BESCHOUWING Is betaling van mantelzorgers de oplossing?

Mantelzorgers zijn zwaar overbelast, en het beroep op hen zal alleen maar groter worden. Biedt betaling van mantelzorgers uitkomst? Roept dat geen nieuwe problemen op?

Regelmatig popt het debat op: moeten we mantelzorgers gaan betalen? Hun inzet is enorm, en de rek lijkt er helemaal uit. Overbelasting ligt op de loer. We kunnen intussen niet zonder hen. De zorg aan mensen met een kwetsbare gezondheid is sterk van hen afhankelijk. Mantelzorgers geven veruit de meeste zorg en ondersteuning.

Tegelijkertijd staat ook de inzet van beroepskrachten onder druk. Prognoses van ABF Research (2022) verwachten in 2030 een tekort van meer dan 100.000 arbeidskrachten in zorg en welzijn. Daardoor zal er nog meer een beroep worden gedaan op mantelzorg. Om de zorg houdbaar en betaalbaar te houden, moeten we dus naar de inzet van professionele én informele zorg kijken. We moeten daartoe alle varianten onderzoeken.

In deze beschouwing kijken we naar de mogelijkheden om de inzet van mantelzorgers te betalen, náást het al bestaande persoonsgebonden budget (pgb). Want ook het pgb dreigt onbetaalbaar te worden (zie de Monitor Langdurige Zorg). Kan betaling van mantelzorgers uitkomst bieden? Welke nieuwe problemen levert dat op? We verkennen de mogelijkheden en benoemen wat lastig is. Wat betekent betaalde mantelzorg voor de individuele mantelzorger en voor de samenleving in brede zin?*

Liefdadigheid vervangen door professionaliteit

Mantelzorg is onbetaalde, vrijwillige hulp gegrond op een affectieve of sociale relatie, vaak uitgaande van de verantwoordelijkheid die mensen voor elkaar ervaren. Deze opvatting verschuift in de tijd en verschilt tussen groepen in de samenleving. Lang was het de maatschappelijke opvatting dat mensen voor zichzelf en hun naasten zorgen. Als dat niet meer lukte, was de liefdadigheid aan zet.

Vervolgens zijn we de liefdadigheid gaan vervangen door professionaliteit. Voor die professionele zorg hebben we waarborgen voor kwaliteit en betaalbaarheid ingericht (belastingen, verzekeringen). Nu deze waarborgen onder druk staan, zoeken we andere vormen van hulp en ondersteuning; tussenvormen tussen zelfzorg, mantelzorg, liefdadigheid en professionele zorg.

Wettelijk is er een zorgplicht van ouders voor (minderjarige) kinderen, maar eveneens van kinderen voor hulpbehoevende ouders (Burgerlijk Wetboek 1 artikel 392 1 lid a en lid b). Die laatste zorgplicht ‘sluimert’ in ons land, de eerste is bijzonder levend. In de praktijk is het belangrijker dat mantelzorg emotioneel en cultureel vaak wél als een plicht wordt ervaren. In dat geval willen en moeten mensen mantelzorg bieden en ontvangen, omdat zijzelf en mensen in hun omgeving (naasten, familie, de gemeenschap) dat verlangen.

Economische waarde van 20 miljard euro per jaar

Opvattingen over de relatie, het huishouden, de sociale verhoudingen, traditie, en wat gebruikelijk is in de eigen culturele context spelen een belangrijke rol bij de vraag wie kan, mag en moet zorgen. Ook de opvattingen van degene die de ondersteuning nodig heeft, doen er uiteraard toe. We vinden over het algemeen in Nederland dat je, als het even kan, voor je naasten zorgt. Maar we vinden tevens dat we een beroep moeten kunnen doen op publieke voorzieningen als het wat meer of ingewikkelder wordt. Daar betalen we immers voor.

Het rapport De maatschappelijke waarde van mantelzorg laat zien dat mantelzorgers gezamenlijk 1,8 miljard euro per jaar aan kosten maken, zoals reis- en verblijfkosten (Ecorys 2021). Zo’n 9 procent van de mantelzorgers voelt zich zwaar belast en heeft last van gezondheidsverlies. Maar het kost niet alleen wat om mantelzorg te verlenen, het levert ook wat op. Een groot deel van de mantelzorgers geeft aan het zorgen voor een dierbare waardevol te vinden. Daarnaast heeft mantelzorg een economische waarde van 20 miljard euro per jaar.

