Kritische reflectie nodig om bibliotheken succesvol te houden

De bibliotheek wil behalve een boekenverzameling ook een volkspaleis zijn dat democratisch burgerschap bevordert. Goed streven, aldus universitair hoofddocent Bestuurswetenschappen Ronald van Steden en onderzoeker David Oldenhof, maar ze moeten wel alert blijven op de spanningen die dat oproept.

Het gaat goed met de openbare bibliotheek. De hoeveelheid en diversiteit van activiteiten die plaatselijke filialen aanbieden, zijn enorm. Een blik op de kalenders toont poëzieavonden en discussiegroepen, maar ook knutselen met kinderen en filosofische cafés.

Verwachtingen

Er worden allerlei maatschappelijke functies aan bibliotheken toegekend. De verwachtingen zijn hoog. Een eerste bijdrage op Sociale Vraagstukken benadrukt dat bibliotheken belangrijke publieke voorzieningen in kwetsbare wijken zijn. Een sociale infrastructuur dichtbij huis, bemenst met kundige professionals.

Behalve redding tegen ontlezing bieden bibliotheken antwoord op veel maatschappelijke vraagstukken

Een tweede bijdrage op Sociale Vraagstukken presenteert onderzoek naar diezelfde professionals. Zij vinden dat voorzieningen tekortschieten tegenover maatschappelijke noden en proberen met beperkte menskracht zo veel mogelijk te doen om mensen te helpen. Anderen stellen dat sociaal professionals, waaronder bibliotheekmedewerkers, de kloof tussen overheid en burger weten te overbruggen. Behalve redding tegen ontlezing bieden bibliotheken antwoord op veel maatschappelijke vraagstukken.

Uitdagingen

Na een bijna-doodervaring hebben bibliotheken zich de afgelopen tien jaar heruitgevonden. Tegelijkertijd staan zij voor pittige uitdagingen. In het kader van ons onderzoek naar de maatschappelijke rol van bibliotheken hielden we zestien (groeps)interviews met medewerkers en directeuren, de brancheorganisatie VOB, Provinciale Ondersteuningsinstellingen, de Koninklijke Bibliotheek, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en wetenschappelijk experts. We spraken met hen over het succes van bibliotheken, maar ook over de keerzijden ervan en over de voortdurende uitdagingen waaraan de sector is blootgesteld.

Met activiteiten en adviezen willen bibliotheken democratisch burgerschap bevorderen

Bibliotheken ontplooien talloze sociale activiteiten – van voorleesmiddagen tot gespreksavonden – om een verschillend publiek aan te spreken. Daarnaast zijn filialen Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) geworden. Mensen met vragen over hun DigiD of het regelen van onlinezaken met de overheid kunnen hier terecht.

Ook bestaat een groot bestanddeel van de programmering die bibliotheken aanbieden uit inloopspreekuren over belastingvragen, gezondheidsvragen, juridische en verduurzamingsvragen. Met dit soort activiteiten en adviezen willen bibliotheken democratisch burgerschap bevorderen.

Maar wat is dat bredere verhaal over democratisch burgerschap?

In het concept democratisch burgerschap ligt volgens bibliotheken het idee besloten dat het voor iedereen goed is om te weten hoe we samen onze gezamenlijke problemen op kunnen lossen. Maar wat is dat bredere verhaal over democratisch burgerschap? En samenhangend daarmee: wat doen bibliotheken eigenlijk niet? Kunnen zij alle hoge verwachtingen die gepaard gaan met de wens om sociale vraagstukken aan te pakken en democratisch burgerschap te bevorderen waarmaken?

Spanningen

Die vraag is belangrijk vanwege ingewikkelde spanningen waarmee bibliotheken kampen. In een internationaal vergelijkende studie noemen Rianne van Melik en collega’s er drie die ook in onze interviews naar voren kwamen.

  • Beleidsniveaus

De eerste spanning is die tussen top-down en bottom-up beleid. Nederlandse bibliotheekorganisaties stellen autonoom hun programma’s samen, maar worden voor het gros uit gemeentelijke financieringsbronnen betaald. Als die bronnen opdrogen of er verschillen van inzicht met verantwoordelijke wethouders ontstaan, zijn de gevolgen voor lokale filialen groot.

