Met stresstests en droogzwemmen voorbereiden op transitie jeugdzorg

Nog een paar maanden en de transitie van de jeugdzorg is een feit, maar zijn de gemeenten er voldoende op voorbereid? De Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Transitiebureau Jeugd bieden stresstests aan om te kijken of de verantwoordelijkheden goed verdeeld zijn.

De voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg kan alleen succesvol uitpakken als er een helder beeld van verantwoordelijkheden ontstaat. Het moet met andere woorden duidelijk zijn dat de lokale bestuurders verantwoordelijk zijn voor de randvoorwaarden van een veilige jeugdzorg en de jeugdzorgorganisaties en professionals voor de uitvoeringspraktijk. Dit onderscheid is niet alleen onmisbaar voor een zinvolle stresstest maar ook voor een goede aanpak van veiligheidsvraagstukken in de jeugdzorg van de toekomst, aldus een recent (brief-)advies van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).

Heftig incident kan zicht op verantwoordelijkheden ontnemen

Bij de voorbereiding op toekomstige veiligheidsvraagstukken, dient de rolverdeling centraal te staan. Een lokale bestuurder die zijn rol kent, richt zijn ambities op het maken van regels rond onder meer toezicht, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de jeugdzorg. Gemeenten hebben straks namelijk de verantwoordelijkheid om te zorgen dat er in hun regio voldoende toegang tot veilige jeugdzorg is. De organisatie en uitvoering van die veiligheid op de dagelijkse werkvloer daarentegen is een zaak van de betrokken professionals. Zij moeten een veilige omgeving creëren voor de kwetsbare jongeren, de overheid zorgt dat ze daartoe bevoegd en bemand zijn.

Een heftig incident kan het zicht op de verdeling van verantwoordelijkheden gemakkelijk vertroebelen. Emoties als angst, onzekerheid en onbehagen kunnen ertoe leiden dat mensen behoefte krijgen aan een sterke speler die gezag uitstraalt en daadkrachtig optreedt. Dicht bij de maatschappelijke emoties is het risico daardoor groot dat lokale bestuurders hun (grotere) verantwoordelijkheid vertalen in méér veiligheidsregels voor de dagelijkse praktijk van de jeugdzorg. En dat terwijl meer regels niet per definitie tot meer veiligheid leiden. Juist onder complexe en emotionele omstandigheden, is terughoudendheid bij lokale bestuurders essentieel. Na een incident moeten bestuurders kritisch reflecteren op de randvoorwaarden van een veilige jeugdzorg, terwijl de jeugdzorgorganisaties en professionals nog eens kritisch kijken naar de uitvoering. Beiden partijen kunnen dan besluiten tot aanpassen of oplossen, als dat nodig is, zonder elkaars rol over te nemen.

Ook gemeenteraadsleden moeten droogzwemmen

In de aanloop naar de decentralisatie moeten lokale bestuurders samen met de jeugdzorginstellingen droogzwemmen aan de hand van relevante en realistische casuïstiek. Dus: samen aan tafel om afspraken te maken over de communicatie en rolverdeling bij (eventuele) incidenten en inzicht verwerven in elkaars verantwoordelijkheden voor beleid en praktijk. Ook gemeenteraadsleden horen aan tafel. Juist zij zullen bij incidenten onder druk van burgers en media neigen naar de belofte ‘iets te doen’ en een wethouder die terughoudend handelt, snel bekritiseren. Door ook raadsleden met de casuïstiek bekend te maken ontstaat draagvlak voor terughoudend veiligheidsbeleid voor de jeugdzorg. Zaak is dat bestuurders, politici en professionals leren dat ze de erkenning van emoties en het tonen van betrokkenheid niet moeten verwarren met een roep om meer daadkracht of nieuwe regels. Droogzwemmen nu helpt om emotionele betrokkenheid en bestuurlijke terughoudendheid bij mogelijke incidenten in de jeugdzorg straks op een goede manier naast elkaar te laten bestaan.

Erik Gerritsen is bestuursvoorzitter van Jeugdbescherming Regio Amsterdam en lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Willemijn van der Zwaard werkt als adviseur bij de RMO. Het briefadvies Veiligheid en verantwoordelijkheid in het sociale domein is te downloaden op de websites van beide Raden: www.adviesorgaan-rmo.nl en www.rob-rfv.nl.