Sociaal werk mag flink inclusiegerichter

Als sociaal werker kan je hulpverlenen en ondertussen uitsluiting ongemerkt of zelfs oogluikend toestaan of versterken. Docent en onderzoeker Jeroen Knevel pleit daarom voor een explicietere en krachtigere interpretatie van het sociaal werk als inclusiegericht beroep.

Het mag hopelijk inmiddels goed tussen de oren zitten van de actoren in het sociaal domein – werkveld en opleidingen – dat sociaal werk gedefinieerd is aan de hand van leidende principes als sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve sociale verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit (IFSW, 2014). Met daaraan toegevoegd de opgave om sociale verandering, ontwikkeling en empowerment van mensen te bevorderen. Het woord hulpverlening komt er (gelukkig) niet eens in voor.

Het toont meteen de bredere ambitie van het sociaal werk om de blik niet te vernauwen tot alleen het individu en diens primaire omgeving. Ook het gemeenschapsniveau en het bredere maatschappelijk niveau zijn onmiskenbaar onderdeel van waar sociaal werk voor staat (Vereniging Hogescholen, 2023).

Inclusie is een wezenlijke opdracht van het sociaal werk

Binnen het sociaal werk (onderwijs) is dit echter niet de meest omarmde visie (Linders et al., 2024; Steenvoorde et al., 2025). In de gehandicaptenzorg bijvoorbeeld is dit geruime tijd over het hoofd gezien, ondanks recentelijke aanbevelingen tot (kleine) aanpassingen in de competentieprofielen (KBA Nijmegen, 2022).

In mijn promotieonderzoek (Knevel, 2025) heb ik de inclusiegerichtheid van het sociaal werk onder de loep genomen, omdat inclusie een wezenlijke opdracht is van het sociaal werk (Vereniging Hogescholen, 2023).

Completer en kritischer

Als we het belang van inclusie erkennen en begrijpen, is een completere en kritischere beroepsopvatting nodig. Hoewel je bij het definiëren van inclusie in een labyrint terechtkomt, draait het in grote lijnen om daadwerkelijk gewaardeerd worden om wie je bent en wat je kan, ongeacht hoe anders je bent ten opzichte van de ander (Bigby et al., 2017; Simplican et al., 2015). Het is daarmee een menselijke basisbehoefte, of sterker, een recht. Het zou nooit mogen afhangen van een gunst die het sociaal werk of een andere institutie bewijst (Reynaert et al., 2023).

Inclusie nastreven en bewerkstelligen is een gedeelde verplichting

Inclusie nastreven en bewerkstelligen is een gedeelde verplichting. De overheid loopt hierin voorop, simpelweg vanwege het ratificeren van het VN-verdrag. Zij doet dat primair via de wetgevende en beleidsmatige weg. Het sociaal werk heeft een uitvoerende, en daarin tegelijkertijd een meedenkend creatieve en kritisch controlerende opdracht. De overheid en haar vele verspreide (semi)overheidsinstellingen, het bedrijfsleven en de burgers zijn niet per se onbereidwillig, maar inclusie en inclusiegerichtheid geven ongemak en zijn geen vanzelfsprekendheid.

Of het slaagt, is verre van zeker. Je stuit op onwetendheid, onbegrip of zelfs discriminatie

Het vereist bijvoorbeeld bruggen slaan tussen de cliënt, buurtbewoners, vrijetijdsverenigingen of werkgevers om gastvrijheid te creëren. Spannend, want of het slaagt, is verre van zeker. Je stuit namelijk op onwetendheid, onbegrip of zelfs discriminatie; hoe ga je daar adequaat mee om? Inclusief werken mag voor sociaal werk daarom geen vrijblijvendheid zijn, geen afschuiver naar ‘het is aan de overheid’. Maar hoe kan sociaal werk inclusiegerichter?

Mensenrechtenperspectief

Voor inclusiegerichter werken zijn niet noodzakelijkerwijs nieuwe competenties of kernhandelingen nodig. Maar wel moeten we bestaande competenties anders gaan begrijpen, te weten vanuit een mensenrechtenperspectief.

Zo gaat de competentie engagement (betrokkenheid en verstaan) over responsiviteit ten opzichte van de ander door het tonen van empathie, tolerantie en respect voor wensen en gevoelens. Dit vereist meertaligheid in de zin van communicatieve vaardigheden en kennis van de verschillende manieren waarop mensen communiceren, de soorten communicatie- en taalhulpmiddelen, en de beschikbare benaderingen.

