Tijd voor een protestsubsidie

Of het nu boeren zijn of klimaatspijbelaars, wie ontevreden is protesteert, zo lijkt het. Maar dat blijkt te simpel. Cruciaal is de beschikbaarheid van middelen.

Protestgedrag is in de mode, zowel in Nederland als wereldwijd. Greta Thunberg voert actie voor het klimaat. Haar ‘Fridays for Future’ brengen honderdduizenden scholieren op de been. Tegelijk weten de boeren een heel Malieveld en zelfs hele snelwegen vol trekkers te mobiliseren. Het manifest ‘Lijm de Zorg’ – voor een betere Jeugdzorg en GGZ – weet binnen een maand 75.000 handtekeningen te verzamelen. Het lijkt protestgeluiden voor de wind te gaan.

Wie beter kijkt, ziet dat dit een geflatteerd beeld is. Tegelijk is namelijk zichtbaar dat de toekomst van de gele hesjes ongewis is, in elk geval in Nederland[1]. Langzaam lijken ze uit te sterven.

De observatie is dat de ene protestbeweging slaagt, terwijl de andere beweging geen voet aan de grond krijgt. Hoe is dat te verklaren?

De verschillen verklaard

Intuïtief gezien is de verwachting dat groepen die het minder hebben, bozer zijn. De situatie waarin ze zich bevinden is ondermaats en voldoet niet aan hun verwachting. Alle reden dus om te protesteren, om de ontevredenheid te uiten.

Maar dat blijkt te eenvoudig gedacht. Voor mijn onderzoek naar protestgedrag bestudeerde ik vormen van protest - van het tekenen van petities tot het boycotten van producten. Ik vergeleek zulk protestgedrag in veertien democratische Europese landen in de periode 2002 tot 2016. Vertrekpunt van het onderzoek was het idee dat er scheidslijnen zijn, ook in Nederland, die met name het verschil in protestgedrag tussen mensen te verklaren. Het gaat dan om: de klassescheidslijn (hoge en lage economische status), de scheidslijn tussen insiders en outsiders op de arbeidsmarkt en de scheidslijn over de waarden die mensen belangrijk vinden.

Scheidslijn De ene kant van de scheidslijn De andere kant van de scheidslijn
Klasse Mensen met een hoge sociaal-economische status Mensen met een lage sociaal-economische status
Insider-outsider Insiders: Mensen met een beschermde positie op de arbeidsmarkt door vast contract Outsiders: Mensen met een onzekere positie op de arbeidsmarkt door flexcontract of zzp’er
Materieel-postmaterieel Mensen die post-materiële waarden belangrijk vinden: maken zich zorgen over mensenrechten, situatie van LHBTI+ personen en het klimaat Mensen die materiële waarden belangrijk vinden: Maken zich zorgen over geld, bezittingen, werk en bescherming van ons grondgebied

De data liegen niet: Scheidslijnen kunnen het verschil in protestbereidheid verklaren. Mensen uit een hogere klasse, met post-materiële waarden en insiders op de arbeidsmarkt vertonen vaker protestgedrag. Dit is contra-intuïtief als je bedenkt dat deze mensen veelal in een betere situatie verkeren dan de mensen aan de andere kant van de scheidslijn. Daarom ging ik op zoek naar een verklaring.

Protest is een kwestie van kunnen, niet van willen

De verklaring is af te leiden uit onderzoek naar social movements: je stem laten horen wordt niet voorspeld door ontevredenheid of boosheid, maar door middelen en capaciteiten. Mensen die protestgedrag vertonen hebben veelal de materiële en immateriële bronnen om zichzelf op de been te brengen. Denk aan geld, tijd, faciliteiten en sociale netwerken[2]. De meeste mensen hebben wel een reden om te protesteren, maar niet iedereen heeft het geluk over middelen te beschikken.

De grotere protestbereidheid van mensen uit de hogere klassen is bovendien nog sterker in landen met een grotere inkomensongelijkheid. Mensen met een hoger inkomen blijken in deze landen (zoals het VK) meer kans te maken om te gaan protesteren dan in een land met een kleinere inkomensongelijkheid (zoals Nederland).

Vertaling naar vandaag

Dat de beschikbaarheid van middelen bepalend is voor de mate van protest lijkt bevestigd te worden door berichten dat megabedrijven duizenden euro’s betaalden voor het boerenprotest.[3] En, zijn de klimaatspijbelaars wellicht voornamelijk kinderen van welgestelde ouders?

Het belang van middelen om te protesteren kan misschien ook verklaren waarom het alweer een tijdje stil is rond de gele hesjes in Nederland. Misschien hebben zij het – objectief gezien – wel echt slecht, maar ontberen ze de middelen om verder te protesteren. Aangezien het belangrijk is dat ook hun stem gehoord wordt, past een waarschuwing voor de overheid: maak protesteren níét te moeilijk.

Misschien is dit wel een oproep voor een protestsubsidie.

Jasper van de Kamp is politicoloog en onderzoeker bij Movisie. Dagelijks is hij bezig met onderzoek naar wat werkt in de aanpak van sociale vraagstukken.

 

Noten:

[1] https://www.ad.nl/binnenland/is-er-nog-toekomst-voor-de-gele-hesjes~a3e68baf/

[2] Zie bijvoorbeeld McCarthy & Zald (1977) of Klandermans (1984).

[3] https://www.destentor.nl/apeldoorn/megabedrijven-betaalden-duizenden-euro-s-voor-het-boerenprotest~ab590468/

 

Foto: Gerard Stolk (Flickr Creative Commons)