Naar schatting telt Nederland anderhalf miljoen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt[1]. Dit zijn mensen die een arbeidsbeperking hebben en/of om uiteenlopende redenen (langdurig) in de bijstand zitten. Ook niet-uitkeringsgerechtigden zonder werk behoren tot deze groep.
Vooropgesteld: deze mensen willen én kunnen doorgaans werken. Ze staan (deels) ingeschreven als werkzoekenden en beschikken over een arbeidsvermogen.
Onvoldoende impact
Doel van de Participatiewet is om deze doelgroep te begeleiden naar werk. Hiervoor worden diverse instrumenten ingezet, zoals re-integratietrajecten, loonkostensubsidie, jobcoaching en beschut werk of werkervaringsplekken.
Deze instrumenten zijn vooral gericht op het jobfit maken van de werkzoekende en het ontzien van de werkgever (door het wegnemen van risico’s). Desondanks zien we dat de arbeidsparticipatie van deze doelgroep beperkt blijft.
Tegelijkertijd is de behoefte aan arbeidskrachten op de arbeidsmarkt nu hoog. Van alle werkende Nederlanders werkt 82 procent in een beroepsgroep waar momenteel krapte is.[2] De bestaande instrumenten die zijn gericht op werkzoekenden lijken niet voldoende om in deze behoefte te kunnen voorzien: een ander perspectief is nodig.
Inzichtelijk maken hoe reguliere ondernemingen kunnen leren van sociale ondernemingen
Op basis van ons lopende onderzoek Meer impact door samenwerking pleit ik voor het omdraaien van het perspectief: niet de mensen, maar de arbeidsmarkt moet zich aanpassen. Zodat ook deze mensen meedraaien in het arbeidsproces én de huidige tekorten op de arbeidsmarkt (deels) worden opgelost. In ons onderzoek willen we inzichtelijk maken hoe reguliere ondernemingen kunnen leren van de kennis en expertise van sociale ondernemingen die zich richten op arbeidsparticipatie.
Inclusief werkgeverschap
Sociale ondernemingen hebben de afgelopen jaren veel kennis en expertise opgebouwd over inclusief werkgeverschap. Denk aan het aanpassen van de functie op de vaardigheden van de werknemer (jobcarving). Hierbij zijn de competenties van de werknemer leidend en dus niet de vacature/functie. Binnen het team zijn er doorgaans voldoende mogelijkheden om rollen en taken zo te verdelen dat ieder werkt vanuit zijn of haar eigen kracht en de klus geklaard wordt.
Ook het aanpassen van de werkomgeving of werkprocessen op de behoeften van de werknemer zijn van belang om iedereen te kunnen laten werken naar vermogen. Voor de duidelijkheid: veel sociale ondernemingen zijn goed lopende ondernemingen die financieel onafhankelijk zijn en winst maken. Ze schatten ieder mens op waarde en vertalen dat naar waarde voor de onderneming. Ze laten zien dat het kan: maatschappelijk én economisch impact maken.
Uitwisseling van kennis en middelen
Samenwerking tussen reguliere en sociale ondernemingen speelt volgens ons een sleutelrol in de maatschappelijke uitdaging zoals hier geschetst. Door de uitwisseling van kennis en middelen over onder andere inclusief werkgeverschap kan gezamenlijk meer maatschappelijke impact (in de vorm van arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt) worden gecreëerd die voor een enkele organisatie niet haalbaar is.
Met het onderzoek bieden we inzicht in hoe door samenwerking de olievlek van maatschappelijke impact kan worden vergroot. Waarbij de arbeidsmarkt zich (mede) vormt naar de mensen en iedereen naar waarde wordt ingezet.
Linda Bakker, senior onderzoeker Lectoraat Organiseren van Waardig Werk, Hogeschool Utrecht. Hier vind je meer informatie over het onderzoek. Wil je meedoen aan het onderzoek? Neem dan contact met ons op.
Noten
[1] Van Echtelt, P., e.a. (2019). Eindevaluatie van de Participatiewet. Sociaal en Cultureel Planbureau.
[2] UWV (2022). In bijna alle beroepsgroepen/beroepen is nu sprake van krapte. Persbericht, 24 maart, https://www.uwv.nl/overuwv/pers/persberichten/2022/in-bijna-alle-beroepsgroepen-beroepen-is-nu-sprake-vankrapte
Foto: International Labour Organisation ILO (Flickr Creative Commons)