RECENSIE Greep op een professie – ‘Professionalisering van sociaal werk’

Eerst de feiten. Bankiers zijn ladenlichters. Medisch specialisten scoren veelal hoog in het autisme-spectrum of op de F-schaal. Het werk van rechters en accountants is zo voorspelbaar dat een flink deel binnen tien jaar wordt overgenomen door algoritmen. En het werk van een notaris kon ook honderd jaar geleden al door een kind gedaan, mits het niet al te ijverig is en van lakzegeltjes houdt.

Dat soort dingen weet iedereen. Toch speelt de kwestie hoe de uitoefenaars van deze beroepen zich tot hun beroep of de maatschappij verhouden amper. Men weet zich beschermd door een formele status met hier en daar wat zelfregulering, en de samenleving heeft verder de hartelijke groeten van alle notarissen en bankiers.

In het sociaal werk is dat al decennia anders, laat de fine fleur van onderzoekers en docenten uit het Nederlandse en Vlaamse sociaal werk zien in het mooie Professionalisering van sociaal werk. Is sociaal werk een professie, een vak met creatief denkende, herkenbare ambachtslieden en een eigen corpus aan bewezen praktijken? Of moet het sociaal werk dat niet willen zijn, omdat de kern van ‘mensen op eigen benen zetten’ bestaat uit ruimte scheppen voor zwakke stemmen, en op de borst roffelen wegens status dus uit den boze is?

Wat er voor beide te zeggen valt, en dat de waarheid het best benaderd wordt door te spreken over een open professie, wordt in het leerboek in twaalf hoofdstukken in heldere bewoordingen en met actuele voorbeelden uitgelegd. Sociaal werk wordt in het maatschappelijk debat en in de maatschappelijke context geplaatst, de inzet van professioneel kapitaal wordt uitgewerkt, de samenstellers laten zien wat de functie en het belang van professionalisering is, wat de rol van opleidingen, kwaliteitskeurmerken en beroepsverenigingen kan zijn, hoe deze kwesties uitpakken in andere landen.

En tenslotte gaat het boek in op wat de rol van theorie en kennis in het sociaal werk is, en hoe democratisch professionalisme een wenkend perspectief voor sociaal werk kan zijn. En dan is er nog een website met allerlei informatie, waar het boek regelmatig naar verwijst. De docent die ergens in het tweede of derde jaar zijn studenten wil uitnodigen tot nadenken over de eigen rol, heeft hiermee schitterend materiaal om lessen rondom te bouwen.

Als ik er echter zelf mee voor de klas zou moeten, zou ik de studenten het misschien van achter naar voren laten lezen, zodat ze zo snel mogelijk wat vaste grond onder de voeten hebben. De samenstellers hebben ervoor gekozen te beginnen met de teksten waarin de valkuilen van het sociaal werk als professie nogal prominent naar voren komen. Dat is goed verdedigbaar, omdat op die manier ook de historische en maatschappelijke achtergrond van de thema’s uit de verf komt. De student wordt geacht zijn vak serieus te nemen.

Maar het blijft ook wat verwarrend. Wie zonder parental guidance aan het boek begint, raakt mogelijk het bos in over wat wel of niet mag, te midden van de normatief geladen debatten over de goedaardige of kwaadaardige neigingen van sociaal werk. (Nóg een keertje Opa Achterhuis, het hoeft niet.)

De eindhoofdstukken waarin de samenstellers het democratisch professionalisme uitwerken of waarin Rudie Roose en Margot Trappenburg uiteenzetten wat nut en noodzaak van theorie in het sociaal werk is, hebben een zelfverzekerder en actueler toon. Samen met het hoofdstuk waarin op journalistieke wijze een Vlaamse en een Nederlands lector prettig zowel politiek als academisch tegen elkaar opgejut worden, bieden ze greep op sociaal werk als professie, waarom het nu belangrijk is daar zo over te denken en wat de grenzen daarvan ongeveer zijn.

Met dat in het achterhoofd zijn de academische en intellectuele twisten over wat sociaal werk (niet) zou kunnen zijn, vervolgens vermoedelijk makkelijker te verteren.

Menno Hurenkamp is publicist en als politicoloog verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek en de Universiteit van Amsterdam. Deze recensie verschijnt in het komende Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

Professionalisering van sociaal werk. Theorie, praktijk en debat in Nederland en Vlaanderen. Mariël van Pelt, Rudi Roose, Marc Hoijtink, Marcel Spierts, Lisbeth Verharen (red.) Uitgeverij Coutinho, Bussum. 280 bladzijden.

 

Foto: Max Hellwig (Flickr Creative Commons)