Kortzichtige gemeenten weigeren psychosociale hulphond te financieren

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat jongeren en jongvolwassenen met PTSS en/of autisme baat hebben bij een psychosociale hulphond. Dat gemeenten meestal weigeren om de aanschaf van zo’n hond te financieren, vindt emeritus-hoogleraar Peer van der Helm kortzichtig.

Gemeenten krijgen geregeld aanvragen van jongeren en jongvolwassenen voor een psychosociale hulphond. Vaak honoreren gemeenten die aanvragen niet. Voor een deel ligt dat aan de kosten: ongeveer 25.000 euro per hond. Wat de bereidheid van de gemeenten er niet groter op maakt, is dat de zorgverzekeraars weigeren mee te betalen. Een gemiste kans.

Effectief

Traumabehandeling is de eerste aangewezen methode voor PTSS (posttraumatische stressstoornis). Vooral de trauma gerichte cognitieve gedragstherapie (TFCBT) en EMDR-therapie zijn effectief. Nadeel van deze therapieën is dat ze verbaal zijn en dat cliënten zich pijnlijke gebeurtenissen moeten herinneren. Niet iedere cliënt kan dat.

De beste strategie is om jonge cliënten met hun stoornis te leren leven

Uit zorgstandaarden blijkt dat vooral jongeren en jongvolwassenen met PTSS of autisme niet of onvoldoende gevoelig zijn voor traumabehandeling. Dat geldt met name voor complexe PTSS, waarbij verschillende trauma’s zich herhalen en door elkaar lopen.

De beste strategie is om jonge cliënten met hun stoornis te leren leven. Een psychosociale hulphond kan hen daarbij ondersteunen, net zoals een blinde geleidehond en een ADL hond (algemene dagelijkse levensbehoeften voor gehandicapten) dat doen.

Uit een nog niet gepubliceerde meta-analyse van Van der Helm en Stams et al blijkt dat een psychosociale hulphond bij jongeren en jongvolwassenen met PTSS en autisme effectief is. Het effect is vergelijkbaar met dat van de TFCBT en EMDR-therapieën bij andere cliënten.

Op maat

Terwijl bestaande therapieën vooral talig zijn, en daardoor voor sommige cliënten niet bruikbaar, is de begeleiding door de hulphond vooral praktisch en gevoelsmatig. Een hulphond maakt aanvullende therapie gemakkelijker en effectiever. Dat komt doordat de hond dissociatie en paniekaanvallen bij cliënten vermindert. Een ander groot voordeel is dat een psychosociale hulphond ook ondersteuning biedt op minder courante uren – ‘s nachts en in de vroege ochtend.

De psychosociale hulphond wordt ‘op maat’ getraind door een (erkende) hondentrainer, samen met de cliënt. De betrokkenheid van de cliënt bij de training heeft als voordeel dat er een persoonlijke band tussen hem en de hond ontstaat. En dat op zijn beurt kan de eigenwaarde en zelfbeeld van de cliënt stimuleren.

De verbondenheid met de hond stimuleert cliënten om eropuit te gaan

Concreet helpt een psychosociale hulphond om nachtmerries, angst- en paniekaanvallen en herbelevingen te verminderen. Ook leidt de hond zijn baasje uit stressvolle en risicosituaties en stimuleert het gezond gedrag. De verbondenheid met de hond stimuleert cliënten om eropuit te gaan. De hond moet meerdere keren per dag uitgelaten worden.

Tijdens de training wordt uitgebreid aandacht besteed aan dit en andere (dier-)ethische aspecten van een soms langdurige omgang met een hond. In tegenstelling tot een geleidehond, die meestal na zes jaar met pensioen gaat, kan de hulphond zijn leven lang bij het baasje blijven.

Onzorgvuldig

Vanwege de kosten is het voor gemeenten (die verantwoordelijk zijn voor de Jeugdwet en de Wmo) een plicht dat ze een aanvraag voor behandeling of hulpmiddelen zorgvuldig beoordelen. Een paar voorbeelden uit de praktijk laten zien dat dit niet altijd gebeurt.

