Meisjes zijn niet alleen maar slachtoffer van sexting

Verliefd meisje laat zich door jongen verleiden tot het sturen van pikante foto’s. Die jongen stuurt de foto naar de hele school, waarop het meisje levenslang beschimpt wordt. Willemijn Krebbekx zet vraagtekens bij dit klassieke sexting scenario.

‘Ja, die naaktfotootjes hè jongens, dat is, dat is het niet hè. Ja misschien is het het wel, ik ken de opwinding niet, maar je krijgt er alleen maar narigheid van’, aldus Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door tegen drie jongeren die zijn uitgenodigd om het te hebben over seksuele voorlichting na ‘Keulen’. Drie dagen later gaat het ook in Jinek over naaktfoto’s. Francien Regelink, aangekondigd als ‘slachtoffer van sexting’, vertelt over haar ervaring. ‘Liefde maakt blind,’ aldus Regelink, ‘en natuurlijk, groepsdruk speelt ook. Dus dan kun je nog zo goed voorgelicht zijn…’ Enkele voorbeelden van verontrustende berichten over sexting in de nationale media. Maar wat gebeurt er eigenlijk precies in de praktijk?

Sexting: altijd hetzelfde liedje?

De term sexting, een neologisme van de Engelse woorden ‘sex' en ‘texting’, werd in 2009 opgenomen in de Van Dale. Daar wordt het beschreven als ‘Het versturen van seksueel getinte boodschappen en foto’s via sms’. De term is inmiddels stevig gegrond in ons gemeenschappelijk vocabulaire. In de wetenschap verschenen de eerste publicaties rond 2005, en een recente zoekopdracht in Google Scholar leverde niet minder dan 7570 resultaten op. In de huidige wetenschappelijke discussie over sexting zijn twee trends zichtbaar. De eerste beschrijft sexting als groot gevaar voor de jeugd. Dit leidt vaak tot krampachtige pogingen om vermeende slachtoffers te beschermen. De tweede trend ziet sexting als morele paniek die kan leiden tot het negeren van mogelijke problemen.

In beide benaderingen wordt sexting gezien als eenduidig fenomeen: een onzekere meid wordt door een jongen gevraagd een naaktfoto van zichzelf te sturen. Zij voelt zich gevleid en gaat erop in. De jongen wil stoer zijn bij zijn vrienden en verspreidt de foto. Het is een typering waarin aloude ideeën over de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke seksualiteit worden herhaald: meiden zijn op liefde gericht, reactief, waar jongens seksgericht en actief zijn. Ook ideeën over jongeren als ‘vatbaar’ voor groepsdruk zijn hier in te herkennen. Wat er in de praktijk gebeurt, zo blijkt uit mijn etnografisch onderzoek op Nederlandse middelbare scholen, kan in dit scenario echter niet worden gevat.

Klassieke interpretatie blijkt te wringen

Eén van de ochtenden waarop ik een tweede klas observeerde, bleek er een naaktfoto van een leerlinge, Manon, ‘rond te gaan’. Manons vriendinnen negeerden haar en in de klas werden gemene grappen gemaakt. Het leek een ‘klassiek sexting geval’ waarin Manon zich uit verliefdheid had laten overhalen een naaktfoto te sturen aan een jongen, die deze op zijn beurt doorstuurde aan de halve school.

Maar deze interpretatie begon al snel te wringen. Toen Manon de ruimte kreeg haar verhaal te vertellen, bleek dat de jongen haar naaktfoto aan zijn beste vriendin had doorgestuurd. Deze vriendin stuurde de foto vervolgens aan haar gehele contactenlijst. Het was dus een jongen die in eerste instantie de foto ongevraagd deelde, maar een meisje dat verantwoordelijk was voor het wijd verspreiden van de foto.

