‘Stelselwijziging AWBZ is zand in de machine’

De onderhandelaars voor een nieuwe regering zullen niet om een herziening van de Awbz heen kunnen. Afgelopen maart berekende een ambtelijke werkgroep een viertal scenario's die 4,2 miljard euro aan besparingen kunnen opleveren. Hoogleraar public health Guus Schrijvers (Universiteit Utrecht) betwijfelt of een van die scenario's wel kans van slagen kan hebben.  Hij heeft zelf een ander voorstel in gedachten.

Hoogleraar public health aan de Universiteit Utrecht Guus Schrijvers vindt dat de ambtelijke werkgroep Langdurige zorg te weinig oog heeft voor de verschillende groepen die gebruik maken van de Awbz. Schrijvers: ‘Iedere doelgroep is echt anders. Je hebt gehandicapten, chronisch zieken, verstandelijk gehandicapten, ouderen. Als je daar rekening mee houdt, dan kun je ook beter de maatschappelijke gevolgen inschatten van maatregelen. Dat is dan gelijk mijn punt van kritiek op de ambtelijke werkgroep. Dat ze daar geen oog voor hebben gehad.’

Schrijvers reageert op de voorstellen van de werkgroep om te bezuinigen op de Awbz. Het gaat om bezuinigingen van 4,2 miljard, dat is 20 procent van het totale budget. De bezuiniging moet in 2015 gerealiseerd zijn. Daarnaast moet er in de curatieve zorg voor een bedrag van 6,35 miljard bezuinigd worden. De werkgroep Langdurige zorg beschrijft vier scenario’s voo rbezuinigingen op de Awbz, waarvan drie een stelselwijziging impliceren:

1. Eigen regie: de regie bij de cliënt
Voor de zorg in natura krijgen mensen een persoonlijk budget, waarmee zij zelf hun keuzes kunnen bepalen voor de zorg die zij wensen. Het beschikbare totale budget wordt dan gesteld op 80 procent van het huidige bedrag. Op die manier hoopt de werkgroep te komen tot de besparing van 20 procent. Voor de laagste inkomens komt er een vangnetregeling.

2. Zorg dichtbij: de gemeente als coördinator van zorg
Dit scenario is in feite een uitbreiding van de Wmo. Die gaat dan alle gezondheids- en gehandicaptenzorg omvatten. Alles komt voor verantwoordelijkheid van de gemeenten. De werkgroep verwacht dat gemeenten beter in staat zullen zijn om maatwerk te leveren. Zij mogen dan het beleid inrichten zoals ze willen. Het advies aan kleine gemeentes is om de samenwerking te zoeken vanwege de bestuurlijke implicaties.

3. Zorg verzekerd: stelsel van concurrerende verzekeraars
In deze variant komt de uitvoeringsverantwoordelijkheid te liggen bij de zorgverzekeraars. Zij treden op als belangenbehartiger voor hun verzekerden door efficiënte zorg in te kopen. Dit veronderstelt wel dat zorgverzekeraars in staat zijn om voldoende financieel risico te dragen. Gehandicaptenzorg wordt een collectieve voorziening.

4. Awbz versoberd: behoud het stelsel en bezuinig 20 procent
De Awbz blijft voortbestaan, maar er wordt flink in gesnoeid. Te denken valt aan: het schrappen van alle ondersteunende en activerende begeleiding; persoonlijke verzorging en begeleiding worden minder vanzelfsprekend; lichte gevallen komen niet meer in aanmerking voor een verblijf in een verzorgingshuis; datzelfde geldt voor verblijf in psychiatrische instellingen; mensen met een verstandelijke beperking met een IQ van 70 en hoger krijgen geen zorg meer; verhoging eigen bijdragen en een doelmatiger uitvoering van de Awbz.

Eigen regie
Schrijvers: ‘Wat het eerste scenario betreft: zo’n Persoonsgebonden Budget (PGB) kan heel anders ingericht worden dan het systeem dat we nu hebben. In Duitsland kunnen mensen bijvoorbeeld zelf kiezen voor een zorgarrangement. In Nederland moet je uitgebreid verantwoorden hoe je het PGB besteedt. Maar in Duitsland is dit een belastingvrij inkomen, vergelijkbaar met de studiefinanciering of de kinderbijslag. Er wordt helemaal niet gekeken hoe mensen dat bedrag besteden. Wel wordt er gekeken of het goed gaat. Zo wordt er bijvoorbeeld nagegaan of mensen er nog verzorgd uitzien na drie maanden. Zo’n model brengt aanmerkelijke verschuivingen teweeg: van intramurale- naar extramurale zorg en van extramurale zorg naar informele zorg. Je krijgt dan bijvoorbeeld de situatie dat een zoon of dochter besluit om zijn of haar vader te verzorgen en dat ze samen de inkomsten van de zorg delen. Dat soort oplossingen. Ik ben daar wel positief over. In het najaar ga ik zelf naar Duitsland om dat systeem nader te bestuderen.’

