt, maar echte vernieuwing moeilijk van de grond komt.

Eerste en Tweede Kamer

Het probleem van de Eerste Kamer is niet zozeer dat het niet gekozen is, maar dat het de functie die het ooit had (chambre de réflection) niet vervult. Daarmee wordt het een tamelijk overbodige institutie. Wat ook niet helpt, is dat er veel mensen inzitten met conflicterende belangen. De Tweede Kamer is te versplinterd en Kamerleden worden te weinig ondersteund. Pieter Omtzigt wil een districtenstelsel. Dat is een onhandig idee voor de Tweede Kamer, want dan ontaarden we in een soort VK of VS, maar voor de Eerste Kamer is het een prima idee dat de lokale herkenbaarheid kan vergroten en het klapveegehalte doet dalen.

Kwalijk nemen

De instituties die we gebouwd hebben, zijn allemaal met de beste bedoelingen ontworpen. Je kunt daarom mensen die bijvoorbeeld bij de Belastingdienst, het UWV of in de zorg werken nauwelijks kwalijk nemen dat ze de facto bijdragen aan het afbrokkelen van het sociale contract. Instituties zijn evenwel niet voor de eeuwigheid gebouwd. De wereld verandert en de instituties moeten mee veranderen. Om het sociale contract te repareren, zijn daarom echt een paar stevige ingrepen nodig.

Omtzigt

Ik geef Pieter Omtzigt daarom groot gelijk met zijn queeste naar een nieuw sociaal contract. Of hij daarin altijd de juiste keuzen maakt, daar is ruime discussie over mogelijk. Zo is zijn pleidooi voor meer extern toezicht bevreemdend. Als we nu ergens geen behoefte aan hebben is het wel meer toezicht. Verder legt hij in zijn boek een link tussen het Groei- en Stabiliteitspact (afspraken tussen landen van de 'eurozone' die de waardevastheid van de euro moeten garanderen) met de Jodenvervolging. Absurde historische vergelijkingen maken is normaal gesproken het exclusieve domein van FvD, maar Europa en migratie lijken blinde vlekken van Omtzigt.

Burgers

Waar Omtzigt beslist een punt heeft is het beter betrekken van burgers bij besluitvorming en beleid. En dan heb ik het niet over een obligate inspraakavond waar de grootste schreeuwers periodiek mogen leeglopen, maar over werkelijke burgerparticipatie. Dat kan bijvoorbeeld de vorm krijgen van coöperaties voor duurzaamheid, wonen, zorg of het sociale domein. Van belang daarbij is, zoals ook Omtzigt terecht constateert, dat de burger niet alleen de eisende partij is, maar ook de dienende. Beide partijen moeten zich immers aan het sociale contract houden en niet alle problemen in de wereld kunnen worden opgelost door de overheid.

Verkiezingen

Het zou een goede zaak zijn als de komende verkiezingen gaan over de vraag welk sociaal contract de burgers willen. Verschillende partijen kunnen daartoe voorstellen doen en de kiezer mag bepalen waar die zich het prettigst bij voelt. Het is alvast een beter thema dan het unilaterale armoede van links of migratie van rechts.

Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU en hij is adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).