Ook bleek Manon niet te reageren als een bang en verdrietig meisje, maar juist boos, ze wilde de verspreidster fysiek te lijf gaan. Voor haar woede was geen plaats; deze werd juist gezien als teken dat Manon ‘echt het verkeerde pad op ging’. Manons reactie staat haaks op de versie van sexting waarin meiden uitsluitend als verdrietig slachtoffer worden voorgesteld. Ook het feit dat het ongevraagd verspreiden van foto’s niet enkel ten deel valt aan jongens, komt zelden ter sprake in debatten over sexting. Deze observatie vertroebelt de scheiding tussen ‘slachtoffer’ en ‘dader’.

Manon had maar een week last van de foto

Hoewel Manon niet verantwoordelijk was voor de wijde verspreiding van de foto, zij had het immers slechts voor één paar ogen bedoeld, werd de schuld bij haar gelegd. Haar vriendinnen vonden het ‘dom’ dat zij een naaktfoto had gemaakt en aan de jongen had gestuurd. Jongens, zoveel was voor hen op 14-jarige leeftijd al duidelijk, zijn nu eenmaal niet te vertrouwen als het om seks gaat. Toch, vertelden zij mij, lieten ze Manon niet in de steek vanwege de naaktheid. Wat zij met name afkeurden was het feit dat Manon al een tijdje omging met jongens van een andere school, en dat zij hun waarschuwingen, dat deze jongens ‘fout’ zouden zijn, in de wind had geslagen – de foto was aan een van hen gestuurd. Deze voorgeschiedenis is belangrijk om te begrijpen dat sexting niet geïsoleerd plaatsvindt, maar in de context van middelbare school waarin seksualiteit een belangrijke rol speelt in het maken en verbreken van vriendschappen.

Ondanks de reacties van haar omgeving blijkt Manon het voorval enkele maanden later al wat vergeten. Tijdens een interview reageerde ze enigszins verbaasd op mijn vragen over de foto die rond was gegaan: ‘Wat grappig dat je daar over begint, het is al zo lang geleden’. Ze vertelde dat ze ongeveer een week ‘last had gehad van die foto’ en dat de opmerkingen daarna waren opgehouden, de ruzies bijgelegd. Dit strookte met mijn observaties in de weken na het voorval.

Sexting is geen eenrichtingsverkeer

Zelf had Manon ook een aantal naaktfoto’s van jongens op haar telefoon staan, vertrouwde ze me toe, alleen die stuurde ze niet door, omdat ze dat zielig vond voor hen. Oftewel, sexting is geen eenrichtingsverkeer: ook meiden vragen en krijgen naaktfoto’s toegestuurd van jongens. Maar hier is minder aandacht voor: het verhaal van het meisje als slachtoffer eist de hoofdrol op. Het valt te betwijfelen of het verspreiden van een naaktfoto van een jongen Manon uit de brand had geholpen. Waarschijnlijk had het haar nog verder gemarkeerd als ‘fout’ of ‘slet’.

Alleen maar narigheid?

Sexting kan dus niet enkel worden gezien als gevaar of als paniek. Behalve dat sexting in het voorbeeld van Manon anders verloopt dan algemeen wordt aangenomen, komt sexting ook minder vaak voor dan vaak voorgesteld. Recente cijfers laten zien dat tussen de 1 en 2 procent van de jongeren aangeeft dat er seksueel beeldmateriaal van hen is gemaakt. Het merendeel van de jongeren kijkt met plezier terug op het sturen van naaktfoto’s via social media . Dat wil niet zeggen dat het niet op bepaalde manieren fout kán gaan, maar dat dit slechts één versie van het fenomeen sexting is. Er kan ook sprake zijn van plezier of spanning. Al met al is er dus behoefte aan een diversificatie van de verhalen rondom sexting. Laten we beginnen met het stellen van de vragen: wanneer vormt sexting precies een probleem?

Willemijn Krebbekx werkt als PhD student aan de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel is gebaseerd op haar onderzoek naar jongeren en diversiteit op middelbare scholen in Nederland. Een eerdere versie van deze tekst verscheen in Waterstof, zie www.waterstof-ezine.nl.

Dit artikel verschijnt ook in het nieuwe nummer van het Tijdschrift voor Sociale Vaagstukken.

Afbeeldingsbron: Petja Buitendijk Fotografie