Hulpbronnen worden niet per se ingezet

Om de mantelzorger te ondersteunen, zijn er allerlei hulpbronnen beschikbaar (Tirions, Blok & Den Braber 2018). Geld en tijd zijn belangrijke voorwaarden voor het mantelzorgen, naast relevante persoonlijke kenmerken van de mantelzorger. Denk aan vitaliteit, fysieke en mentale draagkracht en vaardigheden, bijvoorbeeld om klusjes in huis te doen, schoon te maken, te helpen bij de toiletgang of bij het douchen, insuline te spuiten of een katheter aan te brengen. De mantelzorger moet ook de verantwoordelijkheid aankunnen.

Sociale hulpbronnen zijn eveneens belangrijk: de grootte en kwaliteit van het sociale netwerk. Veel families, vrienden en vrijwilligers delen onderling de verantwoordelijkheid. Tevens zijn er publieke voorzieningen om mantelzorgers te ondersteunen en toe te rusten, zoals respijtzorg, lotgenotencontact, goede informatie, instructies en cursussen voor mantelzorgers om de mentale draagkracht te versterken en bepaalde handelingen aan te leren.

Wat bijbehorende taken en rollen zwaar maakt, is het gevoel altijd ‘aan te moeten staan’

Betaling kan ook een hulpbron zijn bij mantelzorg. Op dit moment kunnen gemeenten een bescheiden financiële compensatie bieden aan mantelzorgers (de mantelzorgwaardering). Maatschappelijk zijn er mogelijkheden voor calamiteitenverlof en zorgverlof, en er zijn fiscale aftrekposten om de financiële gevolgen, zoals inkomensverlies of het maken van extra kosten die bij mantelzorg komen kijken, op te vangen.

Bovendien kunnen mantelzorgers voor ongebruikelijk intensieve zorg, zoals verpleegkundige zorg of hulp bij persoonlijke verzorging, betaald worden uit een pgb van hun naaste. Die laatste wordt dan formeel budgethouder en dus ‘werkgever’, en het budget moet ‘geïndiceerd’ worden door een externe beoordelaar. Maar dat er hulpbronnen zijn, maakt nog niet dat deze daadwerkelijk worden ingezet. Veel mensen kiezen er om allerlei redenen voor om dat niet te doen.

Ervaren en aanvaarden van zorgplicht is morele afweging

Daarnaast spelen waarden en opvattingen een rol. In theorie kunnen mantelzorgers en zorgvragers zorgtaken en rollen oppakken of weigeren. Idealiter zijn beiden het met elkaar eens en voelt het prettig en vertrouwd. In de praktijk is dat niet altijd het geval of is het ongemakkelijk.

Individuele en maatschappelijke waarden hebben invloed op inzet en gebruik van hulpbronnen. Zo kan de waarde dat je voor elkaar hoort te zorgen ertoe leiden dat de mantelzorger niet onder de situatie uit kan, hoe graag diegene dat ook zou willen. Het ervaren en aanvaarden van een zorgplicht is dus ook een morele afweging. Dat geldt eveneens voor de overheid. Die kan ervoor kiezen om mantelzorg te bevorderen en om in de toekomst misschien wel af te dwingen dat burgers hun zorgplicht tegenover naasten oppakken.

Maar wat dan wel en wat niet? Taken en rollen van mantelzorgers zijn divers en afhankelijk van de opvattingen in het huishouden, de familie en de vriendenkring. Persoonlijke verzorging zoals wassen, aankleden en op het toilet helpen, vinden veel mensen die hulp nodig hebben (net als veel mantelzorgers zelf) iets wat je niet zomaar van vrienden of kinderen kunt vragen. Maar misschien wel van je levenspartner of bijvoorbeeld van een dochter die in de zorg werkt. Voor een andere dochter met een kantoorbaan of een zoon in de bouw, kan dat gevoelsmatig weer anders liggen.

Verpleegkundige handelingen vinden we al snel iets voor professionals, al kan een deel van deze taken technisch gezien eveneens door mantelzorgers zonder zorgachtergrond worden aangeleerd en uitgevoerd.

