Ouderdom komt voor migranten met kansen en beperkingen 

Dossier

Oudere migranten

Nederlanders met een migratieachtergrond worden steeds ouder. Naast de beperkingen die ouderdom nu eenmaal met zich meebrengt, hebben migrantenouderen ook te maken met vooroordelen. Maar over ouder worden in Nederland zijn ze positief.

Het aantal ouderen in Nederland met een migratie achtergrond is de afgelopen 20 jaar snel toegenomen. Naar verwachting zullen de komende jaren een verdere groei te zien geven. Begin 2018 waren er ruim 840 duizend Nederlanders van 55 jaar en ouder met een migratieachtergrond. Het Centraal Bureau voor de Statistiek voorspelt dat Nederland in 2030 ruim 1.2 miljoen migranten van 55 jaar en ouder heeft, naar herkomst gelijkelijk verdeeld over westerse en niet-westerse landen (CBS, 2018a).

Meer wetenschappelijke interesse in oudere migranten

Veertig procent van de migrantenouderen komt oorspronkelijk uit niet-westerse landen. Ze hebben vooral een Surinaamse (83 duizend), Turkse (52 duizend), Marokkaanse (50 duizend) en Antilliaanse (24 duizend) achtergrond (CBS, 2018b). De wetenschappelijke en publieke belangstelling is tot nu toe vooral beperkt tot de gezondheidsstatus en het zorggebruik van de doelgroep (Conkova en Lindenberg, 2018).

Onderzoek naar het sociale welbevinden van niet-westerse migrantenouderen en hun opvattingen over een onbezorgde oude dag is daarentegen schaars.

Er zijn tot nu toe slechts enkele studies gedaan naar hoe deze groep ouderen het ouder worden ervaren. Ze beschrijven onder anderen de ervaringen van Turkse en Hindoestaans-Surinaamse ouderen in Den Haag (Bode et al, 2007), van Turkse ouderen in Rotterdam (Cramm en Nieboer, 2017) en van Turkse ouderen mannen in Apeldoorn (Meyboom et al, 1999).

‘Ik voel mij gewoon 20 nog’

Uit eerder onderzoek blijkt dat ouderen van niet-westerse afkomst zich al op jonge leeftijd oud voelen, zo niet de respondenten aan ons onderzoek (Omlo et al, 2016). Illustratief voor hun kijk op ouder worden, is het volgende citaat van een 68-jarige Antilliaanse: ‘Ik voel mij gewoon 20 nog. Ja, en ik doe gewoon de dingen die een jonge persoon ook doet. Ik zie mezelf niet echt als een oudere persoon. En ik hoop dat ik dat gevoel kan behouden tot ik 100 ben.’

Zonder uitzondering geven onze respondenten aan dat zij gezond, actief en zo lang mogelijk onafhankelijk willen blijven. In het paradigma van succesvol ouder worden, worden deze nauw met elkaar verweven aspecten gezien als voorwaarden voor het hebben van een onbezorgde oude dag (Bülow en Söderqvist, 2014). Immers, een goede gezondheid stelt een oudere in staat om zijn onafhankelijkheid te behouden en is tevens een noodzakelijke voorwaarde om samen met verwanten en geliefden te kunnen genieten van de vrije tijd die de oude dag ook met zich meebrengt.

Een vrouw met Surinaamse achtergrond, die haar leeftijd liever voor zich houdt: ‘Mijn vier kinderen zijn het belangrijkste. Ik leef gezond, omdat ik nog heel lang samen met hen wil leven. Ik heb twee kleinkinderen en wil ook mijn achterkleinkinderen leren kennen. Vandaar dat ik me focus op mijn gezondheid. Het komt op de eerste plaats.’

