Sociaal werk is vakmanschap en kunstmanschap

Professionals in het sociale domein werken in een ingewikkelde context. Aan de ene kant hebben ze te maken met allerlei regels en beroepsvoorschriften, aan de andere kant is wat ze doen sensitief en improviserend mensenwerk. Hoe valt dit met elkaar te rijmen?

De afgelopen decennia heeft doelgericht werken met de nadruk op meetbare resultaten en transparant werken een hoge vlucht genomen. In de hulpverlening verschoof de focus naar regels en richtlijnen die het dagelijks werk van professionals stroomlijnen. Ik noem deze bedrijfsmatige benadering de bovenstroom, dat wil zeggen alle regels, (beroeps)voorschriften, registratieformats en verantwoordingsvormen.

Onder deze meetbare organisatie zit nog een ander, groot deel van sociaal werk verborgen. In deze onderstroom gaat het om de sensitieve inzet van de professional in zijn relatie en interactie met cliënten en in de samenwerking tussen professionals onderling. Het gaat om zijn fijngevoeligheid om met een antenne voor het juiste moment, de juiste woorden en de juiste toonzetting mensen te raken en bemoedigen.

Sociaal werker is als een improviserend kunstenaar

In de bovenstroom zien we de vakkennis, het ethisch kompas, de reflectieve vaardigheden en het lerend vermogen van sociaal werkers. In de onderstroom zien we het interactieve mensenwerk: sociaal werkers die eclectisch werken door interventies af te stemmen op wat dat moment bij de cliënt speelt. Dit vereist naar cliënten luisteren, hen aanspreken en tegengas geven, kortom, werken met aandacht (figuur 1):

Figuur 1. Werken met aandacht.

Bron: Coby Nell. Organiseren in meervoudige perspectieven.

Aandacht betekent ook mensen stimuleren om zelf in actie komen, door hen aan te moedigen of een keer mee te gaan naar een bijeenkomst. Professionals weten hierbij de juiste spanning te creëren. Zoals een beeldhouwer die vanuit de kwaliteiten en verborgen eigenschappen van z’n materiaal een beeld vormt, spelen sociaal werkers in op de vraagstukken, zodat mensen als het ware zelf in beweging komen en hun eigen kwaliteiten verder ontwikkelen.

Dit werken met de juiste woorden, de juiste toon op het juiste moment is een vorm van kunstmanschap waarbij de sociaal werker al improviserend te werk gaat. Hij of zij stemt steeds weer af op de behoeften van de cliënt. Om dit ‘onplanbare’ improviseren goed te faciliteren moet er ruimte zijn voor overleg en dynamisch samenspel waarin professionals zelf het voortouw nemen en leidinggevenden mee veranderen.

Afrekenen op meetbare resultaten én betekenisvol werk

Je doet het sociaal werk tekort als je de werkinzet van professionals alleen maar afrekent op meetbare resultaten in de bovenstroom. De overheid heeft inmiddels steeds meer aandacht voor beleidsvorming in de onderstroom, maar de naleving en de effecten worden nog vooral getoetst met kwantitatieve verantwoordingsvormen in de bovenstroom.

Om het hele professionele sociaal werk te zien zouden we vaker van perspectief moeten verwisselen. Bijvoorbeeld door ook te toetsen met kwalitatieve verantwoordingsvormen, zoals participatief onderzoek en lerende evaluaties, waarin ruimte is voor verschillende interpretaties en belangen – bij voorkeur in dialoog tussen bestuurders, professionals, cliënten en de overheid.

Echt recht doen aan het interactieve mensenwerk van sociaal werkers betekent organiseren vanuit meervoudige perspectieven.

Coby Nell is op verschillende manieren actief betrokken bij het maatschappelijk domein, zowel in de raad van toezicht van Netwerk Cliënt-en-Raad Zorg als door het doen van onderzoek. Hiervoor was zij sociaal werker, beleidsmedewerker en verandermanager in zorg, welzijn en onderwijs. Dit artikel is gebaseerd op haar proefschrift ‘Organiseren in meervoudige perspectieven. Recht doen aan sociaal werk in de wijk’. Universiteit voor Humanistiek, 2019. 

 

Foto: Rémi Walle (Unsplash.com)