Gemeenten
‘Alle zorg naar de gemeenten overhevelen is geen optie voor de korte termijn’, zegt Schrijvers over de tweede variant. ‘Dat geeft teveel bestuurlijke drukte. Er moet ook eerst een wetswijziging voor plaatsvinden… Dat wordt een mijl op zeven. Dan kom je pas de laatste twee jaar aan bezuinigen toe. Dat is niet reëel.’

Verzekeraars
‘Het derde idee, om de zorg over te laten aan verzekeraars, hebben ze vijf jaar geleden ook al geprobeerd; dat is toen afgeschoten. Het geeft enorme veranderingen op het gebied van financiering van de Zorgverzekeringswet. Je krijgt bijvoorbeeld een toename van inkomsten voor verzekeraars in de Randstad. Ook ziekenhuizen krijgen meer geld. En het wordt problematisch voor de kleine verzekeraars, want die redden het niet. Nogmaals: ze hebben die veranderingen uitgezocht in 2005 en het bleek onbegonnen werk. Dat geeft zoveel stress.’

Sober
‘Het vierde voorstel om gewoonweg te versoberen is eigenlijk het beste’, zegt Schrijvers. ‘Je behoudt het oude systeem en eventueel kun je dan een nieuw systeem ontwerpen met het geld dat je overhoudt na die bezuiniging. Op die manier scheid je de onrust over bezuiniging van de onrust van een stelselwijziging. En als je al overgaat naar zo’n stelselwijziging zou ik de variant met de eigen regie adviseren.’

Stelselwijziging
Een stelselwijziging ziet de hoogleraar niet zitten. ‘Dat is zand in de machine’, zegt hij. ‘Allereerst krijg je dan een discussie over welke structuur je moet kiezen en dat leidt af van de bezuiniging die plaats moet vinden. Dan krijg je ook nog eens aanloopkosten. En omdat er altijd mensen zijn die opstappen, krijg je afvloeiingskosten. Voor je het weet zit je in twee à drie jaar tijd met extra kosten in plaats van bezuinigingen.’

Kwaad
Schrijvers betwijfelt of deze bezuiniging van 4,2 miljard in zo korte tijd gerealiseerd kan worden. ‘Als het in vijf jaar moet gebeuren, dan gaat het van kwaad tot erger. Je krijgt dan allerlei negatieve economische gevolgen, zoals een toename van de werkloosheid. De bezuinigingsnorm (van 13 miljard voor de gehele gezondheidszorg) is te hoog voor deze korte periode. De Awbz heeft standaard een volumegroei van drie procent per jaar. Ik zou zeggen: probeer die terug te brengen naar de helft. Zet daarop in. Dan haal je die bezuiniging in acht tot tien jaar tijd. Dat is toch ook redelijk? Anders is het middel erger dan de kwaal. Dan krijg je economische teruggang.‘

Omvangrijk
In 2008 deden bijna 600.000 Nederlanders een beroep op de Awbz. Dat kost nogal wat: de volksverzekering is voor 2010 begroot op 22,3 miljard euro. Als er niets gebeurt, dan groeien de uitgaven tot 2020 nog eens met 25 procent. Maar Schrijvers wordt daar niet warm of koud van: ‘Besef wel dat er heel veel doelgroepen in de Awbz zitten. En het gaat de laatste jaren juist heel goed met de Awbz. Er is kort geleden een rapportage verschenen van het CBS: ‘gezondheid en zorg in cijfers 2009’ waaruit blijkt dat de productiviteit in de Awbz juist is gestegen. Dat rapport heet: 'Gezondheid en zorg in cijfers 2009'.  Het CBS is er dus positief over. Ik ben er altijd een voorstander van om je in de gezondheidszorg te baseren op informatie. Macro-economen klagen wel over de Awbz, maar je moet bedenken dat je ook veel biedt. Je gaat toch ook niet klagen als je in een Mercedes Benz rijdt van: oh oh, wat is dit toch een dure auto. Nee. De Awbz is een dure auto die heel goed rijdt. Dat kost ook wat. Ga dan niet roepen dat dat een schande is.’