Ondanks dat bibliotheken momenteel bloeien, mag niet worden vergeten dat het aantal bibliotheekorganisaties in ons land is gekelderd van 542 in 2000 naar 133 in 2024. Dat heeft vooral te maken met eerdere bezuinigen en fusies vanuit het idee dat bibliotheken zo konden profiteren van efficiency- en schaalvoordelen.

Eenzelfde type spanning komt terug tussen het nationale en lokale niveau. In 2025 is er een nieuwe Bibliotheekwet ingegaan, waardoor gemeenten een zorgplicht krijgen voor het in stand houden van volwaardige filialen. Dit is op zich goed nieuws, maar er treden fricties tussen overheid en bibliotheken op als lokale vestigingen niet passen bij wat de wet top-down heeft voorzien.

De eis van een stenen gebouw dat een minimaal aantal uren open is en professionele leiding heeft, klinkt al snel directief wanneer te weinig of geen rekening wordt gehouden met plaatselijke behoeften van bibliotheken. Uit een recente NRC-reportage bleek dat een gemeente helemaal geen subsidie voor een nieuwe vestiging wilde. Liever besteedde men aldaar de beschikbaar gestelde gelden aan het versterken van bestaande bibliotheekvoorzieningen. Een beleidsambtenaar vond het maar niets: wat de gemeente wilde, was geen bibliotheek zoals de nieuwe wet bedoelt.

Veel van de huidige financiering is projectmatig, niet structureel

  • Tijdspanne

Een tweede spanning verwijst naar het feit dat grote ambities om maatschappelijke problemen op te lossen niet matchen met de tijdspanne van subsidies. Veel van de huidige financiering is projectmatig, niet structureel. Dat zorgt bij bibliotheken voor onzekerheid over de continuïteit van activiteiten en de beschikbaarheid van personeel. De laatsten hebben vaak tijdelijke contracten.

Het management legt thans grote nadruk op het meten van impact om hun publieke meerwaarde te laten zien. Het is echter de vraag of de wezenlijke toevoeging van de bibliotheek daarin voldoende zichtbaar wordt. Resultaten op het gebied van de uitleen van boeken of het bevorderen van taalvaardigheid zijn meetbaar, maar sociale impact – zoals het verminderen van eenzaamheid of het opdoen van inspiratie – laat zich moeilijker vaststellen.

  • Doelgroepen

Dat brengt ons op de derde en tevens laatste spanning, die tussen de inclusieve doelstelling dat bibliotheken er voor iedereen zijn en de bevinding dat veel activiteiten usual suspects lijken te trekken.

Voor laaggeletterden is de drempel om de bibliotheek te bezoeken veel hoger

In 2023 werden er ruim 57 miljoen individuele bibliotheekbezoeken geteld. Uit een nadere analyse blijkt dat bezoekers regelmatig vrouw zijn, vaak kinderen ook, en hoger opgeleiden in de leeftijdscategorie 35 tot 49 jaar. Daarnaast hebben relatief veel bezoekers een herkomst buiten Nederland, bijvoorbeeld als zij taalcafés bezoeken. Voor laaggeletterden is de drempel veel hoger.

Reflectie

Tegen deze achtergrond bezien, vinden wij dat er binnen de bibliotheekwereld een breed gedragen gesprek moet worden gevoerd over wat goed loopt en waar keuzes nodig zijn om aan de hoge verwachtingen te voldoen. Om het gesprek inhoudelijk te kunnen voeren, is meer kennis en begeleiding nodig.

Wat is de meerwaarde van een laagdrempelige voorziening die burgerschap wil bevorderen?

Er moeten vragen gesteld worden als: is het mogelijk dat bibliotheken commerciëler gaan denken en programmeren, zonder hun eigenheid te verliezen? Wat drijft medewerkers en vrijwilligers en wat vermijden ze liever bij hun vormgeving van de bibliotheek? Wat is de meerwaarde van een laagdrempelige voorziening die burgerschap wil bevorderen? Wat zijn de keerzijden?

Tijdens onze interviews merkte een respondent op dat filialen geen welzijnsinstellingen moeten worden. Eerder was in het nieuws dat personeel worstelt met onveiligheid als er steeds meer mensen binnenkomen. Openbare bibliotheken zijn inderdaad succesvol, maar kritische reflectie blijft noodzakelijk om een duurzame toekomst te garanderen.

Ronald van Steden is universitair hoofddocent Bestuurswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam en onderzoeker bij Socires. David Oldenhof is onderzoeker bij Socires.

 

Foto: Pixabay via Pexels.com