De competentie assessment gaat over het identificeren van risico’s en concrete situaties van mensenrechtenschendingen

De competentie assessment (inschatten en beoordelen) dient om te bepalen welke ondersteuning nodig is om de gewenste levenskwaliteit te bereiken, inclusief het garanderen van volledig genot van mensenrechten, zoals vastgelegd in het VN-verdrag Handicap. Het gaat over het identificeren van de risico’s en concrete situaties van mensenrechtenschendingen, veroorzaakt door (complex, tegenstrijdig of ontbrekend) beleid, plaatsvindend in de onderlinge omgang met elkaar (discriminatie, stigmatisering) of door het sociaal werk zelf (onvrijwilligheid, paternalisme).

Positieve rechteninterventies waarborgen het welzijn en de persoonlijke groei

Tot slot kunnen we de competentie interveniëren vanuit een mensenrechtenperspectief op twee manieren bekijken. Negatieve rechteninterventies beschermen tegen vormen van machtsmisbruik, zoals fixatie, gedwongen medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid.

Positieve rechteninterventies zijn gericht op het waarborgen van het welzijn en de persoonlijke groei. Daarbij draait het om het bevorderen en verzekeren van (inclusief) onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, toegankelijkheid en persoonlijke mobiliteit.

Interventies bekeken vanuit een mensenrechtenperspectief leggen de nadruk op het helpen behouden en verbeteren van de kwaliteit van het leven.

Meer lezen: College voor de rechten van de mens

In het Strategie en meerjarenplan 2025–2027 van  het College voor de rechten van de mens, dat op 25 mei 2025 is verschenen, lees je meer over gelijke behandeling, inclusie en bescherming van fundamentele rechten.

Zelf inclusie genereren

Maar inclusie komt niet vanzelf. Het is een doorlopend proces met tussentijdse korter of langer durende successen waar sociaal werk zelf ook iets aan kan doen. Sociaal werk kan zelf inclusie opwekken.

Praktisch betekent dit dat de sociaal werker en de personen die zij of hij bedient doelgericht, doelbewust en verantwoordelijk handelen. De sociaal werker is zich bewust van de eigen bias en routines, en van de noodzaak van reflectief gedrag. Hij of zij is zich bovendien bewust van niet-inclusieve praktijken (waardigheidsschendingen dan wel mensenrechtenschendingen) in of door het sociaal werk zelf.

Inclusiegericht sociaal werk is in zichzelf belangenbehartiging

Daarnaast is inclusiegericht sociaal werk in zichzelf belangenbehartiging die niet uitsluitend uitbesteed moet zijn aan aparte belangenorganisaties zoals LFB, Iederin of MIND of verschillende raden. Belangenbehartiging behelst het vergroten van het publieke bewustzijn, het tegengaan van stigma en ‘onrechttaal’, bijvoorbeeld door ontmoetingen tussen mensen met en zonder een zichtbare of onzichtbare beperking.

Op de derde plaats liggen er veel kansen om inclusie te genereren in intrapreneurschap (zich ondernemend gedragen binnen de organisatie). Dit vereist van de sociaal werker proactiviteit, initiatief, doelgerichtheid en probleemoplossend vermogen. Het oprichten van de Voetbalwerkplaats in Wageningen is bij uitstek een voorbeeld van intrapreneurschap. Het werd als leerwerklocatie geïnitieerd en succesvol uitgebouwd door twee sociaal werkers in dienst van een zorgorganisatie.

Nog eens scherp kijken naar actuele functie- en competentieprofielen is geen overbodige luxe

Bewuster inclusiegerichter sociaal werk kan zonder nieuwe functies of compleet nieuwe, extra taken. Maar het moet met een ander begrip en invulling van het beroep en daarin al aanwezige competenties. Nog eens scherp kijken naar actuele functie- en competentieprofielen is dan geen overbodige luxe, evenals een bereidheid tot bijstelling van huidige curricula in het sociaalwerkonderwijs.

Jeroen Knevel werkt als docent en onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht (Instituut Social Work en Kenniscentrum Sociale Innovatie). Hij verdedigde onlangs zijn proefschrift In the Pursuit of Social Inclusion (2025) aan de Universiteit voor Humanistiek.

 

Foto: Kampus Production via Pexels.com