Progressieve waarden nauwelijks van belang voor PVV-stemmers

Nieuw-rechtse politici als Wilders werpen zich op als hoeders van homo- en vrouwenrechten en zijn voorvechters van vrijheid van meningsuiting. Maar zijn zulke progressieve standpunten ook van belang bij het stemmen op de PVV? Dat blijkt nauwelijks het geval te zijn.

Nieuw-rechtse partijen als de PVV worden doorgaans bestempeld als anti-immigratiepartijen. Keer op keer hebben onderzoekers namelijk aangetoond dat stemmen op zulk soort partijen vooral is ingegeven door een afkeer van culturele en etnische diversiteit. Tegen deze achtergrond is het opmerkelijk dat nieuw-rechtse politici en opiniemakers zich profileren als felle voorvechters van progressieve idealen die van oudsher juist met de linkerkant van het politieke spectrum worden geassocieerd.

Al sinds de opkomst van Pim Fortuyn laten nieuw-rechtse politici weten dat ze publieke inmenging van religieuze orthodoxie willen bestrijden en werpen ze zich op als hoeders van homo- en vrouwenrechten en de vrijheid van meningsuiting. In zijn bekende interview met de Volkskrant stelde Fortuyn bijvoorbeeld: ‘Ik heb geen zin de emancipatie van vrouwen en homoseksuelen nog eens over te doen.’[1] PVV-Kamerlid Agema gebruikte soortgelijke argumenten: ‘Het maakt niet uit of het de rotzak is op straat of de streng gelovige moslim. Het disrespect voor vrouwen is even groot. De vrouw staat op het tweede plan, betekent niets voor de samenleving, evenals homo’s. Ik snap niks van D66 die dat blijft ontkennen. U was toch de partij die opkwam voor homo’s, voor vrouwen, voor gelijke rechten, voor gelijke kansen?’[2]

Het is echter de vraag of zulk soort standpunten ook electorale betekenis hebben. Worden ze alleen verkondigd door nieuw-rechtse opiniemakers en politici, of stemmen kiezers ook op basis van deze ideeën op de PVV?

Progressieve genderopvattingen: geen reden om PVV te stemmen

Op het eerste gezicht lijkt dat niet waarschijnlijk. In het sterk geseculariseerde Nederland bestaat er immers een brede progressieve consensus. Conservatieve opvattingen over bijvoorbeeld homo- en vrouwenrechten zijn nog wel aanwezig onder leden van religieuze minderheden, maar zijn zeker niet kenmerkend voor de bevolking als geheel. Dit wordt ook weerspiegeld in de standpunten van politieke partijen. Los van enkele kleine christelijke partijen is er geen partij meer die het op dit gebied met nieuw-rechtse partijen oneens is: ze benadrukken allemaal het belang van vrijheid van meningsuiting, onderschrijven gelijke rechten voor homo’s en vrouwen en zijn afkering van publieke inmenging van religieuze orthodoxie. Waarom zouden kiezers die deze standpunten omarmen dan op nieuw-rechtse partijen stemmen in plaats van op een andere partij?

Een reden zou kunnen zijn dat de PVV deze progressieve ideeën de laatste jaren bijzonder krachtig op de agenda heeft gezet. De PVV heeft zich opgeworpen als de enige ware verdediger van Nederlandse progressieve verworvenheden, waarbij is gesuggereerd dat deze door andere politieke partijen zijn verkwanseld. Dit zou kunnen betekenen dat kiezers die progressievere standpunten hebben vaker een voorkeur voor de PVV hebben.

Om dit te onderzoeken hebben we in 2012 een enquête afgenomen onder een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Onze analyses laten zien dat bovenstaande verwachting niet houdbaar blijkt. Kiezers met meer progressieve opvattingen over genderrollen en seksualiteit hebben geen grotere voorkeur voor de PVV. Dat geldt ook voor stemmers met een grotere afkeer van publieke inmenging door religieus orthodoxen.

PVV-pleidooi voor vrijheid van meningsuiting trekt geen stemmen

Waar het gaat om steun voor vrijheid van meningsuiting is de situatie complexer. Onder kiezers die culturele en etnische diversiteit omarmen blijkt een voorkeur voor vrijheid van meningsuiting samen te gaan met minder steun voor de PVV. Terwijl onder kiezers die afkerig zijn van deze diversiteit steun voor vrijheid van meningsuiting juist samengaat met stemmen op de PVV. Dit komt mogelijk doordat kiezers die afkerig zijn van culturele en etnische diversiteit een specifieke betekenis aan vrijheid van meningsuiting toekennen: voor hen duidt steun voor vrijheid van meningsuiting wellicht vooral op de wens om een mening te mogen ventileren die in hun beleving lange tijd taboe is geweest in Nederland, wat ook door Wilders wordt gesuggereerd.

Al met al blijkt een afkeer van culturele en etnische diversiteit het meest onderscheidende kenmerk van het nieuw-rechtse electoraat. Ondanks de nadruk die nieuw-rechtse opiniemakers en politici op progressieve ideeën leggen, blijken deze standpunten kiezers nauwelijks tot hen aan te trekken. En als dit al gebeurt, dan alleen onder kiezers die afkerig zijn van culturele en etnische diversiteit.

 

Willem de Koster, Peter Achterberg, Jeroen van der Waal, Samira van Bohemen en Roy Kemmers zijn allen als socioloog verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Deze bijdrage is gebaseerd op hun artikel ‘Progressiveness and the New Right: The Electoral Relevance of Culturally Progressive Values in the Netherlands’ dat onlangs is verschenen in West European Politics.


[2] Tweede Kamer der Staten Generaal, 2008–09, 31 268, no. 17:6.

 

Dit artikel is 5217 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. ‘Culturele en etnische diversiteit’ staat voor massamigratie van vreemde volkeren in Nederland die zich vooral daar vestigen waar veel zwakkeren van de samenleving wonen en werken m.n. in de grote steden.
    Ooit het natuurlijke domein van de linkse progressieve politiek maar sinds de komst van de Islam in Nederland zijn de progessieve waarden als bescherming van homorechten en het uiten van vrije meningsuiting naar de achtergrond verdwenen…De PVV heeft het beschermen van deze progressieve ‘oude’ idealen van links overgenomen.
    Ook op het gebied van de sociaal-economische politiek. Op dit terrein is de PVV zelfs linkser dan de PvdA die de vorming van een neoliberaal kabinet met de VVD vormgeeft.
    Voorbeelden hiervan zijn: de PVV is tegen het opheffen van de onslagbescherming en de verhoging van de AOW leeftijd terwijl de ‘progessieve partijen als PvdA, D’66 en Groen Links hier voor zijn.

    Op sociaal economisch terrein maar ook op het gebied van ‘progessieve’ waarden heeft zich een politieke wending voorgedaan: de PVV is de partij geworden die opkomt voor de zwaksten in de samenleving en de oude progressieve partijen behoren thans tot het establishment.

  2. Goh, er wordt hier een verheffend nieuw inzicht te berde gebracht.
    Wie zijn identiteit, welvaart en vrijheid wil behouden is een xenofobe racist!!1!
    (en wij weten het beter want we zijn naar school geweest en we zijn met z’n vijven)
    Sociologisch hoogdravend en lafjes omfloerst framen ze er op los.
    Vijf lichtgewicht haatkleuters op hun stokpaardje.
    Zucht. Wat een ten hemel schreiende morele armoede.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.