Politiserend sociaal werk zou vanzelfsprekend moeten zijn voor de beroepsvereniging

Jan Willem Bruins’ betoog tegen politisering is gebaseerd op drogredenen en is tendentieus. Politiserende sociaal werkers beklimmen geen barricaden, maar verbinden kleine verhalen met grote thema’s. Ook spreken zij zich uit tegen onrecht.

Jan-Willem Bruins gaf op deze site onlangs een aantal argumenten waarom politiseren geen kerntaak is van het sociaal werk. De vraag om te politiseren zou niet van sociaal werkers zelf komen, maar van onderzoekers en docenten. Daarnaast zouden sociaal werkers geen tijd hebben. Ook zitten zij na de decentralisatie van het sociaal domein zo dicht op het beleid dat hun discretionaire ruimte eerder is afgenomen dan toegenomen. Bovendien zouden illustere grootheden als Marie Kamphuis weinig op hebben gehad met wereldverbeteraars.

Het belang van politiseren is eigenlijk geen vraag

Bruins baseert zijn fel bekritiseerde betoog op drogredenen. Je kunt niet beweren, zoals hij doet, dat politisering geen kerntaak van het sociaal werk is omdat het niet van de grond komt. Daarnaast schetst Bruins een eenzijdig en tendentieus beeld van politisering door het als sociaal activisme te framen.

Uit interviews met bestuurders van instellingen en sociaal werkers over het belang van politisering kreeg ik niet de indruk dat zij zich onverzettelijk verzetten tegen de manier waarop het sociale domein is georganiseerd. Evenmin brengen zij ideologische vergezichten of partijpolitieke opvattingen over de inrichting van de samenleving in stelling om beleidsmakers en politici verwijten te maken. Integendeel, ze zijn vaak terughoudend in hun kritiek op het beleid, zeker bij aanbestedingsrondes.

Dat het sociaal werk weinig politiseert, hangt samen met zijn positie als eenvoudige uitvoerder van beleid. Tegenover de ervaren onmacht staat echter de opvatting dat politiseren noodzakelijk en onontkoombaar is. Een sociaal werker: ‘Het belang van politiseren is eigenlijk geen vraag. Ik zal het heel zwart-wit stellen: het mot gewoon.’ Dat het ‘mot’ betekent niet vanzelfsprekend dat iedereen de moed ervoor heeft.

Schreeuwen, barricaden en stil verzet

Door politisering als sociale activisme te framen, gaat Bruins eraan voorbij dat er ook stille vormen van verzet zijn. Denk daarbij aan: niet alles registreren wat de cliënt vertelt, wietplanten over het hoofd zien, een formulier nietszeggend invullen, maar wel op zo’n manier dat formeel aan de eisen is voldaan.

Sociaal werkers en bestuurders schreeuwen niet en beklimmen ook geen barricaden, maar zoeken de randen van het beleid en de regels op. Of zoals een bestuurder zegt: ‘In de praktijk wordt natuurlijk vrolijk gerommeld met alle regels. Dat staan wij gewoon, niet eens oogluikend, toe. Dat is gewoon zo. Dus dat doen we dan… Jij noemt het discretionaire bevoegdheid, maar het is gewoon eigenlijk stiekem handelen.’

Deze stille vormen van verzet komen voort uit de morele en professionele overtuiging dat mensen mogen zijn wie zij zijn, dat iedereen meetelt en dat het sociaal werk een pragmatische oplossing moet zoeken voor mensen die tussen wal en schip dreigen te vallen.

Bruins ziet die persoonlijke ethiek ‘als startmotor’. Maar stil verzet leidt niet tot debat in het publieke domein. Wellicht biedt stil verzet uitkomst in individuele gevallen, maar de structuren die mensen in moeilijkheden brengen, blijven intact. Daar komt nog bij dat niet iedere sociaal werker maatschappelijk voldoende geëngageerd of bereid is om in stil verzet de regels naar zijn hand te zetten.

Sociaal werk moet kleine verhalen met grote thema’s verbinden

Bruins heeft evenmin oog voor agogische vormen van politisering. Ted Kloosterboer ontving vorig jaar de Van Dantzigpenning omdat zij met Stichting Praat de vuile was over kindermishandeling buiten hangt. Het is de bedoeling dat die vuile was in 2026 over de hele lengte van de Afsluitdijk hangt. Dat is meer dan een ludieke actie.

Ruim dertig kilometer vuile was zegt meer dan menig rapport. Het verbindt kleine verhalen met grote thema’s die emancipatorisch kunnen werken en stelt maatschappelijke structuren rond kindermishandeling aan de kaak.

In Speelruimte voor Identiteit tonen Femke Kaulingfreks, lector Jeugd en Samenleving bij Hogeschool Inholland, en Stijn Sieckelinck, lector Youth Spot aan de Hogeschool van Amsterdam, hoe identiteitsvorming samenhangt met sociale vraagstukken.

Opvoeding gaat over de toekomst van de samenleving. Dat stelt iedere pedagoog, jongeren- of jeugdwerker voor de vraag: help ik mee aan het in stand houden van de status quo of help ik mee aan sociale verandering en het creëren van een samenleving waarin jongeren erkend en geaccepteerd en serieus genomen worden? En dat geldt in principe voor alle achtergestelde groepen.

Politisering kan toekomstige toeslagenaffaires voorkomen

Nog een andere reden waarom het betoog van Bruins op zijn minst merkwaardig te noemen is. Alle sociaal werkers die ik spreek over het belang van politisering, inclusief hun bestuurders, ergeren zich groen en geel aan de teloorgang van het ambacht van sociaal werk. Het sociaal domein is een industrie geworden die problemen in stukken verdeelt, maar geen structurele oplossingen weet te bieden. Sociaal werkers zijn gereduceerd tot uitvoerders van beleid, tot ‘knechten van de gemeente’ en ‘politieagenten’.

Sociaal werkers erkennen dat ‘we het wel met elkaar (hebben) laten gebeuren’. De devaluatie van het sociaal werk is met andere woorden niet onvermijdelijk. Er kan iets tegen gedaan worden. Vooral door een  beroepsvereniging die, anders dan Bruins, politisering wel als een kerntaak van het sociaal werk beschouwt.

Het is een regelrechte blamage voor het vak als een sociaal werker niet op het idee komt, ook niet achteraf, om het leed en onrecht dat een cliënt van haar in de kindertoeslagaffaire wordt aangedaan, ergens aan te kaarten. Ook niet bij de BPSW. Een pijnlijk fiasco dat voorkomen had kunnen worden als het sociaal werk gedaan had wat ze vanuit haar morele en professionele beginselen zou moeten doen: politiseren.

Richard de Brabander is lector Dynamiek van de stad aan Hogeschool Inholland. Hij was mederedacteur van Sociaal weerwerk. Maatschappelijk betrokkenheid in zorg en welzijn. Onlangs publiceerde hij ‘Het is gewoon eigenlijk stiekem handelen - Strategisch en tactisch politiseren in het sociale domein' (te vinden op hbo-kennisbank.nl)

 

Foto: Mark Gunn (Flickr Creative Commons)