Relatie met buren belangrijk voor welbevinden

De meeste respondenten aan ons onderzoek ervaren ouder worden als een tamelijk positief proces. Zij zijn tevreden met hun leven, en vinden dat ouder worden behalve beperkingen oplevert ook mogelijkheden biedt. Een 70-jarige man van Surinaamse herkomst zegt het als volgt: ‘Ik vind het prettig om oud te worden hoor. Het is niet zo.. uhm... Ik zie sommige mensen die zouden dan een pondje daar en daar willen eraf hebben. Maar ik voel me gelukkig zo. Ik voel mij blij om wie ik ben en ook met mijn collega’s met wie ik op de maandag voetbal, heb ik het naar mijn zin. Zo nu en dan doe ik ook wat vrijwilligerswerk.’

Dat de respondenten ‘tamelijk tevreden’ zijn over hun leefomstandigheden heeft, zo zeggen zij, te maken met de kwaliteit van de ouderenvoorzieningen in Nederland. Ook hun relaties met de buren, zowel die met eenzelfde etnische achtergrond als die van Nederlandse afkomst, spelen daarbij een rol.

Een 64-jarige vrouw van Marokkaanse herkomst: ‘In de buurt heb ik veel Marokkaanse vrienden. Het is alsof we in Marokko wonen. We ontmoeten elkaar in het buurtcentrum en in de moskee. Het is zelfs beter dan in Marokko.’ Over haar buren zegt ze: ‘Ze zijn aardig en helpen me als het nodig is. Ons contact is nu beter dan toen de kinderen nog in huis waren, toen hadden we gewoon geen tijd voor elkaar.’

Zorg om de toekomst

Dat ouderen van niet-westerse afkomst tevreden zijn, wil niet zeggen dat ze onbezorgd van hun oude dag genieten. Vooral hun langzaam teruglopende gezondheid baart hen zorgen. Sommigen spreken van het PHDP - pijn hier, pijn daar – syndroom, dat geleidelijk leidt tot een steeds groter medicijngebruik.

Ouderen van Antilliaanse herkomst gebruiken overigens liever geen medicijnen en geven er de voorkeur aan om ‘terug te keren naar de basis.’ In plaats van pillen te slikken, passen ze hun voeding aan. Ook ouderen van Surinaamse herkomst laten de pillen en poeders liever staan en vertrouwen vooral op homeopathische middelen, Moringa (een boompoeder), en kruidenthee.

Oudere met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaak onzeker over hun toekomst, ze vragen zich met name af wie er straks voor hen gaat zorgen. Het dilemma voor deze ouderen is dat ze enerzijds de professionele zorg zoveel mogelijk willen vermijden en anderzijds hun kinderen niet te veel willen belasten.

Op wie kunnen oudere migranten straks rekenen?

Gezondheid is niet het enige waar deze groep ouderen mee worstelt. Ze hebben ook te kampen met vooroordelen, financiële problemen en eenzaamheid. En vaak verkeren ze in dubio: blijf ik of keer ik terug of ga ik pendelen? Een oudere Marokkaanse man: ‘In Nederland is het leven comfortabel, maar in Marokko vind ik innerlijke rust.’ Maar ook: ‘Marokko is niet per se beter dan Nederland, want hier is de dokter beter, is het veilig en je moet niets.’

Ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond ervaren het ouder worden in Nederland over het algemeen positief. Het zorgsysteem en de verschillende sociale arrangementen bieden hen de mogelijkheid om hun leven naar eigen keuze in te vullen. Vervelend op zijn minst vinden ze wel dat ze ook op hun oude dag nog geconfronteerd worden met vooroordelen. Hun grootste zorg is echter hun geleidelijk afnemende gezondheid.

Dat ouderdom met gebreken komt is evident, maar op wie willen en kunnen ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond straks rekenen als ze het niet meer alleen afkunnen? Zouden ze vertrouwen op professionals, familie of zelfs vrienden en buren, of een combinatie ervan? Die vraag wordt met de verwachte toename van het aantal ouderen van niet Nederlandse herkomst in de komende jaren alleen maar actueler en behoeft dringend antwoord.

Nina Conkova is staflid van de wetenschappelijke staf van Leyden Academy. Ze onderzoekt vanuit sociologisch perspectief de beeldvorming en het welzijn van oudere migranten in Nederland.

 

Foto: Daniel Dutkowski (Flickr Creative Commons)