Directe betaling is voor mantelzorgers vaak ingewikkeld

Het gaat hier dus om waarden, niet om waarheden. Wat de bijbehorende taken en rollen zwaar maakt, is het gevoel altijd ‘aan te moeten staan’; er altijd moeten zijn en moeten opvangen wat wegvalt. Dat is de rol van mantelzorger. Die is niet zo makkelijk in één taak te vatten, maar die is vaak wel essentieel voor de kwaliteit van leven van degene die de zorg en ondersteuning nodig heeft. Het is lastig om aan deze ervaren verplichting te ontsnappen.

Doordat de relatie een affectieve basis heeft en veel mantelzorgers een zorgplicht ervaren, is directe betaling voor hen vaak ingewikkeld. Zij vinden dat de gevoelde plicht of verantwoordelijkheid niet in geld te vertalen is. Voor hen is mantelzorg letterlijk en figuurlijk onbetaalbaar. Anderen daarentegen hebben daar minder moeite mee.

Voor de zorgvragers kan dat weer anders liggen. Zij voelen zich wat minder afhankelijk van de welwillendheid van de mantelzorger als er betaald wordt. Er komt dan in plaats van het affectieve een meer zakelijk en verplichtend element in de relatie. Voor wat, hoort wat.

Individueel belang tegenover maatschappelijke belang

Een mantelzorger kan er dus voor kiezen een beroep te doen op hulpbronnen. Betaling kan er daar één van zijn. Die leidt weer tot andere keuzemogelijkheden, bijvoorbeeld om meer een eigen leven te kunnen leiden. De mantelzorger kan dan, bij vervanging door een betaalde mantelzorger, bijvoorbeeld blijven participeren op de arbeidsmarkt, uitzicht houden op een promotie of ruimte houden voor vrijetijdsbesteding of sporten.

Betaling kan de mantelzorger een gevoel van erkenning bieden en de zorgvrager een minder bezwaard gevoel geven

‘Mantelzorg overkomt je’, wordt vaak gezegd. Maar mantelzorg is ook een keuze, ondanks de opvattingen en waarden in de sociale omgeving. De samenleving heeft een belang bij die keuze. Maar hoe moeten we deze wegen, het individuele tegenover het maatschappelijke belang?

Betaalde mantelzorg is voor individuele mensen op uiteenlopende manieren van betekenis. We kwamen tijdens onze zoektocht de volgende plussen en minnen tegen, en er zijn er vast nog meer. We geven daar een eigen weging aan:

  • Als de mantelzorger graag de hulp wil bieden, de taken goed kan uitvoeren en er tijd voor heeft én als de zorgvrager de mantelzorg accepteert, zullen beiden over het algemeen vrede hebben met de situatie. Een betaling of financiële compensatie kan de mantelzorger een gevoel van erkenning bieden en de zorgvrager een minder bezwaard gevoel geven over de kosten en de inspanningen van de mantelzorger.
  • Het is lastiger als de mantelzorger geen of minder hulp wil of kan bieden dan gevraagd wordt. Ook als de relatie niet zo goed is en de zorgvrager niet wil, is er een probleem. Betaling kan helpen bij te weinig tijd of geld, maar evenzeer bij een matige affectieve relatie – betaling kan dan enige zakelijkheid brengen, waardoor de scherpe kantjes van de emoties af gaan.
  • Wordt betaalde mantelzorg gebruikt als vergoeding voor gederfde inkomsten of minder pensioenaanspraken, dan voelt dat rechtvaardig. Als mantelzorg een dagtaak is, mag daar immers best iets tegenover staan. Gederfde inkomsten spelen bijvoorbeeld als zorgverlof niet mogelijk is, de mantelzorger minder gaat werken of helemaal niet werkt om zorg te kunnen bieden. Minder pensioenaanspraken is een vorm van verlies van toekomstig inkomen. Het pgb voorziet daar overigens niet in.
  • Mantelzorgers maken vaak kosten, bijvoorbeeld voor reizen of extra kinderoppas voor het eigen gezin. Het is te rechtvaardigen om deze materiële kosten te compenseren als de zorgvrager deze niet kan dragen.
  • Als een mantelzorger niet thuis maar bijvoorbeeld in een verpleeghuis voor een naaste extra taken verricht, zouden dezelfde principes van toepassing kunnen zijn. Net als in de periode van zelfstandig thuis wonen, kunnen naar ons idee mantelzorgtaken doorgaan, zonder vergoeding of compensatie (als dat voorheen ook zo was) en vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid met de professionele zorgverleners. Bij meer dan de gebruikelijke zorg kan een vergoeding worden gegeven vergelijkbaar met het pgb. Het is een constructie die nu nog ongebruikelijk is in ons land.
  • Verricht de mantelzorger in het verpleeghuis eveneens taken voor andere cliënten dan de verwante, dan is er feitelijk geen sprake van mantelzorg, maar van informele zorg aan derden. Dit is een tussenvorm tussen professionele en informele zorg waarvoor een betaling of vergoeding kan worden gegeven, maar het is geen (betaalde) mantelzorg.

