Inbreng van jongeren en hun ouders cruciaal voor goede jeugdhulp

De jeugdhulpverlener kan zijn vakmanschap vergroten met de ervaringen, kennis en ideeën van de kinderen, jongeren en ouders die om hulp vragen. ‘Je kunt als zorgprofessional niet weten of wat je doet echt effectief is als je mijn perspectief als zorgvrager niet kent.’

Participatie krijgt in de sociale sector al een steeds prominentere plek omdat gezien wordt dat zorgvragers een uniek perspectief meebrengen en daarmee een waardevolle bijdrage leveren aan de hulpverlening.

Vakmanschap van hulpverleners kan niet zonder reflectie en leren. Maar reflecteren op het eigen professionele handelen wordt vooral gedaan met andere professionals – door sparren tijdens werkbegeleiding of intervisie. Wij vinden dat het perspectief van zorgvragers eveneens een onmisbare bron is voor goed vakmanschap.

‘Realiseer je altijd dat het over mijn leven gaat’

In de jeugdhulpverlening is dat het perspectief van de kinderen, jongeren en ouders met wie jeugdprofessionals werken. Vanuit ethisch opzicht: wie kan je beter vertellen of dat wat je doet het gewenste effect heeft dan de zorgvrager zelf?

Of zoals een vader in onze werkplaats zei: ‘Realiseer je altijd dat het over mijn leven gaat. Het is jouw werk ‘maar’. Keuzes die jij nu maakt, kunnen de rest van mijn leven beïnvloeden.’

Groter effect als je perspectief van zorgvrager kent

Een andere reden om het perspectief van de zorgvrager mee te nemen in je professioneel handelen is de effectiviteit van je inzet. Die wordt groter als je, naast praktijkkennis en wetenschappelijke kennis, ook ervaringskennis benut. Deze kennis verkrijg je door feedback te vragen aan degene met wie je direct een samenwerkingsrelatie hebt of overstijgend aan ervaringsdeskundigen die meer in algemene zin feedback geven.

De middelen die we inzetten in onze werkplaats C4Youth – zoals storytellers en hun speeddaten – leverden waardevolle kennis op voor de professionals. De belangrijkste boodschap die hieruit naar voren kwam: ‘Je kunt als zorgprofessional niet weten of wat je doet echt effectief is als je mijn perspectief als zorgvrager niet kent. Vraag daarnaar, neem me serieus en leer van mijn ervaringen.’

Op basis van de ervaringen in onze werkplaats hebben we do’s-and-don’ts geformuleerd voor de inzet van kennis van de zorgvragers.

Wel doen

Begin met wat er al is

Er is veel ervaringskennis van ouders, kinderen en jongeren over wat wel en niet werkt die heel goed benut kan worden. Zij zeggen bijvoorbeeld ‘kom afspraken heel zorgvuldig na’. Beginnen met de kennis die al beschikbaar is, voordat je zelf iets met jongeren en ouders gaat organiseren, levert waardevolle informatie op die makkelijk te gebruiken is.

Zorg voor een gemeenschappelijk doel

Mensen vinden het leuk om ervaringen te delen als ze het idee hebben dat ze meewerken aan iets waarvan de intentie oprecht is en dat er een gemeenschappelijk doel is.

Een voorbeeld is het wordingsproces van de documentaire ‘De schaduwkanten van ouderschap’. Tientallen ouders meldden zich na onze oproep om mee te werken. Zij lazen in de oproep wat wij wilden bereiken, namelijk hun verhalen zonder oordeel in beeld brengen om professionals te leren wat wel en niet werkt. Zij wilden hetzelfde als wij en een gezamenlijk doel was geboren. Ook zij liepen op tegen het feit dat er slecht geluisterd werd naar wat voor hen wel en niet werkte en wilden net als wij dat dit zou veranderen.

Besteed veel aandacht aan combinatie vraag en werkvorm

De werkvorm die je gebruikt moet goed passen bij jouw uitnodiging om mee te doen en bij de doelgroep. In de praktijk zien we participatie vaak niet opleveren wat je zou willen omdat deze stap onzorgvuldig is genomen.

Maak de drempel om mee te doen zo laag mogelijk door naar de plekken te gaan waar je doelgroep sowieso al is en kies een werkvorm die natuurlijk aansluit bij die plek. Ga bijvoorbeeld met jongeren in gesprek op hun school en maak samen met de docent een les over participatie.

Ga ook naar jongerencentra, kinderopvangcentra, online platforms en kies op basis van de daar aanwezige kennis je werkvorm –­ interview, groepsgesprek, tekenopdracht of workshop.

Sta open voor feedback

Feedback ontvangen vraagt om kwetsbaar zijn. Je kunt mensen beter helpen door zelf te leren van de ervaring van cliënten.

Bijvoorbeeld van wat de moeder in onze podcastserie vertelt. Zij vond het heel ingewikkeld dat het soms twee weken duurde voordat ze van professionals na een gesprek te horen kreeg wat er ging gebeuren. ‘Voor zo iemand vliegt die tijd vast om, maar voor mij duurde het een eeuwigheid. Dat voelde heel naar en gaf weinig vertrouwen.’

 Niet doen

Niet overtuigd zijn van de meerwaarde

Begin er niet aan als je niet overtuigd bent van de meerwaarde van het inzetten van ervaringskennis. Oprecht op zoek zijn naar zaken om van te leren is een voorwaarde om een open gesprek te voeren en om effectief te leren.

Stoppen als het ingewikkeld wordt of tegenvalt

Leren is per definitie een kwestie van vallen en opstaan. Dit betekent dat je moet doorzetten. En dus bijvoorbeeld niet de handdoek in de ring gooien als de meeste jongeren niet komen opdagen bij een gesprek dat je voor hen hebt georganiseerd over wat voor hen wel en niet werkt.

Niets doen met de feedback die je krijgt

Feedback vragen en er niets mee doen is een verspilling van tijd en weinig respectvol naar de mensen die hun tijd investeren om jou te helpen. Toch zien we dat in de praktijk vaak gebeuren. Zorgvuldigheid en respect zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat mensen hun ervaring met je delen.

De ervaring van degene voor wie je het werk doet, is onmisbaar

Blijvend bezig zijn met de vraag of je als professional of organisatie wel de goede dingen doet is een belangrijke investering in vakmanschap. De ervaring van degene voor wie je het werk doet, is daarbij een onmisbaar puzzelstukje.

Participatie wordt nog vaak gezien als een losstaand onderdeel dat af en toe wordt benut of ingezet. Voor het verlenen van goede zorg moeten we toe naar het continu benutten van ervaringskennis. Dat wil zeggen in elk contact met de zorgvrager en diens problemen, in aanvulling op structurele intervisie van zorgprofessionals.

Mirjam Wijnja is sociaal onderneemster. Zij maakt, samen met ervaringsdeskundige ouders en jongeren documentaires, podcasts en leermiddelen om de jeugdhulpverlening te verbeteren.
Lucienne van Eijk is algemeen coördinator van de Kennis- en Leerwerkplaats C4Youth en docent praktijkgericht onderzoek bij de Master Social Work van de Hanzehogeschool Groningen en de NHL Stenden Hogeschool.
Els Evenboer is senior onderzoeker bij Toegepast Gezondheidsonderzoek en Gezondheidswetenschappen in het UMC Groningen.
Menno Reijneveld is hoogleraar sociale geneeskunde en hoofd Gezondheidswetenschappen bij het UMC Groningen.
Meer lezen? Kijk hier

 

Foto: Anthony Fomin on Unsplash