Zorgt de participatiesamenleving ook voor kwetsbaren, en: draaien vrouwen ervoor op?

Dankzij de Volkskrant weten we nu hoe de participatiesamenleving van staatssecretaris Van Rijn uit gaat pakken. Mantelzorg, vrijwilligerswerk - alles wat die vijf miljoen mensen al doen moet minder vrijblijvend worden. En het liefste moeten alle zestien miljoen meedoen. Wat betekent dat voor echt kwetsbaren, en: voor vrouwen?

Is het gek om als vrijwilliger mee te draaien in de bibliotheek als je lezen belangrijk vindt? Of het parkje voor je deur te onderhouden omdat je hecht aan mooi groen in je wijk? Het is na de troonrede al vaker gezegd: de participatiesamenleving is niet van vandaag of gisteren. Oud-premier Balkenende sprak er al over in 2005 en PvdA-leider Wim Kok zelfs in 1991. En belangrijker: veel Nederlanders werken al jaren aan de participatiesamenleving zonder het zo te benoemen. Denk aan de vier miljoen Nederlanders die vrijwilligerswerk verrichten. Of de anderhalf miljoen mensen die soms jarenlang voor een ziek familielid of dierbare zorgen.

De participatiesamenleving op zee was er al in 1824

Ook onze ouders en grootouders waren al gewend om de handen uit de mouwen te steken, georganiseerd of ongeorganiseerd. Omdat we zinvol bezig willen zijn, goed willen doen, een misstand zien of ons ergens ongerust over maken. Ik denk bijvoorbeeld aan de reddingsmaatschappijen. Als in 1824 tijdens een zware storm 17 schepen stranden op de Nederlandse kust en er mensen verdrinken, wordt in datzelfde jaar de Noord- en Zuid Hollandse Redding Maatschappij opgericht. Die bestaat inmiddels bijna tweehonderd jaar en nog steeds zijn het vrijwilligers die levens redden en hun enthousiasme van generatie op generatie doorgeven. De participatiesamenleving op zee.

Kantekeningen: hoe zit het met kwetsbare burgers en vrouwen?

Zijn er kanttekeningen? Ja, ik tel er drie. De eerste en de belangrijkste: echt kwetsbare mensen hebben geen vangnet of netwerk van mensen die voor hen zorgen. Zij hebben een bodempje verzorgingsstaat nodig. Van Rijn lijkt hier rekening mee te houden.

Daarnaast moeten die actieve burgers, vrijwilligers en mantelzorgers het wel kúnnen doen. En op zo’n manier dat ze plezier in het leven houden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan vrouwen die thuis de meeste zorgtaken op zich nemen, werken, zieke ouders verzorgen én de buurt leefbaar en het zwembad open houden. Er zijn grenzen aan en het is aan de overheid om  die te bewaken

De actieve burger mag ook iets terugverwachten

En tenslotte: in ruil voor een bijdrage aan de participatiesamenleving mag die actieve burger ook iets terugverwachten van de overheid. Financiële ondersteuning bijvoorbeeld. Want we kunnen wel met ons allen het buurthuis draaiend houden, maar iemand moet de rekeningen en de huur betalen. En soms verwacht de burger alleen maar van de overheid om alle regels en restricties wat losser te laten, bijvoorbeeld bij het organiseren van een lokaal evenement.

Wil Verschoor werkt voor MOVISIE aan de aanpak van Sociale Vraagstukken