Dankzij vrijwilligerswerk een baan – dat kan

Uit een recente enquête van de OuderenOmbudsman bleek dat werkloze 55-plussers oplopen tegen een hele trits aan vooroordelen, maar ook dat zij heel graag vrijwilligerswerk willen doen. Een ‘vrijwilligers-estafette’ kan een antwoord zijn, en een concrete bijdrage aan de participatiesamenleving.

Even vooraf, vrijwilligerswerk en betaalde arbeid staan op gespannen voet met elkaar, er kan zelfs sprake zijn van verdringing. Dat geldt minder voor de grootste vrijwilligerssector van ons land, de sport. Daar kun je moeilijk stellen dat al die vrijwillige scheidsrechters, jeugdleiders en wegbreng-ouders beroepskrachten vervangen. Voor hun inzet geldt eerder dat alle activiteiten die zij mogelijk maken indirect tot veel betaalde banen leiden. Op individueel niveau is vrijwilligerswerk zelfs een methode om aan betaald werk te komen. Daarbij kunnen vier mechanismen in werking treden, die populair zijn samen te vatten in de 4 K's.

Vier mechanismen die helpen van vrijwilligerswerk naar betaald werk

Kijk mij: is het eerste mechanisme en gaat over de signaalfunctie van vrijwilligerswerk: je laat zien dat je maatschappelijk betrokken bent. Dat je meer kunt dan alleen studeren of je betaalde baan, je laat als werkloze zien dat je niet thuis zit maar nog steeds een goed werkritme hebt. De kijk mij-functie is vooral een middel om jezelf te onderscheiden.

Kennis en kunde: vrijwilligerswerk is een vorm van informeel leren waarmee iemand bestaande competenties kan onderhouden en nieuwe competenties kan ontwikkelen. Het onderhouden van competenties kan waarschijnlijk vrij goed zonder een formele context maar het ontwikkelen van nieuwe competenties, gebaseerd op experiential learning, vraagt waarschijnlijk wel om een formele setting met georganiseerde reflectie.

Kennissen: met vrijwilligerswerk kun je je netwerk onderhouden en verbreden, waardoor iemand meet mensen in kan zetten bij de zoektocht naar betaald werk.

Kennismaking: vrijwilligerswerk is een relatief laagdrempelige manier om eens kennis te maken met een bepaald werkveld. Zonder al te veel investering vooraf en gezichtsverlies achteraf kun je eens in de keuken van een organisatie en werkveld kijken.

Een programma voor een vrijwilligers-estafette

Het combineren van deze vier mechanismen met de ervaring van de maatschappelijke stage (die nu bij het kabinet op de nominatie staat om als verplichting geschrapt te worden) kan de basis zijn voor het ontwikkelen van een programma om werklozen te helpen via vrijwilligerswerk aan een betaalde baan te komen. De eerste voorwaarde is dat, in tegenstelling tot de maatschappelijke stage, deelname een vrijwillige keuze is, anders gaat ‘Kijk mij’ niet meer op. De tweede voorwaarde is dat de eerste fase van het programma dat we voorstellen bestaat uit een lint van korte, gestandaardiseerde vrijwilligersfuncties, zoals die de laatste paar jaren voor de maatschappelijke stage zijn ontwikkeld, opdat de mechanismen van kennismaking en kennissen opdoen in werking kunnen treden. Te denken valt aan vijf keer meehelpen bij de dagbesteding in verzorgingshuizen, daarna in de kantine van de sportvereniging, vervolgens op de wijkbus en verder bij al die andere voorbeelden die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Op basis van het kennismaken kan de werkzoekende vervolgens een keuze maken voor een grotere vrijwilligersfunctie, die in het verlengde kan liggen van vroeger werk en opleiding of juist een nieuwe route kan openen. Hier moet het dan wel om een substantieel aantal uren gaan, opdat voldoende kennis en kunde kan worden opgedaan.

Deze grotere vrijwilligersfunctie moet worden ingezet als een estafettestokje, waarbij een volgende werkzoekende bijna zonder moeite het werk kan overnemen van de eerste zodra die een baan heeft gevonden. De grotere vrijwilligersfunctie is idealiter voor zolang als nodig met maximaal 16 uur per week, zodat er voldoende tijd overblijft om werk te zoeken. Voor de betreffende organisatie is de vrijwilligersfunctie permanent. Overigens moet de vrijwilligersorganisatie ook niet te afhankelijk worden van deze manier van vrijwilligers werven. Want laten we allemaal hopen dat dit programma tijdelijk is…

Oproep aan de participatiesamenleving en minister Asscher

Minister Asscher riep onlangs werkgevers en werknemers op ideeën te droppen om oude werklozen aan het werk te helpen. Hiervoor heeft hij een subsidiepot van 600 miljoen euro beschikbaar gesteld. Wij roepen daarom de Nederlandse samenleving, en daarmee dus de overheid (minister Asscher), pensioenfondsen, uitkeringsinstanties en andere stakeholders, op om nu snel aan de slag te gaan met het opzetten van een ‘vrijwilligerswerk voor betaald werk’-programma omdat de noodzaak groot is, en de infrastructuur van de maatschappelijke stage nu nog bestaat. Die infrastructuur zal natuurlijk wat aangepast moeten worden omdat 14-  en 50-jarigen niet dezelfde werkzaamheden kunnen doen, maar dat is geen bezwaar.

Het is simpel, waar de maatschappelijke stage niet kon zorgen voor een bestuurder van de wijkbus maar wel voor een bijrijder, kan dit programma zorgen voor alle twee!

Lucas Meijs is bijzonder hoogleraar Strategische Filantropie aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit en het ECSP. Hij is tevens raadslid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.

Jan Romme is OuderenOmbudsman, een dienst van het Nationaal Ouderenfonds, het enige goede doel voor ouderen in Nederland.