  • Wijkteam maakt geen notulen van het gesprek met cliënt waarin deze aangeeft dat hij een hulphond wil. Doordat er geen notulen zijn, wordt het gesprek niet als aanvraag geregistreerd en hoort cliënt maandenlang niets meer
  • Aanvrager krijgt van ambtenaar te horen dat hij ‘zelf maar een hondje moet kopen’
  • Gemeente weigert schriftelijke afwijzing te sturen, zodat bezwaar niet mogelijk is
  • Gemeente rekt besluittermijnen onnodig lang op
  • Gemeente reageert niet op klachten
  • Gemeente schermt met beleid dat er niet is en negeert haar onderzoekplicht
  • Gemeente eist dat cliënt de therapie die niet geholpen heeft over doet
  • Gemeente trekt verregaande conclusies na onvoldragen onderzoek en verwijst naar verouderde jurisprudentie

Echo

Op de site van het kennisorgaan sociale zekerheid van de VNG (Stimulansz) staat een artikel van juridisch adviseur Wim Peters uit augustus 2022 waar veel gemeenten naar verwijzen bij afwijzing. Twee jaar geleden al schreef ik samen met twee collega-hoogleraren een brief aan de toenmalige voorzitter van de VNG dat de feitelijke informatie ervan wetenschappelijk niet klopte.

We boden aan in gesprek te gaan, ook met Peters. De VNG -voorzitter antwoordde ons dat de effectiviteit van de psychosociale hulphond niet bewezen was. Zijn antwoord echode een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dat de werking alleen was aangetoond bij veteranen met PTSS en niet bij jongeren/jongvolwassenen met PTSS.

Een uitspraak die, ik benadruk het nog maar eens, niet is gestoeld op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Maar het is ook een drogreden: PTSS is een generieke psychische aandoening die bij alle mensen voorkomt en niet van een beroep afhangt. Naast veteranen wordt de psychosociale hulphond tegenwoordig wel vergoed voor brandweerlieden en politieagenten, waarom dan niet voor jongeren?

Is het ethisch om een aanvraag af te wijzen met een juridisch trucje?

Een psychosociale hulphond is geen garantie voor herstel, net zomin als therapie bij de specialistische ggz. Als het gaat om jongeren en jongvolwassenen met vaak levensbedreigende aandoeningen door PTSS is zorgvuldige besluitvorming een absolute vereiste. Is het ethisch om een aanvraag af te wijzen met een juridisch trucje? De vraag is retorisch.

Juist een combinatie van verschillende interventies - mentoring, therapie en hulphond - kan het verschil maken voor cliënten. Om dan als gemeente ophef te gaan maken over de kosten van een psychosociale hulphond, die in het niet vallen bij de kosten van verblijf in een kliniek, is, zoals de Engelse taal zo fraai verwoordt, penny wise pound foolish.

Peer van der Helm is emeritus bijzonder hoogleraar Onderwijs en Zorg aan de Universiteit van Amsterdam.

 

Foto: Miss Chien (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 1081 keer bekeken.

Reacties 1

  1. Hulphonden worden vanuit de Zorgverzekeringswet vergoed, maar alleen als hun effectiviteit wetenschappelijk is bewezen, zoals bijvoorbeeld de blindengeleidehond.

    Voor hulphonden voor PTSS of autisme geldt dit (nog) niet. De Centrale Raad van Beroep heeft bevestigd dat wat bewust niet wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet, niet via de Wmo hoeft te worden toegekend. De Wmo verlangt wel maatwerk: de gemeente moet onderzoek doen naar de hulpvraag van de cliënt en passende ondersteuning bieden. Slechts in bijzondere gevallen kan een hulphond via de Wmo worden toegekend als er geen andere passende oplossingen zijn.

    Binnenkort komt er een nieuwe blog op http://www.stimulansz.nl waar ik meer uitgebreid in ga op deze ingewikkelde materie.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *