Wijkteams: vakkennis van sociaal raadslieden mag niet verdwijnen

Ook sociaal raadslieden krijgen dankzij de decentralisatie een nieuwe plek in het sociale domein. Maar komen ze het meest tot hun recht in wijkteams of juist in de backoffice waar ze zich kunnen concentreren op het afhandelen van complexere financieel-juridische problemen?

Er was een tijd dat mensen vooral met enkelvoudige schulden aanklopten bij sociaal raadslieden. Die konden relatief simpel worden opgelost, bijvoorbeeld doordat de raadsman een betalingsregeling afsprak met de schuldeiser. Anno 2015 kijken raadslieden er niet meer van op als iemand met tien verschillende schulden kampt: bij de energieleverancier, de telecommaatschappij, webshops en niet te vergeten overheidsinvorderaars als de Belastingdienst en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).

Daar komt nog bij dat door de crisis nu al 2,5 miljoen Nederlanders onder de armoedegrens leven, onder wie ruim zeshonderdduizend kinderen. Die twee ontwikkelingen samen betekenen dus dat raadslieden meer én ingewikkeldere problemen op hun bordje krijgen.

Een woud van regelingen

Die complexiteit heeft er ook mee te maken dat mensen afhankelijk zijn van meerdere instanties die ieder voor een stukje inkomen zorgen. Toch maken die mensen niet altijd gebruik van alle regelingen waar ze recht op hebben. En soms is een uitkering te laag vastgesteld of zijn er onterecht kortingen toegepast. Zo’n fout rechtbreien blijkt lastig voor mensen met weinig opleiding, psychiatrische problemen of een verslavingsgeschiedenis.

Ondersteuning van sociaal raadslieden is dan dringend gewenst. Zij kennen de wet, zij pluizen uit hoe regelingen op elkaar inwerken, zij hebben contactpersonen bij bijvoorbeeld de Belastingdienst. Zij vertegenwoordigen de klant vanuit een onafhankelijke positie.

In het wijkteam…

En toen kwamen de decentralisaties. Veel gemeenten beleggen (een deel van) hun nieuwe taken in sociale wijkteams. Integraal werken kan beslist goed werken bij het aanpakken van schulden. Je moet immers niet alleen iets doen aan de acute financiële nood, maar vooral ook aan gedrag dat tot schulden leidt. Het eerste is iets voor sociaal raadslieden, het tweede meer iets voor maatschappelijk werkers. Een wijkteam kan zo’n gecombineerde aanpak versoepelen, zeker als ze gaandeweg meer dezelfde taal spreken en dezelfde instrumenten gebruiken, zoals een zelfredzaamheidsmatrix.

Aan de solistische positie in een wijkteam kleeft ook een nadeel. De keur aan bijvoorbeeld toeslagenregelingen en financiële (wan)producten dwingt raadslieden ertoe permanent hun kennis bij te spijkeren. Dat gaat makkelijker binnen een team van vakgenoten die met soortgelijke bijltjes hakken. Sommige gemeenten voorzien daarin door het opzetten van een speciale vakgroep voor de raadslieden uit de wijkteams.

Of liever in de backoffice?

Een tweede variant is de sociaal raadsman of -vrouw die niet in een wijkteam (of een andere vorm van frontoffice) werkt, maar in de backoffice. Sociaal raadslieden coachen de frontofficemedewerkers (en eventueel vrijwilligers), zodat die zelf de lichte problemen kunnen oplossen. Daardoor heeft de raadsman zijn handen vrij heeft voor de ingewikkeldere problemen. Belangrijk is dan wel dat de frontoffice bij de eerste vraagverheldering goed analyseert hoe groot de problemen zijn. Soms zitten beide diensten onder één dak, soms zitten de sociaal raadslieden bij elkaar op een andere plek.

De twee vormen mengen kan ook: in Dordrecht werkt een sociaal raadsvrouw deels als generalist in een wijkteam en deels als sociaal raadsvrouw op het centrale kantoor van de sociaal raadslieden. Zo vergroot ze haar vakspecifieke kennis én zet ze die in als generalistische sociaal werker in een wijkteam.

Een nieuwe rol van sociaal raadslieden is bovendien die van coachende professional op financieel–juridisch vlak, zowel voor andere professionals als vrijwilligers.

De preventieve kracht van sociaal raadslieden

Belangrijk is bovendien dat de preventieve kracht van sociaal raadslieden scherper over het voetlicht komt. Beleidmakers focussen nu vooral op adequate schuldhulpverlening, terwijl het voorkómen van schulden natuurlijk minstens zo belangrijk is. Het laagdrempelige karakter van sociaal raadlieden draagt eraan bij dat mensen al in een vroeg stadium hulp kunnen krijgen bij hun financiële narigheid. Zo kun je voorkomen dat beginnende betalingsproblemen uitgroeien tot torenhoge schulden. Dat preventieve aspect van ons werk gaan we nadrukkelijker uitdragen, binnen het sociale domein en ook tegenover gemeenten.

Sociaal raadslieden kaarten misstanden aan

Dankzij hun expertise kunnen sociaal raadslieden niet alleen problemen oplossen, maar signaleren zij ook misstanden en onvoorziene gevolgen van wetgeving. Die lokale praktijkkennis geven ze zo nodig door aan woningbouwverenigingen, de sociale dienst, energiebedrijven of waterschappen. We hebben bovendien zelf een sterke landelijke signaleringstructuur opgezet. Veel mis(ver)standen rond toeslagen, incassopraktijken en beslaglegging hebben we al met succes aan de orde gesteld in ons rapport Belastingdienst, bron van Armoede, MOgroep/LOSR, 2014. Want behalve tot armoede leiden schulden vaak tot isolement, gezinsproblemen en een groter beroep op duurdere zorg en ondersteuning. Ook daarom is het van groot belang dat sociaal raadslieden hoe dan ook in de gelegenheid blijven om hun specifieke kennis op peil te houden en te delen met andere professionals en vrijwilligers.

Jan Hamming is burgemeester van de gemeente Heusden (Noord-Brabant). Daarnaast is hij de nieuwe voorzitter van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR, aangesloten bij de MOgroep).