Effecten op de samenleving

Betaalde mantelzorg heeft ook effecten op de samenleving, op de manier waarop we naar (mantel)zorg kijken en op hoe we met elkaar samenleven.

  • Het stimuleren van mantelzorg, ook betaald, draagt dikwijls bij aan de kwaliteit van leven van de zorgvrager en van de mantelzorger. Mantelzorg geeft zin. Het draagt bovendien bij aan solidariteit, verbinding tussen generaties en maatschappelijke cohesie.
  • Praktisch gezien kunnen veel mantelzorgers, al dan niet tijdelijk, professionele taken overnemen. Het pgb biedt daar mogelijkheden toe. Zeker bij tekorten aan professioneel personeel is dat een oplossing.
  • Als de mantelzorger zelf professioneel in de zorg werkt, kan betaalde mantelzorg echter leiden tot tekorten aan professionele zorgmedewerkers. Dat kan maatschappelijk gezien inefficiënt zijn. Diegene kan als professional in dezelfde tijd misschien meer mensen helpen dan als mantelzorger.
  • Heeft de mantelzorger daarentegen geen betaald werk, dan kan betaling voor extra zorgtaken het arbeidsmarktpotentieel vergroten. Het pgb is daarvoor een middel. Het gaat immers om zorg die door een beroepskracht moet worden geleverd en die niet tot de gebruikelijke zorg behoort. De verhouding van de mantelzorger en de zorgvrager verzakelijkt, waardoor de affectieve basis van sociale relatie onder druk kan komen te staan. Het wordt deels een ‘werkgever-werknemer’-relatie, wat overigens ook voordelen kan hebben.

Moeder- of dochterrol is onvervangbaar en niet waardeerbaar

Het mag duidelijk zijn: betaalde mantelzorg om mantelzorgers én de professionele zorg te ontlasten, is ingewikkeld. Wat we als professionele taken en wat we als mantelzorgtaken zien, wordt steeds onduidelijker. Betaling van mantelzorg rekt bovendien de persoonlijke verhoudingen tussen mensen op, met persoonlijke dilemma’s. Wie als mantelzorger zijn of haar vader niet helpt bij het douchen omdat dat niet past in de onderlinge verhoudingen, gaat die dat wel doen als ervoor betaald wordt? En wat betekent dat voor de ouder-kind-verhoudingen?

Compensatie voorziet in de leemte tussen onbetaalde zorg en betaling uit het pgb

Het begrip ‘betaalde mantelzorg’ als zodanig is ook lastig te vatten. We denken daarom dat het beter is om over ‘compenseren’ of ‘vergoeden’ van mantelzorg te spreken dan over ‘betalen’ van mantelzorg. Mantelzorg is onbetaalbaar, maar wel ‘compenseerbaar’. Dat gaat verder dan de huidige mantelzorgwaardering van de gemeente, die in veel gevallen niet als daadwerkelijke waardering wordt ervaren.

Compensatie voorziet in de leemte tussen onbetaalde zorg en betaling uit het pgb. Het respecteert bovendien meer de persoonlijke, affectieve relatie. Bij compenseren van mantelzorg gaat het om een passende vergoeding voor onkosten, betere regelingen om arbeid en zorg te combineren (zoals bij de zorg voor jonge kinderen), ruimere belastingaftrekmogelijkheden en de (opgehoogde) mantelzorgwaardering.

Voor het arbeidsmarktvraagstuk in de zorg is vergoeding van mantelzorgtaken natuurlijk niet de enige of de beste oplossing. Andere vormen tussen professionele en informele zorg en ondersteuning zijn ook nodig. Vergoeding kan wel bijdragen aan het verlichten van de materiële en deels emotionele belasting. Maar de druk op de mantelzorgers moet weer niet zó groot worden dat zij eraan onderdoor gaan; dat leidt op zichzelf weer tot zorgvragen.

