Sociaal werk als mensenrechtenberoep mist fundering en verankering

Als sociaal werk een mensenrechtenberoep is of als mensenrechten de backbone of het moreel kompas zijn van het sociaal werk, dan behoeft dit een stevigere fundering vanuit de beroepsvereniging en verankering in de beroepscompetenties, stelt docent en onderzoeker Jeroen Knevel.

Op 10 maart werd in Rotterdam het boek Sociaal werk als mensenrechtenberoep gelanceerd. De stelling van dit boek staat niet op zichzelf en is evenmin onomstreden. Acht jaar geleden leefde het discours op rondom de essentie van het sociaal werk, vooral in Vlaanderen, en snel daarna ook in Nederland. Sociaal werk zou een mensenrechtenberoep zijn (ReynaertNachtergaele 2015), sociaal werkers zouden hoeders van mensenrechten zijn (Reynaert 2015), mensenrechten moeten centraal staan in het sociaal werk en de opleidingen (Hartman et al 2016).

In een wat later stadium wordt het sociaal werk verschillende rollen in human rights localization toegedicht (Dibbets & Eijkman 2018) en ventileren Claessen et al (2021) de uitspraak dat mensenrechten de ruggengraat van het sociaal werk vormen. Daar tegenover klinken stellingnames dat sociaal werk een sociaal rechtvaardigheidsberoep is waarbij mensenrechten als moreel kompas middel zijn (Hubeau 2018) om kernwaarden zoals aandachtige zorg en zorgzame rechtvaardigheid te realiseren. Het discours van mensenrechten moeten we omdraaien, het gaat niet over rechten, maar over verplichtingen tegenover de mens (Van Crombrugge 2018).

Politiseren is dé manier

Dit discours vernauwde zich op zeker moment richting politiseren als dé manier om onrechtvaardigheden aan te kaarten en te bestrijden. Politiseren is zelfs onvermijdelijk en een kracht van het sociaal werk (Lambeir 2022). Maar zo simpel is dat niet, de praktijk leert dat sociaal werk meerdere mandaten heeft (Staub-Bernasconi 2011, 2016) die het sociaal werk steevast in een spanningsveld plaatst van tegengestelde belangen van de individuele burgers, het maatschappelijk middenveld waaronder de eigen werkgever, en de gemeentelijke en landelijk overheid. In de dubbelrol van citizen agent en state agent vergt dat een vaardigheid in laveren tussen leefwereld en systeemwereld (Veldboer 2019).

Nauwelijks mensenrechten en rechtvaardigheid

Kortgezegd bepalen mensenrechten en sociale rechtvaardigheid, in de vele gedaanten die het kan aannemen, de identiteit van het sociaal werk. Kijken we naar hoe de visies en overtuigingen terugkomen in de beroepscode (BPSW 2021) en kwalificaties (LOO-SW 2017), dan valt dat tegen. Het resoneert niet de fundamentele betekenis van mensenrechten en sociale rechtvaardigheid in het sociaal werk en ontbeert de sfeer van een strijdlustige missiegedreven professie.

Inspiratie vanuit het buitenland

We zouden ons kunnen laten inspireren door de Amerikaanse en Britse equivalenten van de sociaalwerkberoepsvereniging en sociaalwerkopleidingen, die de beroepscodes en competentieprofielen vaststellen en publiceren. In Engeland heeft de British Association of Social Work (BASW 2015) een Human Rights Policy opgesteld. Daarin zetten ze uiteen hoe de praktijk van het sociaal werk is gebaseerd op de beroepscode en hoe sterk sociaal werk an sich een mensenrechtenbenadering is. In de additionele Social Work and Human Rights Practice Guide (Harms-Smith et al 2019) zetten zij dit nog extra aan.

In de Verenigde Staten wordt het sociaal werk degelijk neergezet als een mensenrechtenberoep

Het positioneren van sociaal werk als een sociale rechtvaardigheidsberoep dan wel mensenrechtenberoep betekent dat mensenrechtenkwesties in de praktijk verder gaan dan de toepassing van specifieke wetten. Het omvat een holistische mensenrechtenoriëntatie. Sociaal werkers hebben een individuele plicht om ervoor te zorgen dat de rechten van gebruikers van diensten worden gerespecteerd en een collectieve plicht om mensenrechten te handhaven en te ontwikkelen. De practice guide zou hierbij een handig hulpmiddel zijn.

