Minister moet keuzes maken voor goede zorg

De zorg is hard op weg onbetaalbaar te worden. Daarom moeten er keuzes gemaakt worden. Maar hoe kan de minister maatschappelijk aanvaardbare keuzes maken?

Het lijkt onvermijdelijk dat we in Nederland keuzes moeten maken over de zorg om deze betaalbaar te houden. Op dit moment betalen we zo’n 5600 euro per persoon aan de zorg. Voor een gezin is dat nu al meer dan een kwart van zijn inkomen, en als we niets doen wordt dat in 2040 de helft. Aan de ene kant krijgen we er hele goede zorg voor terug, maar aan de andere kant houden we door de dure zorg steeds minder geld over voor boodschappen, of voor onderwijs. Als we hier iets aan willen doen, moeten we ingrijpen in de zorg.

Moet paracetamol wel in basispakket?

Verspilling aanpakken kan bijvoorbeeld door keuzes te maken over welke behandelingen we opnemen in het zorgpakket. Zoals over dure geneesmiddelen, bijvoorbeeld voor taaislijmziekte. Of door keuzes over heel goedkope medicijnen, zoals paracetamol 1000 mg, bij de drogist zonder recept te koop voor twee euro vijfenveertig. Momenteel wordt het vergoed vanuit het basispakket, en dat kost ons gezamenlijk miljoenen per jaar. De vraag is of we dit niet beter zelf kunnen betalen. Keuzes over allerlei innovaties in het ziekenhuis: vinden we het wenselijk dat er operatierobots aangeschaft worden, ook al zijn er twijfels over de toegevoegde waarde?

En los van het geld zijn er ook andere redenen waarom we kunnen vinden dat sommige zorg niet vergoed zou moeten worden, zoals bij een sportblessure die ontstaan is nadat iemand er bewust voor koos om risico’s met zijn gezondheid te nemen.

Voor de politiek is het lastig om keuzes te maken

Er spelen vele overwegingen en belangen een rol. Dit maakt het voor de minister van Volksgezondheid lastig om keuzes te maken, om ‘nee’ te zeggen en behandelingen uit het pakket te halen, of niet toe te laten. Overwegingen bepalen hoe waardevol we een behandeling vinden. We vinden bepaalde behandelingen bijvoorbeeld waardevol omdat ze effectief zijn, of zich richten op ernstige aandoeningen.

Ook kosten worden meegenomen: we zijn waarschijnlijk bereid mee te betalen voor behandelingen die heel waardevol zijn. Andere behandelingen vinden we misschien minder waardevol omdat ze niet noodzakelijk zijn, zoals neuscorrecties puur voor het mooie. Daarvoor zijn we waarschijnlijk minder bereid te betalen.

Wat het extra lastig maakt is dat er heel grote belangen een rol spelen. Patiënten willen natuurlijk hun behandelingen vergoed krijgen, en de industrie wil graag haar producten verkopen. Bedrijven voeren soms keiharde lobby’s om een behandeling in het pakket te krijgen. En patiënten schuiven aan bij programma’s als De Wereld Draait Door. Dit leidt vaak tot een laag draagvlak onder de bevolking voor besluiten om iets niet te vergoeden. Dit maakt het lastig voor de minister om ‘nee’ te zeggen.

Dit kan leiden tot minder handen aan het bed

Als gevolg van geen keuzes kunnen maken is de zorg een hogedrukpan waarin de druk flink wordt opgevoerd. Dat komt aan de ene kant doordat er meer zorg gebruikt wordt - door vergrijzing en door medische innovaties als een operatierobot of nieuwe medicijnen.

Aan de andere kant wordt het deksel stevig op de pan gehouden door de minister. Hij heeft hoofdlijnenakkoorden gesloten met de belangrijke partijen in de zorg waarin staat dat de kosten maar met een paar procenten per jaar mogen stijgen. Deze akkoorden zijn de laatste jaren behoorlijk effectief gebleken om de kosten in toom te houden.

Als gevolg vindt er verdringing plaats van andere zorg. Het is heel onduidelijk op welke zorg er dan bespaard wordt. Dit kan leiden tot minder handen aan het bed, wachtlijsten, verschraling van de verpleegzorg, besparingen op de thuiszorg of meer taken voor de huisarts. Het essentiële hierbij is: deze verdrongen zorg kan weleens van veel meer waarde zijn dan de nieuwe operatierobot of medicatie.

Op verschillende vlakken is er actie nodig om deze maatschappelijke aanvaardbare keuzes te verwezenlijken. Hieronder worden er zes genoemd.

Overkoepelende theorie en methodologie zijn nodig

Tot op heden heeft de wetenschap vanuit verschillende vakgebieden erg zinvolle bijdrages geleverd, maar helaas zijn dit nog met name deeloplossingen. Om de minister van Volksgezondheid beter te helpen maatschappelijk aanvaardbare keuzes in de zorg te maken – om dus verdringing van waardevolle zorg te voorkomen – zijn allereerst een overkoepelende theorie en methodologie nodig die de inzichten uit economie, besliskunde en ethiek integreren.

Burgers betrekken bij keuzes

Ten tweede moeten burgers betrokken worden bij keuzes in de zorg: we moeten weten wat de voorkeuren zijn van de Nederlandse burger om in die keuzeprocessen mee te nemen. En we moeten proberen draagvlak te krijgen voor de keuzes. Daarvoor hebben we vorig najaar een burgerforum [voor Marco: https://www.radboudumc.nl/projecten/burgerforum] uitgevoerd. In mei presenteren we de resultaten in de vorm van een manifest aan beleidsmakers in de zorg.

Onderzoeksveld meer richten op maatschappelijk verantwoord

Maar ook moet onderzoek zich meer richten op het ondersteunen van maatschappelijke verantwoorde keuzes dan op kosteneffectiviteit. Er is dan een flinke ommezwaai nodig. Dan kunnen we ons bijvoorbeeld afvragen: Wat bepaalt draagvlak en hoe verbeteren we dat? Hoe kunnen het beste belangengroepen betrekken? Hoe kunnen we verschillende overwegingen tegen elkaar afwegen?

Minister moet steviger onderhandelen met farmaceutische sector

De komende jaren komt er een groot aantal dure medicijnen op de markt en het is nu tijd om daarop actie te ondernemen. Ik ben het eens met de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving die stelt dat de minister veel steviger moet onderhandelen met de industrie. En daarnaast zou hij ook andere mogelijkheden moeten verkennen om tot redelijke prijzen te komen. Bijvoorbeeld door het ondersteunen van apothekers om medicijnen na te maken.

Durf hebben om keuzes te maken

De overheid moet haar beleid zo inrichten dat zij maatschappelijk aanvaardbare keuzes maakt. Dus met het betrekken van belangengroepen, met een zorgvuldige afweging van maatschappelijke waardes. Zij moet vervolgens ook daadwerkelijk deze keuzes durven te maken. Doet zij dat niet, dan leidt dat tot verregaande verschraling van zorg.

Burgers horen te stoppen met ongenuanceerde uitspraken

Burgers hebben ook verantwoordelijkheid als patiënt en als premiebetaler. Te vaak zie ik in de media dat burgers ongenuanceerde uitspraken doen over de zorg en over hoe slecht de keuzes zijn die de minister maakt. Meer begrip voor de noodzaak en complexiteit van deze keuzes is op z’n plaats. Bovenstaande aanpak zal er hopelijk aan bijdragen dat als de minister ‘nee’ moeten zeggen tegen een van hen, dat dat dan op meer begrip kan rekenen in de maatschappij.

Rob Baltussen is hoogleraar ‘Global health economics’ aan het Radboudumc en houdt zich bezig met het maken van maatschappelijk aanvaardbare keuzes in de zorg. Dit artikel is een verkorte vorm van zijn oratie ‘Zorg en de kunst van het kiezen’, uitgesproken op 26 januari 2018 aan het Radboudumc, ter verkrijging van het ambt van hoogleraar.

Foto: J Franklin (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2940 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Het is goed dat er keuzes gemaakt worden maar efficiënter en kostenbesparend werken heeft ook wel z’n charme. Als je soms ziet hoe dure reguliere behandelingen weinig inhoud hebben in de GGZ anders dan veel intake en diagnosticering zonder verder inhoudelijk te behandelen, dan betaal je veel geld aan “geen behandeling”.

    In mijn praktijk kom ik veel mensen tegen die niet of nauwelijks geholpen werden in de GZ maar daar is wel fors voor betaald.

  2. Schrijnend om te zien dat een hoogleraar ‘Global health economics’ een even stompzinnige als hardnekkige denkfout maakt.
    “Momenteel wordt het (paracetamol) vergoed vanuit het basispakket, en dat kost ons gezamenlijk miljoenen per jaar. De vraag is of we dit niet beter zelf kunnen betalen.”

    Wie bedoelt de hoogleraar precies met ‘we’-‘zelf’?

    Als Nederlandse samenleving hebben we een bepaalde behoefte /uitgave aan paracetamol. Als het in de door onze samenleving georganiseerde verplichte verzekering zit, dan is de verzekeringspremie hoger. Dan betalen ‘we’ het ‘zelf’.
    Is het niet collectief verzekerd, dan is de verplichte premie theoretisch lager, maar dat betaalt een individu de paracetamol – of de aanvullende verzekering hiervoor – dus uit eigen zak (‘zelf’). De kosten aan paracetamol voor de samenleving in totaal zijn, uitgaande van gelijke kwantiteit van zorg, ofwel, bij gelijke afname van paracetamol, waarschijnlijk vrijwel gelijk aan de verzekerde vorm.

    De hoogleraar doet het voorkomen, alsof de samenleving miljoenen bespaart als paracetamol niet meer vergoed wordt uit het basispakket. Dat is misleidende onzin.

    Ik adviseer de hoogleraar het werk van Pieter Hennipman er nog eens op na te slaan, met name wat hij bedoelde met “welvaart in ruime zin” en “psychische inkomen”.
    Want met dezelfde drogredenering als van de hoogleraar die dit artikel geschreven heeft, wordt ook mantelzorg van de begroting van de landelijke administratie afgeveegd, alsof de kosten voor de samenleving dan – hopla! – verdwenen zijn. Een mantelzorger die honderden uren per jaar inzet is geen uitzondering (overigens; degene die dit in gedachten direct gaat zitten monetariseren, heeft werkelijk geen idee wat economie inhoudt, nogmaal, het gaat uiteindelijk om het “psychisch inkomen” (waar het monetaire welliswaar een onderdeel van kan zijn)).

    “Burgers horen te stoppen met ongenuanceerde uitspraken”
    Om maar te zwijgen van hoogleraren die hun gebrek aan economische kennis en inzicht overbluffen met een tot wetenschap verheven borrelpraatmening.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.