Of en hoe vergoeding van mantelzorg werkt, is afhankelijk van de situatie. Vaak zal het gaan om specifieke taken, niet om de sociale rollen van mantelzorgers. Een moeder- of dochterrol is onvervangbaar en niet waardeerbaar tegen welke prijs dan ook. Dat geldt evenzeer voor sociale contacten.

Ongemakkelijk gesprek met de overheid

En dan is er nog de uitvoerbaarheid. Als financiële vergoeding tot de mogelijkheden behoort, hoe zorgen we dan voor maatwerk, en wie bepaalt dat? Hoe voorkomen we dat mensen uit een betaalde baan vertrekken en vervolgens betaalde mantelzorg gaan verrichten? Wat betekent dit voor vrouwenemancipatie − mantelzorgers zijn vooral vrouwen − en voor de arbeidsmarkt? Betaalde mantelzorg zal dan misschien concurreren met werk in andere sectoren waar nu al tekorten zijn. Een mens kan tenslotte maar op één plek tegelijk zijn en werken.

Er zijn voor de (rijks)overheid allerlei mogelijkheden om het arsenaal aan hulpbronnen voor mantelzorgers te vergroten en breder te ontsluiten. Het pgb is een duur construct dat op de lange termijn niet houdbaar zal zijn. De overheid en de burgers moeten daarom in gesprek gaan over waarden en opvattingen rond professionele zorg, mantelzorg en zorgplicht.

Dat wordt vast een ongemakkelijk gesprek. Rechten en plichten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Misschien moeten we kijken naar hoe we de zorgplicht van ouders voor minderjarige kinderen invullen, en kunnen we bijvoorbeeld een mantelzorgtoeslag introduceren. We zijn, hoe dan ook, niet zomaar uit dit vraagstuk. Wat wel duidelijk is, is dat we mantelzorgers moeten koesteren. Ze zijn immers in veel opzichten onbetaalbaar.

Anita Peters is programmadirecteur bij Movisie, Hans Alderliesten is senior adviseur bij Movisie, Liesbeth Hoogendijk is bestuurder van MantelzorgNL, Tara Knegt is projectmedewerker bij Movisie, Henk Nies is directeur strategie en ontwikkeling bij Vilans.

Op deze verkenning reageert gezondheidseconoom Marcel Canoy: hoe zouden gemeenten dan kunnen compenseren? 

 

Noot

*    Om het vraagstuk van betaalde mantelzorg te verkennen, hebben we een beperkte literatuursearch gedaan en vervolgens in sessies met experts en ervaringsdeskundigen stilgestaan bij pro’s en contra’s. Met dit artikel willen we kijken over de grenzen van mantelzorg en professionele zorg. We doen dit vanuit het persoonlijke en maatschappelijke perspectief.

 

Bronnen

 

Foto: FuFu Wolf (Flickr Creative Commons)

 

Dit artikel is 2018 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Hoog tijd voor betaalde mantelzorg

    Ans Blom
    Ans is 64 jaar, gehuwd en moeder van drie kinderen en heeft een kleinkind. Ze is gezondheidswetenschapper en was jarenlang netwerkcoördinator in de palliatieve zorg.

    Het is toch volkomen eerlijk als mensen betaald worden voor de mantelzorg die ze geven aan anderen. Die tijd die ze daaraan besteden, kunnen ze namelijk geen betaalde arbeid doen.

    Al het zorgen komt voornamelijk op de vrouwen neer. Zorgen voor de kinderen, ouders, partners. En nog meer.
    Wie helpen er op de basisschool als klaar-over, voorlees-, overblijf- en luizenmoeder? De naam zegt het al; het zijn de moeders, de vrouwen dus, die bijspringen. En dat vinden we allemaal heel gewoon.
    Ook vinden we het gewoon dat daarom veel vrouwen parttime werken. Om – onbezoldigd- allerlei zorgtaken op zich te nemen.
    Laatste hoorde ik zelfs over poetsmoeders; moeders die de school schoonhouden omdat er geen geld zou zijn voor betaalde poetshulp. Geen geld, denk ik dan? Nee, het is er geen geld voor over hebben! Daar zit hem de kneep. De waardering voor dit soort werk is laag. Zo laag, dat we er niet voor willen betalen.
    De waardering voor het betaalde werk van vrouwen is sowieso minder. Vrouwen verdienen, anno 2022, nog steeds minder dan mannen in vergelijkbare functies. Ook daarin is de waardering dus geringer.

    En neem bijvoorbeeld de vanzelfsprekende zorg voor een partner. De bekende belofte “in goede en kwade dagen tot de dood ons scheidt,” pakt voor vrouwen minder positief uit.
    Vrouwen leven over het algemeen samen met een oudere man, gehuwd of niet. Die man is dus eerder aan de beurt als de ouderdomskwaaltjes zich aandienen. En natuurlijk zorgen de vrouwen voor hun mannen. Ze zorgen voor gezelschap, het eten, de was en het huishouden. En als het nodig is nog wat meer; helpen met aankleden, wassen, samen naar het ziekenhuis, de medicijnen etc.
    Vanzelfsprekend, dat doe je toch, als echtgenote! Daar heb je voor gekozen: “tot de dood ons scheidt.”
    Mannen worden ook minder oud dan vrouwen. Tel dit bij elkaar op dan zie je dat vrouwen gemiddeld tien jaar alleen zijn na de dood van hun partner. Tien jaar !
    Tien jaar waarin ze voor de dagelijkse dingen op zich zelf zijn aangewezen. Als ze ziek worden is er geen partner die hen liefdevol verzorgd. Niemand die ‘s nachts bij hen is na een poliklinische behandeling of die op let of de medicijnen ingenomen worden. Niemand die hen overeind helpt als ze vallen, die hen troost als ze verdrietig zijn.
    Daarom zie je zoveel vrouwen in de verpleeghuizen, 70 %; niet alleen omdat ze ouder worden, maar omdat ze alleen zijn. Niemand die hen opvangt, voor hen mantelzorgd.

    Als alleenstaanden zijn vrouwen dus eerder aangewezen op professionele zorg als er zich ernstige gezondheidsproblemen voordoen.
    Nu is de professionele zorg een basis zorg en voor iedereen gelijk; we willen geen onderscheid maken. Dus dat zal zeker niet passend zijn. We zijn nu eenmaal verschillend. Voor vrouwen blijken de mogelijkheden om aanvullende zorg te betalen kleiner. Doordat vrouwen parttime gewerkt hebben, om te kunnen zorgen, hebben ze minder pensioen opgebouwd en dus minder financiële mogelijkheden voor extra’s.

    Dan zou het toch fantastisch zijn als zo’n vrouw een spaarpotje heeft met geld om die zorg te kopen die zij voor zichzelf nodig heeft. Een spaarpotje opgebouwd in de jaren dat ze mantelzorgde voor haar partner, of wie dan ook? Met wat extra hulp zou ze mogelijk langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Of wat aanvullende hulp kunnen regelen als ze in een instelling woont.
    Dat is toch eerlijk?
    Dus hoog tijd voor betaalde mantelzorg!

  2. Mooi artikel en ik hoop dat het ongemakkelijke gesprek wordt aangegaan.
    Ik vind dat het tijd wordt voor een herwaardering van dat wat er toe doet. Zorgen voor een ander is jarenlang beschouwd als ‘liefdewerk’, terwijl een hoop gebakken lucht wordt beschouwd als ‘goed te belonen’. Dat klopt niet.
    Ik stopte in 2009 met mijn goed betaalde werk om voor mijn partner te gaan zorgen na een herseninfarct. Eerst helemaal niet gedacht aan een pgb, totdat ik door mijn financiële reserves dreigde te raken. We droegen allebei evenveel bij aan ons gezamenlijke huishouden. Toen kreeg hij een uitkering en ik die voor hem ging zorgen, kreeg helemaal niets meer. Dat was niet houdbaar. Iemand maakte me attent op de mogelijkheid een pgb aan te vragen. Dat bleek onze redding. We konden blijven wonen waar we woonden. Ik had weer een inkomen, weliswaar veel minder dan ik verdiende met mijn ‘gebakken lucht’ werk. Ik moest er aan wennen, maar het voelde goed. Maatschappelijk gezien vond ik het rechtvaardig. Professionele zorg zou de maatschappij veel meer geld kosten. In onze relatie zorgde het voor een soort gelijkwaardigheid.
    Ik weet zeker dat ik de zorg voor mijn man niet zou hebben volgehouden zonder ervoor betaald te worden vanuit het pgb.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *