Nabestaanden van MH17-ramp zijn gebaat bij een monument

Om de nabestaanden van de vliegtuigramp met de MH17 te ondersteunen bij de verwerking van hun verlies, moet er aandacht blijven voor hun vragen en verhalen. Niet alleen nu, maar ook voor de volgende generatie. Een monument ter nagedachtenis kan daarbij helpen.

In de eerste maanden na de fatale gebeurtenis in Oost-Oekraïne toonden de Nederlandse overheid en samenleving veel medeleven met de nabestaanden. Ook de praktische, organisatorische, juridische en financiële gevolgen van de ramp ontsnapten niet aan de maatschappelijke aandacht. Veel nabestaanden kregen steun uit hun directe omgeving en door de betrokkenheid van de bevolking, de regering en het Koninklijk Huis werd de rouw om de slachtoffers collectief.

Collectieve rouw ebt langzaam weg

Nederlanders zijn goed in collectief rouwen. Spontaan liepen we met zijn allen naar de A2 om de indrukwekkende stoet lijkwagens te zien die de stoffelijke overschotten van Gilze Rijen naar Hilversum bracht en massaal stonden we stil bij de gevolgen tijdens de dag van nationale rouw. Ook de aandacht van de media was overweldigend. En de herdenkingsbijeenkomst in de RAI in Amsterdam was, zonder te overdrijven, groots.

Nu de collectieve pijn langzaam wegebt en de directe steun geleidelijk afneemt, zullen de nabestaanden de pijn, en de onomkeerbare gevolgen van het verlies steeds duidelijker voelen. Niet dat ze aan hun lot worden overgelaten: de nabestaanden van vlucht MH17 worden opgevangen door casemanagers van Slachtofferhulp Nederland die samen met familierechercheurs, informatie geven over de repatriëring van de lichamen, verzekeringskwesties en andere, vooral praktische zaken. Casemanagers noch familierechercheurs bieden therapie aan, wel houden ze de nabestaanden nauwlettend in de gaten: ‘watchful waiting.’

We weten uit studies na andere rampen, zoals 9/11 in de VS dat in de eerste fase van verwerking het accent ligt op de eigen veerkracht van mensen. Op grond van eerder onderzoek bij diverse groepen nabestaanden kan worden verwacht dat de meesten van hen emotioneel herstellen. Hun verdriet zal weliswaar nooit helemaal verdwijnen en hun leven zal ongetwijfeld anders zijn dan vóór de fatale dag, maar ze leren wel met hun verdriet te leven. Een minderheid echter ontwikkelt op termijn emotionele problemen. Voor deze groep kunnen psychologische interventies nodig zijn om de verwerking goed op gang te krijgen. Daartoe dienen belemmeringen weggenomen te worden, zoals extreem negatieve gedachten, angst om het verlies onder ogen te zien, en het onvermogen zich te richten op andere, zinvolle activiteiten. De interventies moeten worden ingebed in een contact dat de mogelijkheid biedt om het verhaal van het persoonlijke verlies te vertellen, waarin oog is voor rouw, posttraumatische herbelevingen, reddeloosheid, schuldgevoelens en boosheid.

Velen vinden stap naar psychologische hulp te groot

Uit onze onderzoeken blijkt dat veel nabestaanden de stap naar psychologische hulp echter te groot vinden. Er is sprake van een behandelkloof: nabestaanden met ‘complexe rouw’ vinden het moeilijk om professionele hulp te zoeken. De kloof is hier groter dan bij bijvoorbeeld somatische aandoeningen waarvoor bijna iedereen hulp zoekt. Bij geestelijke klachten is dat minder vanzelfsprekend. Dat kan komen door de onvoldoende beschikbaarheid en bekendheid van psychologische hulp, maar komt waarschijnlijk ook voort uit de gedachte dat tegenslagen in het leven nu eenmaal ondergaan moeten worden. En dat als je er niet zelf bovenop komt, je de rest van je leven maar met de gevolgen moet leren leven.

Ik moet hierbij denken aan mijn tante Sjaan, die haar man verloor bij Nederlands grootste treinramp (Harmelen, 1962). Oom Herman was één van de 93 doden. Mijn tante is zolang ik haar gekend heb in rouw geweest: het was haar lot en de hele familie accepteerde dat Sjaan altijd in rouw was. Ze kon er niet over praten, niet met de familie en zeker niet met een psycholoog. Ik heb de illusie dat als oom Herman in vlucht MH17 had gezeten, tante Sjaan níet haar verdere leven zou zijn blijven rouwen. Ook in 1962 was er, net als vorig jaar, die collectiviteit, met een dag van nationale rouw op de dag dat de slachtoffers van het treinongeluk begraven werden. Maar daarna werd het stil, van overheidswege en van de kant van familie en vrienden. Pas enkele jaren geleden, precies 50 jaar na de ramp in Harmelen, is een gedenkmonument geplaatst. Ik ben er geweest en het heeft indruk gemaakt (zie afbeelding rechts). Dat zeggen de nabestaanden van de slachtoffers van de Twin Towers in New York over het Ground Zero-monument en die van Breivik in Noorwegen over het monument ‘het gewonde eiland’ Utøya dat vervaardigd wordt (zie afbeelding links).

Monument UtoyaMonument treinramp Harmelen

Laten we hopen dat de slachtoffers van het neergeschoten lijnvliegtuig van Malaysia Airlines en hun nabestaanden niet 50 jaar hoeven te wachten. Gelukkig zijn de voorbereidingen voor een MH17-monument zijn al vergevorderd. Wellicht is dat een teken dat het dit keer niet stil wordt rond een ramp die 298 mensen het leven heeft gekost en het leven van vele honderden nabestaanden ingrijpend heeft veranderd.

Jos de Keijser is bijzonder hoogleraar Complexe rouw aan de Rijks Universiteit Groningen, Sustainable Society. Hij is betrokken bij het onderzoek naar de psychologische gevolgen van de MH17. Zie voor meer info: www.josdekeijser.nl