Mensenrechten in onderwijsbeleid

In de Verenigde Staten wordt het sociaal werk degelijk neergezet als een mensenrechtenberoep. De Council on Social Work Education (CSWE 2022) stelt dat het doel van het sociaal werk alleen is te realiseren door het streven naar sociale, raciale, economische en ecologische rechtvaardigheid en dat sociaal werkers voorwaarden moeten scheppen die de verwezenlijking van de mensenrechten vergemakkelijken. Mensenrechten zijn een expliciet onderdeel van het onderwijsbeleid en de accreditatiestandaarden.

In Nederland zien we rol van mensenrechten beduidend minder overtuigend terug in beroepscode en competentieprofielen

Daarvoor hebben ze bij de CSWE een Committee on Human Rights opgericht. De kerntaak is om het bewustzijn van mensenrechten in het sociaal werk (onderwijs) te bevorderen, te bepleiten en hulp te bieden bij de integratie van mensenrechten in de curricula, en om de ontwikkeling te stimuleren om mensenrechten en sociale rechtvaardigheid te combineren in de sociaal werkopleidingen.

Knallen

Opmerkelijk in de Nederlandse beroepscode en het landelijk opleidingsprofiel sociaal werk is de grote afwezigheid van expliciete duidingen en verwijzingen naar onderdrukkende, discriminatoire praktijken, racisme, white privilege en intersectionaliteit. Kwesties waar sociaal werk zich druk of drukker om zou mogen maken. Discriminatie wordt een enkele keer opgenomen in een rijtje opsommingen.

In de Verenigde Staten knallen de termen er stevig in: ‘Social workers advocate for and engage in strategies to eliminate oppressive structural barriers to ensure that social resources, rights, and responsibilities are distributed equitably and that civil, political, economic, social, and cultural human rights are protected’ (CSWE 2022:9). Sociaal werk krijgt daar uitdrukkelijk het mandaat om deel te nemen aan en te pleiten voor antiracistische en anti-onderdrukkende praktijken.

Compromisachtige sfeer

In Nederland zien we de rol van mensenrechten beduidend minder overtuigend terug in de beroepscode en de competentieprofielen. Een ‘van onderuit’-benadering en het strijdbare ‘anti-oppressieve’ zijn grote afwezigen in de Nederlandse sociaalwerkcontext (Ife 2009; Reynaert et al 2023). Wij blijven hangen in een compromisachtige sfeer van uitvoerder van overheidsbeleid, werknemer van zorg- of welzijnsinstelling en een tikkeltje hoeder van mensenrechten.

Laat (aankomend) sociaal werkers duidelijker weten wat voor vak ze (gaan) leren en uitoefenen

Sociaal werk in Nederland dient zich te focussen op het sociaal functioneren wat neerkomt op ‘het deelnemen van mensen aan het maatschappelijk leven’ en ‘de ruimte en mogelijkheden die het maatschappelijk leven biedt om deel te nemen’. (LOO-SW 2017:11). Dit oogpunt blijft op te grote afstand staan van de definitie van het sociaal werk ‘dat sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie en empowerment en bevrijding van mensen bevordert’ en waarin ‘principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid […] centraal staan’.

Funderen en verankeren

Als wij in Nederland trouw willen zijn aan wat sociaal werk definieert, aan wat de identiteit en missie van dit beroep voedt, dan mag hierop vanuit de beroepsvereniging, de opleidingen sociaal werk en de brancheverenigingen sterker worden ingezet. Laat (aankomend) sociaal werkers duidelijker weten wat voor vak ze (gaan) leren en uitoefenen. Laat ze grondig en doorlopend kennis nemen van sociale rechtvaardigheidskwesties en de mogelijkheden die mensenrechten bieden. Laat ze inzien en voelen hoe dit het hart van sociaal werk is. Een overtuigend en aanwezig fundament vanuit de beroepsvereniging, brancheverenigingen en verankering in de beroepscompetenties draagt daaraan bij en is een gewenste eerste stap.

Jeroen Knevel is voormalig sociaal werker, docent en onderzoeker op de Hogeschool Utrecht en promoveert momenteel op de thema’s mensenrechten, inclusie en verstandelijk gehandicaptenzorg.

 

Foto: Loco Steve (Flickr Creative Commons)